alweer een slecht rapport
In haar opiniestuk (in De Standaard van dinsdag) klaagt Evita Neefs terecht de rijke landen - waaronder Belgiƫ - aan die nooit hun beloften inzake ontwikkelingssamenwerking zijn nagekomen.
En zij heeft gelijk dat het hier gaat om welbegrepen eigenbelang: voor de extreme ongelijkheid en gewelddadige conflicten in de wereld betalen wij nu al een prijs in de vorm van onveiligheid, migratie en gemiste kansen; en het ziet ernaar uit dat deze prijs in de nabije toekomst alleen maar zwaarder zal uitvallen.
Het is echter jammer dat zij pas in haar laatste zin het heeft over eerlijke handel.
Voor alle duidelijkheid: zelfs in de beste van alle werelden zullen vrijwilligerswerk en liefdadigheid noodzakelijk blijven, zowel in ons eigen land als intercontinentaal.
Maar vrijwilligheid en caritas is dweilen met de kraan open zolang er geen 'fair trade' bestaat: zolang er mensen zijn die niet fatsoenlijk betaald krijgen voor hun arbeid, zolang de rijke landen bepalen wie met handel geld mag verdienen en wie niet.
Een voorbeeld is de onbetaalbaarheid van levensreddende geneesmiddelen, een machtsmisbruik van de farmaceutische giganten dat voortvloeit uit hun monopoliepositie.
De organisaties die dergelijke toestanden zouden moeten aanpakken - de WHO, de wereldbank etc - worden bestuurd door mensen die in de eerste plaats de belangen dienen van de rijke landen en hun bedrijven of aandeelhouders.
Een Afrikaanse boer geld geven of aan een waterput helpen heeft geen enkele zin als hij zijn producten niet kan verkopen tegen een leefbare prijs.
Het is mijn vaste overtuiging dat de media - de visuele zowel als de geschreven - hierin een grote verantwoordelijkheid dragen als vierde macht in een democratie: zij moeten de politici permanent confronteren met deze wantoestanden; zij moeten 'de luis in de pels' zijn van al wie zich wentelt in zelfgenoegzaamheid en onverschilligheid.
|