uit Van Toen en Thuis
Marvanxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
zaken deden we als het solden waren:
kozijn Pierre die naast ons woonde
in een minihuisje verscholen door de hagen
van de Koerspleinstraat
was verkoper in de verre Marvan
op de hoek van de chique Nieuwstraat
en telkens de winter ten einde liep
gaf hij een teken, een wenk
dat er wat te rapen viel
vader knikte, rolde
een magere sigaret, spuwde
weerspannige pluisjes van zijn onderlip
Pierre kwam dan s avonds laat
met een kostuum iets opportuun
Pierre had smaak en nooit
zat hij er naast met de maten van zijn neef
en één seizoen bracht hij
een droompak mee: een zacht beige
in ribfluweel het was om je eigen
kont te strelen: het geurde in de regen,
straalde in de zon
nooit was ik zo verlegen
als met die eerste vetvlek aan een zoom
toen ik mijn fietsspeld was vergeten
nooit ben ik zo droef geweest
als toen ik de plekken voelde waar
mijn zadel de beige ribbels had kaal gesleten
ik werd keeper bij Vigor en kreeg een scheut
mijn armen schoten uit mijn mouwen, op de duur
verloor onze duitenkliever zijn vertrouwen
in dat schoon gerief uit de hoofdstad
ik mocht gaan kiezen in de Kerkstraat bij de Lugi
want de baas die zat in het clubbestuur,
misschien deed hij een woordje bij de trainer
en, ja, ik vond een droomjas
in de tint van een gezonde vos
en een vaste plaats onder de dwarslat -
Pierre zei dat ik er mooi mee stond
maar ik zag zijn ogen en zijn blos
|