missionarishoudingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
zo ben je bekeerd: door de zandbak van juffrouw
Frieda zoveel vrede in haar naam, in haar ronde
gezicht met de sproetjes van moeder
beestjes in het zand: een giraf en antilopen,
leeuwen slopen om een dorp, een palissade
van elzentwijgjes, de hutten van beige karton
en raffia op het dak en buiten wat zwarte
personages, een neger met een speer, een vrouw
was bezig aan een trog, ze stampte vezels,
zei de juffrouw, een moeder staat ook daar
voor stevig eten terwijl de mannen drinken
uit een kalebas en doen alsof ze jagen
zo leerden wij in de kleuterklas te sparen voor
de Congo: zilverpapier, wikkels om wekelijks
te bewaren, we moesten wel chocolade eten
als vriendjes van de negers - lieve juffrouw Frieda:
wat had ze bruine benen, ze kwam al fietsend
van een ander dorp, door storm en hagel
het zilver sparen viel wat tegen want je spaarzame
vader zorgde voor je lever maar je bleef
op je tenen staan voor die hoge zandbak:
ooit zou je naar Congo gaan om zieken
door een woordje te genezen, om een strooien
hut weer op te bouwen die een olifant
lompweg had omver gelopen
je bleef een jonge missionaris die zieltjes
moest gaan zoeken in hun duisternis;
in dromen trok je door de brousse,
een bende apen krijste boven je hoofd
wie kon het toen al weten, in de klas
van juffrouw Frieda, dat men onderweg
veel meer verliezen kan dan de pakken
op een ezel: bijvoorbeeld zon lieve vader
die in de hemel woont, zijn zoon
die speeksel wreef over blinde ogen
en zich sindsdien niet meer vertoont
een zendeling ben je gebleven,
uitgestuurd door juffrouw Frieda,
de blonde met moeders sproeten,
ze vlocht een dorp van raffia en zei:
daarheen zou je ooit eens moeten
|