KEW: voor snobs?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ben je een snob als je de finale van de koningin Elisabethwedstrijd verkiest boven die van het Eurosongfestival? Ik zal wel iets snobistisch hebben want ik bewonder liever dan mij te ergeren aan hysterische kitsch of oppervlakkige deuntjes.
De KEW stelt je in staat kennis te maken met meesterwerken die je nog niet eerder had gehoord, of ze biedt nieuwe en soms vernieuwende vertolkingen van werken die al jaren in je hoofd zitten.
Een tedere reus (een Rus) heeft gewonnen; het grootste ego (een Bulgaar) werd tweede, en gelukkig hebben we ze allebei kunnen beluisteren want ze traden vrijdag en zaterdag op.
De Bulgaar maakte van het opgelegde werk en van Prokofiev een spektakelstuk: hij leek het orkest te dirigeren en niet de dame met het dirigeerstokje. Want het was wel degelijk een vrouw, een moeder, die het orkest leidde: ze bewees dat ook vrouwen leiding kunnen geven en ze deed dat met fijngevoeligheid, in dienst van de vertolkers.
Ik heb geen technisch gehoor, ik kan geen sol van een si onderscheiden, maar ik merk wel of iets klopt of niet en of de ene versie beter klinkt dan de andere.
Wat de vraag oproept of dit louter subjectiviteit is dan wel of er vaste normen bestaan waaraan een kunstwerk en een uitvoering daarvan moeten voldoen. Ik geloof in het tweede: iedere commentator was het erover eens dat de Rus de terechte winnaar was en ook wij vonden zijn uitvoering de meest subtiele en rijkste. Aanvankelijk vonden we Prokofiev maar een rommeltje, maar de Bulgaar en vooral de Rus brachten er structuur in aan en dwongen ons de schakeringen te onderscheiden, de tedere passages in de pianissimos en de explosies van razernij of vertwijfeling in de hardere gedeelten.
En het aantrekkelijke van de formule van de uitzendingen zit ook in de nabespreking door experts: als leek leer je altijd wat bij je hoeft niet akkoord te gaan met de mening van een kenner, maar zijn of haar kritiek of lof dwingt jou om beter op te letten.
Kortom, de KEW is een ontdekkingstocht door de wereld van de klassieke muziek: we mogen de VRT dankbaar zijn dat ze opnieuw de finale uitzenden weze het dan achter de rode knop.
Dat laatste lijkt dan ook weer snobistisch want niet iedereen is al in staat om digitaal te kijken en te luisteren, maar ik ben ervan overtuigd dat de digitalisering een niet te stuiten evolutie is: iedereen zal vroeg of laat moeten overschakelen naar de moderne technologie. De providers moeten er maar voor zorgen dat dit kan gebeuren tegen een redelijke prijs zodat er geen klassen ontstaan: geld mag nooit een reden zijn waarom mensen geen toegang krijgen tot de nieuwste snufjes. Digitale uitzendingen moeten binnen het bereik van elke beurs komen.
Elites zullen altijd bestaan, maar dan wel elites van kwalitatieve aard: de ene hoort nu eenmaal meer dan de andere zoals de ene beter kan lezen dan de andere. Dat is de onrechtvaardigheid van de natuur: je hebt dit receptieve talent of je hebt het niet.
Ik denk onvermijdelijk terug aan de lessen muziek die ik heb gekregen aan de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Niklaas : we leerden vrijwel uitsluitend kerkliederen te zingen in zes jaren hebben we slechts een keer of twee mogen kennis maken met klassieke werken en dan nog de meest populaire zoals Eine kleine Nachtmusik van Mozart. Een regelrechte schande: onze priester-leraar was blijkbaar van oordeel dat toekomstige onderwijzers enkel in de mis moesten kunnen meezingen. Wat nogmaals de onvervangbare opdracht van de openbare omroep aantoont: die moet soms compenseren wat de kijkers nooit hebben meegekregen bij hen thuis of op school.
Snobistisch of niet: wij blijven trouwe luisteraars van de KEW.
de haan 30 mei 2010
|