meer waardering voor tso en bso
Karel van Eetvelt, de topman van Unizo klaagt vandaag in De Morgen terecht het watervalsysteem van ons middelbaar onderwijs aan en de onderwaardering van het tso en bso.
Maar is deze trieste, geld- en tijdverslindende cascade louter het gevolg van een gebrekkige evaluatie binnen de scholen en de CLB's?
De ervaring in het onderwijs toont jaar na jaar aan dat de denkfout zich in de eerste plaats in de hoofden van de ouders voordoet en waarom is dit zo? Daar gaat van Eetvelt niet op in.
Zou het te maken kunnen hebben met het statuut van de handenarbeid: nog altijd is het statuut van de arbeiders niet overal gelijk gesteld aan dat van de bedienden.
Daarnaast is er het verschil in verloning en vooral in arbeidsomstandigheden. Waarom moet onze bouw steeds meer een beroep doen op al dan niet clandestiene buitenlanders? Waarom zie je vrijwel geen autochtone stratenmakers of 'kasseienleggers' meer?
Iedere burger uit de middenklasse weet dat een bekwame loodgieter meer verdient dan hij, maar zal hij zijn kinderen daarom naar een vakschool sturen?
Nog steeds woekert het vooroordeel dat een job die de handen proper houdt, superieur is aan een arbeid die je doet 'stinken' naar zweet, machinevet en mortel - om nog te zwijgen over mest en koeienvlaaien.
Het zijn niet de scholen en evenmin een minister van onderwijs die de vooroordelen gaan wegwerken. Breng de handenarbeiders meer op een positieve manier in beeld, geef ze een plaats in de politieke vertegenwoordiging: hoeveel arbeiders zitten er in een van de parlementen? Hoeveel arbeiders krijgen in de talloze soaps een meer dan ridicule of beklagenswaardige rol?
Imagoverandering vraagt een volgehouden campagne op vele fronten: zadel de scholen niet eenzijdig op met de verantwoordelijkheid.
|