ik beken, ik heb geleefd - Pablo Neruda xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
hij bekent : hij heeft maar half geleefd
met een hand die greep en streelde,
meestal zich verveeld in leven schreef
een jongen die soms de boom in kon
waar de kers losschoot
als een kogel van genot
wat er van de liefde was,
haar drinkbaar water:
hij proefde de drab op de bodem
na de bubbels die verdwazen
hij kende een vader half om half
een beul, een heul;
een moeder even aanwezig
en afwezig daarna in de hevigheid
van altijd en nooit
woorden kwamen
helend als hysop,
gesmolten honing
in warme melk,
kletterwoorden
zo klein als wisselgeld
grotere staken als glazen
splinters in zijn krop
hij bleef maar half:
een ziener, een blinde,
vertrekker en klever
aan drempel en deur
een eenhoorn, een kalf -
iets broodnodigs
klaargelegd om niet te vinden
zoals een zeldzaam weefsel
dat herinnerd wordt als scheur
|