a poets lore a poets lawxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
wat een dichter dient te weten,
vraagt een lezer:
simpel, zeg maar alles -
elke veer van elke engel
de troetelnaam van dode goden
de aarzelingen van de aarde
die haar seizoen beproeft
met sneeuw of bloemen
de werveling van water
door de slagaders van de zee
de schimmels in hun schemer
de verhalen van alle volken
toen ze sprakeloos stonden
voor het plots verdwijnen van de zon
door het fonkelen van een vrouw
al de profeten, liefst de apocriefe
al wat men ooit voor waar hield
ooit heeft afgestreden
al de synoniemen van rad en galg
van Grande Guerre en Little Boy
van Groot Pardon, het gif
dat de genen niet vergeten
de toponiemen van de walg
en steeds opnieuw de twijfel:
is dit nu loden ernst, een zwarte grap -
wat is dit wezen wie die vreemde
wiens bloed hier bonst aan mijn slapen:
een ontwerp van een komst
een opstap naar een engel
een ontsporing van de apen
|