Westouterxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
heuvelland, buitenste binnenland
waar een grens zou lopen maar
we zien ze niet, binnenste
buitenland: we dalen langs
knotwilgen, een kromme colonnade
die banen werpt van schaduw en licht
een trillen alsof de lucht hier huivert
we draaien als een derwisj
chanten de namen van bossen
en paden, verscholen beken
we buigen naar de kruidige adem
van de aarde, de vrede van
haar golvende buik
restheuvels, rustheuvels
waar een schreve doorheen
snijdt maar niemand voelt
een snee of schram: buiten-
is binnenland en beide zijn
als een omkeerbare jas
die past bij alle seizoenen
we roken onder het dak
waar ooit de koeien stonden
wachtend op een vaardige hand
de geuren zijn nog die van
vroeger, een schoolbank roept
de stofjas van een meester op,
het afraffelen van tafels
restland, rustland: wat voor
geesten bleven hier aanwezig,
de gastvrouw leest luidop
wat de stenen verhalen
wij dalen langs knotwilg
en kamille, beluisteren
sijpelend water en ruiken
de kruiden in de brede adem
van de aarde, haar dromende
schoot die alles wil dragen
ze praat in haar droom en vraagt:
ben jij van vroeger, ben jij van ooit?
|