Babi Jar 29 en 30 september 1941 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
hun aantal staat vast: exact 33
duizend en zoveel, hun laatste
dagen van september
spraken ze Jiddisch, hing er nevel
rondom de kom der oude vrouwen
laag over laag
en kogel na kogel
op de bodem van Babi Jar
wie dreef ze op uit hun dorpen,
een veehoeder in een vreemd
uniform, een buurman in zijn eigen
lichamen lagen als verf op een doek
levend op de doden
wachtend op het schot
laag over laag, naakt over naakt
op de bodem van Babi Jar
wie nam zijn plaats in wanneer
de slachter ging schaften, een sigaret
opstak en met voldoening
omzag naar zijn werk
lichaam na lichaam viel als een doek
over de scheur in de aarde
hadden ze namen, de boekhouders
die bijhielden hoeveel kogels, hoeveel
raak, hoeveel verspild: hoevelen
kwamen in de nevel uit de aarde gekropen, getuigden achteraf
laag over laag, doden over doden
en zwijgen rondom en achteraf
opgegraven, gebroken, nogmaals
verzwegen
onze beschaving en haar
wegen vonden hun bodem
in Babi Jar
|