|
uit Overschotjes
all kinds of everything remind me of xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
liefje
van vul zelf maar in
wis zelf maar uit van wie,
ik kan je in je kamer zien
met een te zware poes die kuren heeft
een poesje dat over zijn heuveltje tuurt
naar een gestalte in tegenlicht
zijn stem hangt al stamelend in je hoofd
maar zijn gezicht is een vlek
zoals men in een winkel een meesterwerk
vindt verpakt in cellofaan
de prijs geplakt onder de loftuiting
over de naam van de maker
op een cd speelt een kraker
uit een vorige tijd, misschien hum je mee
hunkert je heup weer naar de hand
die zich spreidt, zich neervlijt als een poes
met kuren
men droomt altijd dat het tijdloze blijft
duren, die avond van vingers en likken
toen men was als een poes
die dribbelt naar een schoteltje
de kop heft alvorens ze drinkt
het is niet al nacht wat blinkt
al heeft de nacht de meeste ogen
groene en zilveren vuurvliegjes soms
die buitelen als confetti en al wuivend
vaart men in de praalwagen
van de huivering
ik heb je gezien in een kamer huiverend
klagend als een poes
want het schoteltje was de schotel niet
en het licht viel tegen
ik kan dat poesje nog altijd wegen
zoals men een breekmes weegt
waarmee men gestalten heeft gesneden
in het karton van de nacht
|