lezend in Tahar Ben Jelloun xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
regen verstuift in sluiers
alsof een doorzichtige schroef
wentelt voor het venster
je schuilt in woorden
over een djin, een marabout
die een echtgenote behekst
haar man bevrijdt van zijn koorts
weerom ben je in de rode stad
ruik je de kruiden hun kleuren
schitteren als juwelen onder
de koperen lamp van een bazaar
regen rammelt als een betoging
van kookpannen en lepels: wie
voelt zich nu miskend onder
de onbestaanden daar boven
een god die plaats moest maken
voor een demon, een toverkol
die zwaaide met een hanenpoot
over het bed van een verdoemde
is er een stad in de sferen
een marktplein waar de slangen
dansen, de geesten zich aansluiten
bij de mompelende kring en horen
hoe een schroef wentelt voor
het venster, een marabout
het boze oog paait met het dode
van een haan jij ziet hem
bezig doorheen de regen
alsof de aarde opstaat
na haar koorts
|