Taking Sides Gisterenavond bekeken we een van de Nederlandse zender NPS opgenomen film. Taking Sides - 'een kant kiezen' - van de Hongaarse grootmeester Istvan Szabó (denk onder meer aan de grandioze film Mephisto met Klaus Maria Brandauer in de hoofdrol) gaat over een proces tegen de wereldberoemde dirigent Wilhelm Furtwängler, een van de artistieke lievelingen van Hitler en daarom na 1945 beschuldigd van collaboratie. Het verhaal - oorspronkelijk een toneelstuk - speelt zich af in 1946 tijdens de zogenaamde 'denazificatie' van Duitsland. Een Amerikaanse majoor, subliem vertolkt door Harvey Keitel - krijgt de opdracht Furtwângler tot een bekentenis te dwingen zodat de vermeende collaborateur kan worden veroordeeld. Jammer voor de majoor en zijn opdrachtgevers komen tal van mensen getuigen dat W.F. zijn bevoorrechte positie heeft gebruikt om een groot aantal joden in bescherming te nemen. Het is zonder meer een boulverserende film, vanwege de sterke vertolking en het thema uiteraard. Het gaat om schuld en medeplichtigheid en om morele arrogantie. Dit laatste is aanwezig in de majoor: een botterik die de dirigent ' a bandleader' noemt en dus geen verschil kan maken tussen een jazzorkest en een symfonisch; een brutale onbeschofterik die alleen kan spreken in de bekende Amerikaanse filmwoordenschat van 'shit', 'fucking shit' etc Maar de man is wel overtuigd van zijn morele superioriteit: hij voelt zich oneindig verheven boven de veronderstelde handlanger van Hitler. Tegenover de grofgebekte staat een figuur in vertwijfeling, een hyper gevoelig kunstenaarstype dat zich afvraagt of hij zich inderdaad niet heeft vergist. Beide zullen breken, de ene grommend, de andere bezwijmend. De Amerikaan moet uiteindelijk toegeven dat hij onvoldoende bewijzen heeft, de dirigent komt tot het inzicht dat hij zijn Duitse vaderland beter had verlaten in 1933 toen Hitler aan de macht kwam. Het eerste uur heb ik deze film met een moeilijk te bedwingen woede gevolgd. Wat mij al jaren stoort is juist die mateloze arrogantie van de overwinnaar en tot op vandaag blijven de Amerikanen die arrogantie uitstralen. Zij hebben het recht om een tegenstander voor de rechtbank te dagen en ter dood te veroordelen, maar er is geen denken aan dat ooit een Amerikaanse president of generaal voor een internationale rechtbank zal moeten verschijnen. Deze eigenwaan is in mijn ogen walgelijk: principes gelden voor iedereen of ze gelden niet. Maar het feit dat deze film zulke sterke gevoelens kan opwekken en die gaandeweg kan transformeren in een meer genuanceerde beleving, bewijst dat het hier gaat om een hoogstaand kunstwerk - de reputatie van de regisseur waardig en een zoveelste bevestiging van het uitzonderlijke talent van Keitel (what's in a name trouwens: Keitel was een van de afschuwelijkste Nazigeneraals). Ten slotte: het was alweer niet de VRT die deze prent uitzond.