zang van de veermanxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
neem het de dichter niet kwalijk,
duid hem zijn liedjes niet euvel:
zijn geraas is ongevaarlijk,
hij fluit als een dwaas op zijn heuvel
ach, over de oevers van vroeger
waar de veerman roeit en een reiger
waadt door netels en nevel:
het zwijgen waar de lisdodde groeit
duid het de dichter niet euvel:
hij vaart als een veerman van vroeger
naar de oever van toen, de steiger
waar een stoet van doden verzamelt
hoor de bedevaarders smeken
om een plaats in zijn boot
hij moet in hun naam nu spreken
hun heimwee is mateloos groot
neem het de dichter niet kwalijk
zoals hij tolt in de draaikolk
zijn gedaas is ongevaarlijk
hij is voor de doden een tolk
zwaar ligt zijn boot in het water,
de stroom slaat over de dijk,
het dorp verdwijnt, geen huis meer
staat er boven nevel en slijk
duid het dit liedje niet euvel:
het praat een dromen na,
het hoort de doden hun gekeuvel,
het verstaat ze volkomen, bijna
|