weer dat proefwerkxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
weer moest je weg uit
de herhaling van beelden:
je ontwaakte in een sprong
de stad was een dorp, het dorp
verstedelijkt, de zon maakte
houtsneden van straat en kade
meisjes hadden bruine, halfblote
borsten, deden hautain alsof
ze meisjes waren de mooiste
hinkelde over keien en duivendrek
de professor kwam mee naar
het terras in de binnenhaven, zwierde
een wierookvat: zij geloofden
hem niet hij verdween,
een zwarte spin met alpino,
keerde terug, bracht een boekentas
mee van gebarsten leder
jij had gespiekt, een vondst
van eigen vinding stond
op een pakje Gauloises
al rookte je nog niet
je ging roeien in een wasteil,
beide voeten een speer in het water
de steiger bij de monding was leeg,
obers droegen witte doeken
over de prothese van een arm
terug op het terras hingen
blonde haren voor een gezicht
een theatergordijn schoof open
voor een minzame spotlach
|