thuiskomstxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
toen ben je thuisgekomen
in die verpauperde buurt tussen
de Turken van Gent: al hadden ze
geen werk, soms, ze bleven bezig,
maakten een woning van een krot -
de jaren negentig in een vergeten wijk
werden de jaren vijftig in een dorp
de mannen kuierden s zomers schouder
aan schouder door hun autoloze straat,
de vrouwen op de stoep, op de dorpel
van hun gangetje babbelden, sloegen
gade als Hamse komméren
de kinderen speelden in het park
alsof het een weiland was, een bos,
de hondjes van de Gentse dames
gingen door voor wilde beesten
meisjes waren sprookjesdieren
met wijde ogen van agaat, een streepje
huid rondom de navel en meer wanneer
ze gebogen schoven over een zadel -
de jongens trapten een bal, deden druk
en protserig in de droom van hormonen,
even verlegen als luidruchtig
de vaders wandelden zoals duinen
schuiven: je hoorde ze pas toen
alles zweeg, toen de nacht met
gelige ogen over het straatje hing
de milde uren waren aangebroken
voor verhalen van een verneveld
verleden, je deed mee je schoenen
uit, trippelde op je tenen over
de hoge polen van tapijten, hoorde
dat helden en verliefden om hetzelfde
strijden in alle streken: enig, eenzaam,
schoon en schuw als sprookjesdieren,
driftige dwazen die eden en zwaarden breken
je voelde je weer thuis met een
taalvaardige Turk als vader
|