in de ban van de hysterie Tel het aantal bladzijden in de kranten op en het aantal minuten zendtijd op tv en je kan niet anders besluiten dan dat we leven in de ban van een dopinghysterie. In een klimaat van hysterie worden altijd maatregelen getroffen die de redelijkheid te buiten gaan. In de nasleep van de affaire Dutroux besliste de toenmalige Waalse minister van onderwijs, Laurette Onckelinx, om leerkrachten en opvoeders die verdacht werden van pedofilie onmiddellijk te schorsen. En 'verdacht' betekende onder meer een telefoontje van een leerling(e) die zich wou wreken voor een slecht rapport. In de Amerikaanse 'war on terror' na 9/11 worden gevangenen opgesloten zonder een duidelijke aanklacht en zonder uitzicht op een fair proces, om nog te zwijgen over allerlei vormen van foltering. Critici die de vraag opwierpen 'why do they hate us so much?' zoals Noam Chomsky en Susan Sontag werden verketterd als landverraders en werden uit de nationale media geweerd. De dopingrepressie vertoont gelijkaardige kenmerken: de meldplicht voor topsporters, die naar het schijnt nog zal worden uitgebreid, hoort thuis in een totalitair regime zoals de vroegere DDR en niet in een democratische rechtsstaat: topsporters moeten werken in een sfeer van verklikking en heksenjacht. Het blijft mij verbazen dat alleen enkelingen hiertegen protesteren en niet de gespecialiseerde organisaties zoals de Liga voor de Rechten van de Mens en de specialisten in arbeidsrecht. Ik zie maar twee verklaringen: topatleten zijn uitgesproken individualisten en weinig of niet georganiseerd in slagvaardige vakbonden. Ten tweede is topsport hoe dan ook een zaak van massahysterie - denk aan de gekken die de weg versperren bij bergbeklimmingen - en de dopingjacht sluit zich daarbij aan. Als je aandacht wil bij de sensatiebeluste bevolking dan speel je op safe door deel te nemen aan deze hetze. Naar mijn mening is elke remedie die erger is dan de kwaal te verwerpen. Een maatschappij die respect prentendeert te hebben voor mensenrechten en grondwettelijke en juridische basisregels verliest alle geloofwaardigheid wanneer zij die regels zelf overtreedt. Mij doet het denken aan het afhakken van handen in islamitische dictaturen om diefstal te bestraffen. Een beschaving bewijst haar superioriteit door haar redelijkheid en proportionaliteit: de repressie mag nooit erger zijn dan de overtreding. Om die reden zijn wij in Europa tegen de doodstraf. En het gelijkheidsbeginsel uit onze grondwet laat niet toe dat in één sector repressiemethodes en sancties worden gehanteerd die niet gelden voor de rest van de bevolking. Je zou nog kunnen aanvaarden dat in een noodtoestand, bijvoorbeeld in een oorlogssituatie, preventieve acties worden ondernomen die strenger zijn maar doping is toch geen invasie of geen vorm van terrorisme? Wanneer komt er een breedgedragen protest tegen deze waanzin: mensen die getroffen worden door overstromingen of bosbranden of de miljoenen vluchtelingen in deze wereld liggen wakker van allerlei vragen maar wellicht niet van het existentiële dilemma of de Tour nog een toekomst heeft of niet.
In zijn magistrale boek 'Reis naar de einden der aarde' uit 1996 betoogt de Amerikaanse journalist Robert D. Kaplan dat de conflicten van de 21ste eeuw zullen bepaald worden door de wanverhouding tussen bevolkingsaangroei en natuurlijke hulpbronnen, zoals landbouwgrond en drinkwater: hoeveel ruimte krijgt deze wezenlijke uitdaging in onze pers? Wat een luxe dat wij, media en publiek, ons kunnen gedragen als konijnen gehypnotiseerd door die ene lichtbak.