gewetensvorming De vorige tekst - over India en de namaakmedicijnen - besloot nogal gemakkelijk met de term 'gewetensvorming' als het doorslaggevende middel om tot een beter gedrag te komen. Maar wat is dat precies, een geweten? Het morele besef, een juist inzicht in goed en kwaad, voldoet niet. Dit wordt aangereikt door de meeste godsdiensten en filosofische tradities. In het katholicisme is 'de stem van het geweten' zelfs gelijk aan 'de stem van God'. Een uitwerking van het concept dat de mens in God leeft zoals God in de mens. Maar daarmee schieten we niet op: de ene gelovige hoort duidelijk wat anders dan de andere. Gisteren zagen we op tv nog een reportage over de jeugdkampen van de Amerikaanse NRA (National Rifle Association) waar zeer jonge kinderen leren omgaan met vuurwapens en een dankgebed uitspreken omdat zij in een land mogen leven waar zij vrij wapens mogen bezitten en gebruiken. Het schizofrene en krankzinnige aan deze beweging is dat zij zich beroepen op een God die heeft gezegd: 'Wie met het zwaard omgaat, zal door het zwaard vergaan.' Een tweede element is de empathie: het vermogen om zich te verplaatsen in de andere, in het bijzonder in de lijdende mens. Psychopaten bezitten dit vermogen niet: het lijden van de anderen laat hen onverschillig terwijl het minste ongemak dat zij zelf ondervinden hen razend kan maken - denk aan Dutroux. Maar ook dit vermogen volstaat niet: heel wat mensen worden aangegrepen door de miserie maar doen er niets aan behalve het hoofd schudden of zelfs tranen wegpinken. Het derde en noodzakelijke element is dus de aanvaarding van de eigen verantwoordelijkheid: de impuls om iets aan het lijden of het onrecht te willen doen en dan ook in actie schieten, iedereen 'naar godsvrucht en vermogen' dat wil zeggen: op zijn eigen manier. Niet iedereen is een pater Damiaan of Mahatma Gandhi: wat men in concreto doet moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Zoals iedereen geconfronteerd wordt met de vraag of hij/zij wel voldoende doet. Deze vraag kan een kwelling worden als men ze onverbiddelijk stelt: men kan immers nooit genoeg ondernemen, het lijden is zo immens dat men het nooit helemaal kan wegnemen. Men moet dus bewegen tussen het nietsdoen en de absolute overgave. Het laatste is gereserveerd voor de heiligen onder ons - voor zover die bestaan en als mens te genieten zijn - , het eerste is moreel verwerpelijk. Daartussen is er het mededogen: met de anderen en met zichzelf. Mededogen met zichzelf betekent de aanvaarding van het feit dat men niet volmaakt kan zijn: 'Wees volmaakt zoals uw Vader die in de hemelen is' moet men begrijpen als een hyperbool, de overdrijving van een dichter die oproept tot het maximale om een minimum te verkrijgen. Samengevat: moreel inzicht, empathie en aanvaarding van de eigen (mede-)verantwoordelijkheid bepalen het gewetensvol gedrag. 'Wer immer strebend sich bemüht' (wat in Faust op Mefisto slaat) onderneemt alleszins meer dan niets, hoeveel meer hangt af van je persoonlijk vermogen, mentaal en fysiek.