De regen
tikt tegen de ramen en er staat een flinke wind.Naarmate de dag vordert klaart het op en
krijgen we zon 20°.We nestelen ons aan
het haventje in Arvika, waar de rust is weergekeerd.
Terwijl
Vroem uitkijkt over het meer schrijven we de blog bij en ruilen we onze Zweden-wegenkaarten
voor die van Noorwegen.
Over een
uurtje vertrekken we richting Oslo, waar we in de late namiddag
willen aankomen.Eerst de administratie
in orde brengen om de Noorse « Autopass » te activeren die nodig is
om Oslo binnen te rijden en de wegentaks automatisch te laten registreren.
De
internetstick die we hier kochten, werkt niet in Noorwegen.Die zullen we in of rond Oslo wel
vinden.Pas dan kunnen we ons dagboek op
de blog weer aanvullen.
Het kan dus
enkele dagen duren eer we weer tevoorschijn komen en de kans is even groot dat
we er morgen weer zijn met een verslag.
Tien op
tien en een bank vooruit voor de Zweeds weersvoorspellers!Met rugzak en boterhammen trekken we de hele
dag de natuur in.Het bos ligt er op
sommige plaatsen slijkerig bij.
We
picknicken aan het meertje (Stora Gla) waar we in 2006 een week met de tent verbleven.Toen was het te koud om te zwemmen en dat
gaat René vandaag eens inhalen.
Uiteindelijk
kunnen we de wandeling niet afmaken wegens teveel diepe plassen.Dan maar de hele weg terug, maar dat geeft
niet als je je in zon mooi stukje natuur bevindt.
Deze nacht
willen we doorbrengen in Arvika aan de haven.Daar ontvangen we genoeg internetverbinding om onze blog morgen bij te
schrijven want morgen zou het weer minder goed weer zijn.
En opnieuw maken we een grote camperfout we
leren het toch niet af hé Het is zaterdagavond en de discotheek draait op
volle toeren.Rondom ons horen we
jongeren uitgelaten op en af rijden.Rond
middernacht zien we het niet meer zitten.We stappen uit ons bed, doen alle gordijntjes open, raampjes dicht en
vertrekken.
Camper-regel
nummer 1 : overnacht niet in een stad op weekendavond als je niet van
plan bent om mee te gaan fuiven.
Camper-regel
nummer 2 : bij een kerkhof heb je veel kans op een
rustige nacht.Dat vinden we in Algå, met bijbehorende kerk, op enkele km van Arvika.
We vallen
meteen in slaap en het rare is : geen kerkklok die ons wakker luidt
zouden er hier op zondag geen missen zijn ?
Zoals
voorspeld - alweer juist blijft het vandaag droog.De zon piept regelmatig vrolijk tussen de
wolken.We nestelen ons in Lenungshammer
aan de rand van het "Glaskogen Naturreservat" en wandelen in het
natuurgebied.De plaatsjes waar we
enkele jaren geleden met de tent campeerden roepen herinneringen op.Glaskogen was onze eerste kennismaking met
Zweden en de uitgestrekte natuurgebieden van het land.Sindsdien komen we hier graag terug als we in
de buurt zijn.
Het lijkt
of er sindsdien veel kabouters in het bos zijn komen wonen.Sommige paddestoelen steken mooi en kleurrijk
af tegen het donkere mos.
We
blijvenhier slapen, want morgen willen
we ten volle genieten van een zonnige warme dag, zoals voorspeld wordt.
De Zweedse
weersvoorspellers kennen hun vak!In de gietende regen vroemen we naar Degerfors.Terwijl we picknicken genieten we door de
raampjes van het uitzicht.
Vanaf
enkele kilometers vóór Kristinehamn roepen de affiches en folders ons reeds toe
om de « picassosculptuur » te gaan bekijken.Zelfs de weergoden doen mee, want zolang wij
daar rondlopen stopt het met regenen.
Hoe komt
een kunstwerk van Picasso dáár terecht, zul je je wel afvragen.Het antwoord wordt in t lang en in t breed over
de verschillende infoborden verspreid.
Een zekere
Bengt Olson ontmoette de kunstenaar in Frankrijk en was onder de indruk van zijn
artistiek talent, in het bijzonder die beroemde sculptuur.Terug thuis in Kristinehamn legde hij in de
gemeeteraad een brillant idee voor : « als wij nu eens zon kunstwerk
naar hier haalden, zou dat geen goede publiciteit zijn voor onze stad ?".Het stadsbestuur nam contact op met Picasso
en stuurde hem fotos, filmpjes en volksmuziek om hem kennis te laten maken
met de sfeer van de omgeving.Daarna
schreven ze hem een geïllustreerde brief met de woorden : « Wat
zou je ervan vinden als jouw sculptuur hier in Kristinehamn in Scandinavië zou
prijken ?Wil jet het laten overbrengen
naar hier ? »
Picassos
antwoord wordt, met illustratie van de brief in zijn handschrift, fier getoond
aan ieder die het wil lezen : « Oui, Picasso, 7/07/1964. »
Midzomer
1965 werd de 15m hoge sculptuur geplaatst.
Aan de
omvang van het terrein te zien, de vele banken en een kiosk, was dat een goed
idee van Olson en het stadsbestuur.
De
weergoden beslissen om Karlstad te onthouden voor een andere keer. De campergids beschrijft een pracht van een
plaats bij « Scanskog ».« Zo
mooi, en zo rustig, geen verkeer ! » schrijven ze.
Het terrein
oogt ruim en het is best wel mooi.We
pletsen door het zompige gras voor enkele fotos.Maar stilaan valt het ons op dat de weg vrij
druk is.Het donderend geraas van vrachtwagens
elke 3 minuten is er teveel aan.We zijn
dat niet meer gewoon ! Na het avondeten zetten we alles vast en vroemen we
verder, van het ene bos naar het andere meer.
Zweden telt
weinig wegen.De zanderige zijwegjes brengen
je onmiddellijk in een bosrijke of landelijke omgeving.Dan stopt die weg plots aan een huis.We wisten het al maar bleven geloven in een
uitzondering.
Heel
toevallig slagen we erin om Vroem te parkeren op een zijstrookje van een
boswegje.Rust, stilte en de maan die
zorgt voor nachtverlichting.
Deze
nacht heeft het heel wat geregend.De
regen tikte op het dak van Vroem.s
Morgens bij het ontwaken was het nog wat bewolkt maar tegen 10h was de hemel
volledig opgeklaard.We beslissen daarom
om eerst nog maar ergens in de buurt een wandeling te gaan maken en te
profiteren van het zonnige weer, want als de Zweedse weersvoorspellers hun job goed gedaan hebben, gaat het morgen regenen
.Waar het gisteren nog maximum 16° was,
is het bij ons vertrek al ruim over 18°.
Wandelpaden
zijn er in Zweden genoeg, perfect voor
mensen die met rugzak het land willen doorkruisen . Voor ons niet zo
gemakkelijk om te weten waar we moeten beginnen.
We zien
dat er in de buurt een « bergslagsleden » pad is dat loopt over 28
mijl (een zweedse mijl is 10km) en is verdeeld over 17 etappes.We starten bij een kloosterruïne aan het
Borasjön meer.
Het pad loopt
eerst langs een snelweg hetgeen ons danig stoort en ons bijna doet besluiten om
terug te keren, doch na enkele flinke passen in het bos en langs kleine paadjes
door schouderhoog gras is er van het lawaai nog nauwelijks iets te merken.
Er stond
aangegeven dat ereen bron zou zijn zon
6km verwijderd van het startpunt.Dit
zouden we makkelijk kunnen overbruggen. (jaja, we moeten wel nog terug he !)
En ja,
we geraken bij het bronnetje, helaas blijkt het water toch niet zo zuiver.We gaan dan maar met onze eigen drankjes
terug naar Vroem.
Het was
een vrij vermoeiende tocht.Door het bos
met al de wortels boven de aarde en na de hevige regenval was het nogal
glibberig.
Om 11h op
pad met de boterhammetjes en rond 16h terug aan Vroem, toch niet zo slecht
he.De zon is ons de hele tocht blijven
vergezellen.
We zoeken
en vinden een plaatsjein Degerfors, we
staan aan een meer, weerom helemaal alleen.De aanschaf van onze Campergids blijkt toch wel een goede
inverstering.
De ochtend is bewolkt en het voelt een stuk
frisser. In Finspång en omgeving valt niet veel te beleven en dit somber weer is ideaal om
dan maar verder te rijden.
Askersund
ligt aan het noordelijke uiteinde van het Vätternmeer. We stappen naar een
toeristisch bureau om folders te rapen. Tot onze verrassing ligt er zelfs één
in het Nederlands.
We vinden
veel info over Tiveden Nationaal Park. Maar dan moeten we te ver naar het
zuiden en we willen ongeveer richting Oslo volgen. Vanaf daar willen we Zuid-
Noorwegen verkennen. Volgende keer komen dan Midden Noorwegen en Midden Zweden
aan de beurt.
We willen
via Karlstad naar Arvika en in Arjäng de Noorse grens oversteken.
Geen zin
om voor de derde keer op rij op zoek te gaan naar een slaapplaats. Dus halen we
onze campergids van onder het stof. We komen terecht in de buurt van Laxå, aan een meertje. Het is hier mooi,
rustig, een plaats om tot zonsondergang buiten te zitten. Maar het is winderig
en koud: 16 graden, niet gezellig buiten.
De weergoden
wachten geduldig tot we enkele fotos gemaakt hebben. Dan laten ze zich
helemaal gaan met herfstweer. Dus maken wij het binnen gezellig, warm en droog
in ons Vroemeke.
De wind
huilt en de de kabels van de masten aan de zeilbootjes in de haven rammelen nog veel luider. Maar het regent niet meer!
Naarmate
we verder rijden trekt de hemel open en wanneer we Nörrköping binnenrijden zien
we de stad onder een staalblauwe hemel. We kunnen weer kuieren in de zon,
zonder jas en zonder trui. Wie had dat gisteren kunnen voorspellen ?
We volgen
een veelbelovende wegwijzer naar een cactustuin. Dat komt komisch over wanneer
je pas enkele maanden geleden de cactussen in Spanje zomaar langs de weg in de vorm van reuzeplanten aantrof. Stel je
voor, cactussen in open lucht in Zweden! Maar de infoborden zijn zo dwingend dat
we maar eens gaan kijken.
En ja,
het loont de moeite. In een parkje ligt een heuse plantenschilderij, gemaakt
van verschillende soorten cactussen. We denken dat de meeste plantjes niet
winterhard zijn, dus moeten ze dat elk jaar opnieuw maken.
Opnieuw moeten
we veel rijden, sukkelen en zoeken eer we een avondplaatsje vinden. Uiteindelijk
komen we terecht op een schiereilandje bij Finspång, tegenover de Sint Maria kerk.
Een boer
die nog laat aan het werk was komt zijn tractor parkeren. Daarna zien of horen
we niemand meer.
De was,
die van miserie over het bed uitgespreid lag is droog! Hoera!
We
vroemen vanuit Söderköping richting Södra Finnö, het uiterste puntje van het
schiereiland « Skargård ».
In Torra
ontdekken we een prachtig plaatsje aan het Sandfjärdenmeer. In het bos is een
plaatsje, net groot genoeg en horizontaal genoeg voor Vroem, knus bij een bank
onder de bomen. Vijftig meter verder staat nog een bank op de rotsige
ondergrond bij het water. Hier gaan we picnicken. We kijken uit op een plaatsje
waar je makkelijk het water in kan om te zwemmen, tot Renés grote vreugde... In de verte zien we een haventje met enkele
bootjes.
Eindelijk
kunnen we in het bos met veel tralala heel onze was uithangen, nu we hier toch
alleen zijn. Weet je nog wel, twee dagen geleden hebben we aan het haventje in Mem, waar de droogkast kapot is, de wasmachine gebruikt. Bij gebrek aan « uithangmogelijkheden »
hebben we onze was dan maar nat meegenomen. Maar zie je wel, zolang je er maar
in blijft geloven komt er vroeg of laat wel een oplossing naar je toe!
Dit plaatsje
is perfect!
René haalt
zijn zwembroek uit. Nelly haalt meteen haar fototoestel tevoorschijn, in
afwachting tot haar man het water in gaat. Vroem moet ook op de foto voor de
blog want kijk toch eens mensen, wij hebben zojuist het Aards Paradijs
gevonden!
Maar « mooie
liedjes duren niet lang », vertelt een Vlaamse uitdrukking, en het blijkt
nog waar te zijn ook
In enkele
minuten betrekt de hemelen barst een
hevig onweer los. Vlug de natte was weer in de zak stoppen en wegwezen!
Onder de
stortregen en het gekletter van hagelbollen vroemen we langzaam verder.
Wat hebben
we geluk gehad! Waren we een uur later vertrokken of had het onweer s nachts
losgebarsten, dan zouden we ons vastgereden hebben in de modder.
Voor een
avondplaatsje kunnen we de tijd nemen want het is nog maar 16 uur. We verkennen
het andere deel van het schiereiland. Op de kaart eindigt de weg in Vrångo
aan het binnenwater. Enkele bootjes dobberen aan de kant. Rustiger bestaat niet.
We vinden een plaatsje waar Vroem net kan staan, met zicht op het water met de
bootjes naast een container met grof afval. « Geen mooi zicht »,
mijmeren we, « we vinden vast wel een beter plaatsje ».
Wat zijn
we toch verwend, niet ?
Om half
negen ( !) komen we, na veel zoeken en rijden, in Arkösund, nipt op tijd
om een zwaar bewolkte zonsondergang te fotograferen.
De was
wordt over een veel te klein droogrekje gepropt. Het rekje kan boven de tafel
hangen terwijl wij slapen.
De zon moet
deze ochtend flink haar best doen om de dakramen van Vroem op te warmen,
tot wij eindelijk wakker worden.
Hier heerst
de volledige stilte en het lijkt alsof niemand die stilte wil verbreken.De wandelaars en de andere campeerders maken
geen lawaai.Namiddag wandelen we langs
het Göta kanaal dat met de bloemen, riet en eendjes eerder op een rivier lijkt.
In Mem zijn
geen winkels, dus doen we onze boodschappen in Söderköping.Tot nu toe valt het ons op dat er in de zweedse
warenhuizen geen achtergrondmuziek
speelt.Ook hier is het rustig, net als
de mensen. Alle plastic drankflessen
zijn petflessen.In elk warenhuis staat
een automaat waarin je die kwijt kan, net als alle drankblikjes.Voor een petfles krijg je 2kr terug, een
blikje brengt 1kr op. (1Euro = +/- 8 kr)
In elk dorp
of stad staat minstens één afvalparkje, waar men veel uitgebreider sorteert dan
bij ons.
We willen richting Oostzee, een
van de eilandenarchipels bezoeken.Maar
voor we het beseffen is ook deze dag weer omgevlogen.
« Ons
plaatsje » langs het Götekanaal in Söderköping is nog vrij...
We prullen
wat aan de blog die soms gekke sprongen maakt als we teksten en fotos
plaatsen.
Terwijl we
picknicken langs het Göta kanaal schuiven zeilbootjes en motorbootjes
voorbij.Er is weinig wind en een
aangenaam zonnetje verwarmt ons.
In Mem
loopt het Göta kanaal doorheen de laatste sluis in de Oostzee.Daar willen we naartoe, nu we toch zo kort bij de zee zijn.
We treffen
een van de meest schilderachtige plekjes aan die we tot nu toe gezien
hebben.Het kanaal wordt breder en
achter de horizon is de zee.Er is ook
een klein haventje.Even na onze
aankomst worden we getracteerd op zo maar eventjes 3 regenbogen, die
achtereenvolgens aan de hemel verschijnen.Wat een mooie kleurschakering over het water !
We hadden
vernomen dat hier plaats is voor campers en daar maakt Vroem graag gebruik van,
even later gevolgd door enkele grote dikke vrienden. (Campers waar Vroem 2X in
kan)
Je mag hier
gratis verblijven, maar indien we betalen kunnen we wat water nemen, sanitair
gebruiken en een wasmachine.Komt dat
goed uit zeg ! Maar er is één probleem.Op de droogkast staat « kapot ».Onze drang om te wassen is echter te
groot.Maar hoe gaan we alles
droogkrijgen ?Dit is een haventje,
dus een openbare plaats waar bezoekers af en aan rijden.Daar hang je geen was uit.Dit is Spanje niet, daar doen ze dat
overal.Maar hier zie je geen was
hangen.Bij nader inzien blijken wij de
enigen te zijn die de wasmachine gebruiken.Hoe gaan we dat oplossen ?We vinden beslist wel wat wordt vervolgd.
Voor we gaan eten komt er een toerist met de fiets
op ons toegestapt en vraagt of wij Engels spreken.We horen dat hij niet engelstalig is en
daarom antwoorden we : Frans, Duits, Nederlands,Eengels wat je maar
kiest.En wel verduiveld : « Spaans »
antwoord hij.Dus : hablamos
español ! Hij verschiet zich een ongeluk dit had hij nooit verwacht.Hij (Fernando) zet zich bij ons aan de tafel
en we babbelen wat, en terwijl wij aanstalten maken om binnen te gaan zitten
(20h30) gaat hij zijn tent opzetten en nog eten koken.Het blijft tenslotte een spanjaard he Hij
vraagt bij het afscheid hoe je « dank u » en « tot ziens »
in het Zweeds zegt, en Nelly staat hem graag te woord.Helaas hij krijgt de klanken moeilijk
uitgesproken en we lachen allemaal
We staan
ergens aan de rand van Söderköping op een ruime parking op 100m van de stad en
toch rustig aan de oever van het Götakanaal.Aan de overkant van het kanaal ligt een steile groene stroook met
bovenop een prieeltje met uitzicht over de stad.De groene strook is een stukje natuurgebied
dat met veel zorg bewaard wordt.
In het
portaaltje van de kerk vinden we boeken, sierraden ( !), icoontjes,
kaarsjes en prentkaarten.Op het
geldbusje staat : « betaal hier, dank U ».
Er zijn
twee koptelefoons om de uitleg over de geschiedenis en ontstaan te
beluisteren.Op elk van de 3 orgels
wordt ook muziek gespeeld dat je ook via de koptelefoons naar keuze kan
beluisteren. (o.a. Bach)
Net als in
het kerkje van het Vreta Klooster is hier ook een kinderhoekje met tekengerief,
puzzels en boekjes die het jonge volkje laten kennismaken met de bijbelfiguren
en verhalen.
Je bent
niet in Söderköping geweest als je niet in het ijssalon
« smultronstället » bent binnengegaan.Hun ijsbekers zijn een toeristische
attractie.De foto hier stelt niets voor
vergeleken met de gigantische coupes die we rondom ons voorbij zagen gaan.Het zag er feestelijk uit enhet smaakte lekker.Misschien kan daar in de toekomst geen enkelader ijsje meer tegenop . ?
De
verschillende campers die ons op de parking kwamen vergezellen vertrekken één
voor één.Wij blijven hier nog eens
overnachten.We genieten van het
vergezicht over het kanaal.Door het
andere raam zien we de stad, die indommelt in de avondschemering.Söderköping bij nacht is even rustig als een
nachtje in hartje natuurreservaat.
De dag
begint stralend.Vlug alles mee naar
buiten nemen voor een ontbijt in het groen.Te laat, de hemel betrekt en het voelt meteen heel wat frissser.
We begeven
ons naar Norsholm voor een wandeling in het gelijknamige natuurpark.Het piepkleine parkeerplaatsje tussen de
bossen staat al vol.Een vriendelijke boer
die met zijn tractor voorbijkomt wijst ons de weg naar een ander plaatsje in het bos.« Als dat ook bezet is, kom dan maar
gerust naar mijn woning.Als ik maar
langs kan met mijn tractor, dan mag je daar gerust staan ».
Langs de
paden vinden we de uitleg over enkele burchten en huizen die hier hebben
gestaan, met alle mogelijke info over wie hier leefde en wat er gebeurde.Dat is wel nodig want het enige wat we zien
is « een hoop stenen ».
Hoe dieper
we in het bos inwandelen,hoe harder het regent.Wanneer we terug in Vroem stappen zijn we
doornat.
Onder de
stromende regen bereiken we Söderköping.In het toeristenbureau slaan we een nieuwe voorraad folders op.Morgen zullen we het stadje verkennen.Vanavond zijn we te moe.
Indrukwekkend
om een boot doorheen al die sluizen te zien manoevreren.
We bezoeken
het kloosterkerkje.In het portaal ligt
een plannetje met uitleg over elk beeld, elk nisje, elke schilderij, keurig
genummerd, in 3 talen (Zweeds, Duits en Engels).In dat portaal liggen ook prachtig
geïllustreerde en dure boeken uitgestald, met prijsetiket.Er staat een kistje met een gleufje om het
geld in te deponeren.Er is niemandin de buurt te bespeuren die zou controleren
dat de betaling ook welgebeurt.
Binnen in
het kerkje vinden we nog meer uitleg.Het is alsof een gids je rondleidt en boeiend vertelt over de
geschiedenis van het gebouw.
Na wat zoeken en heen en weer rijden vinden we
het natuurpark Timmerö, op 7 km van Linköping.We willen van hieruit de stad bezoeken en daarna hier komen slapen.Voor we verder rijden wil ikNelly even de omgeving verkennen.Enkele minuten later snel ik terug naar
Vroem, waar René al lang zit te wachten om te vertrekken.Mijn verhaal is sterk genoeg om hem uit zijn Vroem te krijgen.Via een brugje bereiken we een hutje datuitkijkt over een meer, met zwanen.Een overdekte opening zorgt ervoor dat de
dieren ons niet opmerken.We kunnen ze
dus rustig volgen in al hun doen en laten.Je kan eeuwig blijven fotograferen in dit natuurgebied.
Het is druk
in Linköping.Overal trekken groepjes
1stejaarsstudenten rond met vragenlijsten, begeleid door 2de of 3dejaars.Op het programma staan ook spelletjes,
waarvan fotos worden getrokken.
Gisteren
begon het nieuwe schooljaar en akademiejaar hier in Zweden.
In deze
universiteitsstad treffen we meer terrasjes en restaurantjes.Ook hier vinden we buiten enkele kerkjes,
geen historische gebouwen maar wel veel ruimte en veel groen.
Het is nog
steeds aangenaam warm -24°-. Tot de avondschemering zitten we op een bank aan
het « zwanenmeer ».Dan
bevelen de muggen en knotjes ons om naar binnen te gaan.
Op weg naar het Götakanaal kunnen we niet weerstaan aan een omwegje naar
een vogel-uitkijktoren, nog steeds in het natuurreservaat Tåkern, zoals de
wegwijzer aangeeft. Massas eenden zwemmen hier rond. In de verte zien we zwanen, te ver om een foto ten nemen, maar duidelijk
te zien door de verrekijker.
Onze eerste halte aan het beroemde Götakanaal is
Borensberge. De 190km lange vaargeul
strekt zich uit van Göteborg via Karlstad tot Mem en verbindt alzo het Kattegat
met de Oostzee, met 46 bruggen en 58 sluizen lezen we in de brochure. Stel je voor : 58000 soldaten werkten 22 jaar
(1810-1832) aan het uitgraven van deze waterader met de schop! Al goed dat er wat meren tussen liggen, zodat
ze «maar» 87 km moesten
uitgraven.
Je kan dus helemaal van Göteborg naar Mem van de ene
zee naar de andere met de boot. De sluis in Borensberg wordt nog steeds maneel
bediend. Anders dan bij ons lijkt deze waterweg op een rivier, met kronkels, riet en eenden.
De info over over een oude glasfabriek maakt ons
nieuwsgierig, maar tot onze verbazing merken we dat de fabriek verbouwd is tot een
jeugdherberg.
Op weg naar Berg bezoeken we een vogel-uitzichttoren
in Västra Roxen -we kunnen het niet
laten: het staat zo veelbelovend aangegeven langs de weg, en het is ook
alweer mooi.
Berg is bekend om zijn 7 sluizen die achter elkaar
staan. Er moet zon 15 m hoogte worden
overbrugd. We bezoeken er ook het Vreta klooster uit de 12de
eeuw, of beter gezegd, de restanten ervan. Het klooster onderging het lot van vele historische gebouwen. Wanneer een of andere rijke heer het opkocht
verdreef hij de religieuzen en gebruikte de stenen voor de bouw van zijn
kasteel.
Het kerkje van het klooster staat er nog. Het werd geleidelijk verbouwd en vergroot. Het
pleintje doet dienst als Vroem-overnachtingsplaats.
We
picknicken in Nässja. We zitten op een
halve meter van het Vätternmeer. We
genieten van het geluid van de golven en kijken naar enkele zwemmers.
Op de kaart staat een wandelsymbooltje. We zijn van plan om na de wandeling hier te
blijven slapen. We zien zomerhuisjes maar geen wandeling, dus rijden we maar
verder richting Motola.
Vlakbij die stad
ligt een meer in een natuurgebied, "Saffran Torp», zoals de gelijknamige folder belooft,
compleet met kaartje en wegbeschrijving. Maar we geraken er niet. Voor we
het beseffen zijn we Motola voorbij op weg naar Nykyrka. Laten we dan maar ineens naar Linköping
verder rijden, met een tussenstop in Håleberget
Naturreservat, want daar zijn we volgens de gelijknamige folder vlakbij.
Geen meer deze keer, enkel bos. Het zoveelste bos, zou je zeggen, ware het niet dat dit bos ongeveer 12000 jaar
oud is. Dat merk je aan de bomen, de
planten, de mossen, aan alles. Na een flinke klim zien we in de verte het Vättern
meer. Het oude bos is aangenaam om te overnachten.
Vroem
krijgt een grasperkje voor Vroem alleen en wij krijgen een bankje.
We staan rustig, maar niet alleen, kijk maar
naar de fotos.
Terwijl
België kreunt onder een hittegolf doen wij het hier met een aangename 20
graden, maar we moeten er wel af en toe wat regen
bijnemen.
In
Alvastra bezoeken we de ruïne van een klooster uit de 12de eeuw. Het waren de cistercienzers die zich vanuit Frankrijk hier kwamen vestigen. Indrukwekkend hoe dit nog na 800 jaar redelijk overeind staat. Aan het klooster te zien leden deze paters m.i. niet erg onder de armoede.
De heilige
Brigitta verbleef hier ook regelmatig en kreeg op deze plaats visioenen. In die visioenen kreeg zij blijkbaar de instructies hoe de nonnen moesten gekleed gaan. Zij zorgde
er bijgevolg voor dat ook vrouwen konden toetreden tot een klooster. Ook over het aantal toegelaten kloosterlingen deed zij haar zegje. 85! niet meer en niet minder. De stichting van de Brigitta orde werd door de Paus Urbanus V goedgekeurd in 1370 : Ordo Sancti Salvatoris. Let wel, nonnen apart van de paters he, maar toch wel in een en hetzelfde klooster...!?
ps : de orde van Brigittines bestaat nu nog in Vadstena!
Een of andere koning eiste in de 16de eeuw het klooster op en gebruikte de stenen om zijn eigen kasteel te bouwen. Voorts gebruikte hij (en later zijn volgelingen) de weilanden voor de veestapel. (nu nog worden de landerijen in leengoed gebruikt, wel geen idee wie het pachtgeld opstrijkt)
Dergelijke
ruïnes vind je verspreid over heel Zweden. De rijkdom van de kerk in die periodes (12-13-14de eeuw) blijkt ook hier zeer goed zichtbaar.
Net als de « natuurpaden »
is hier ook een «kloosterpad», goed aangeduid en gedocumenteerd. (Benedictijnen - Dominicanen - Franciscanen)
We slaan
onze voorraad eten weer in en overnachten opnieuw in het natuurcentrum Tåkern, bij de eenden, enkele Duitsers
en enkele Zweden. Tot nu toe maken de eenden het meeste lawaai
Het is
21 uur en de temperatuur is gezakt tot 19,5 graden. Van het thuisfront vernemen
we temperaturen van 35 gr. en meer, «en morgen wordt het nog warmer».
Te warm? Kom dan toch naar Zweden! Gewoon doen!
Na een
ontbijt onder de bomen bezoeken we het natuurcentrum. Een videofilmpje toont
ons hoe de verschillende vogels geringd en gewogen worden. Aan de volgende stand kunnen we de trekroute van
zowat alle vogels bekijken. Er valt hier enorm veel te beleven.
Net als alle
andere centra en infohuisjes word je met beeld en geluid meegenomen naar de
wonderen van de natuur. Kinderen krijgen hun eigen, op maat gemaakte
infostandjes. Voor de allerkleinsten werd een kleurrijk hoekje voorzien.
Met een
massa folders onder de arm al deze plaatsen willen we zeker bezoeken
verlaten we het gebouw.
We
rijden naar Rök. Hier staat een 2,5 meter hoge runnensteen.Hij dateert van 800
NC. Met zijn 700 tekens bevat deze steen
de langste runnentekst van de wereld. Verschillende borden vertellen hoe de
mensen in die tijd leefden. Naast de volledige vertaling van de tekst lezen we
het vermoedelijke levensverhaal van de persoon die deze woorden ooit schreef.
Vele mooi geïllustreerde folders liggen klaar om mee te nemen.
Het lieftallige kerkje dat erachter staat,
werd pas veel later gebouwd. Even vermelden Op het kerkhof bij een kraantje
hangen aan een metalen rekje 3 plantengieters, een borstel, een grote schup en
een metalen bakje met schupjes en handborsteltjes. Handig toch voor de
bezoekers van het kerkhof ? Tenminste als iedereen na gebruik het
materiaal netjes op de juiste plaats terugbrengt wat hier blijkbaar gebeurt
want er is geen enkel haakje leeg.
We
rijden naar het "Omberg Natuurreservat", waar we voor Vroem een plaatsje vinden aan
het Vätternmeer. We wandelen door het bos tot aan de rotsige afgrond en
genieten van een prachtig uitzicht over het rimpelloze water.
De avond
is nog aangenaam warm, zodat we buiten kunnen eten, met zicht op het meer. De muggen schitteren door afwezigheid. Af en
toe maakt een libelle een tussenlanding op onze arm of schouder. De wesp die in
de wijn was gevallen toont geen interesse meer. Die mag de verdere avond rustig
haar roes uitslapen. We houden
ons fototoestel klaar voor een kleurrijke zonsondergang boven het meer, maar de
wolken aan de horizon beslissen daar anders over.
We
genieten van de stilte bij de avondschemering. Zelfs het zoete water lijkt te
moe om geluid te maken
We
doen boodschappen in Boxholm. Dit stadje
kan je vergelijken met een Belgisch provinciestadje. Maar het plaatsje waar we
picknicken,in een parkje bij een vijvertje, heel dicht bij het centrum, geeft de indruk van een verlaten dorpje, ver
van de buitenwereld.
Waar je ook bent in Zweden, overal zijn rustige plekjes. We
rijden via Väderstad naar Glanäs in het natuurreservaat Tåkern. Het ligt aan een uitgestrekt meer dat dezelfde
naam draagt. Rond dit meer willen we een wandeling maken, zover als we
aankunnen. Maar de borden vertellen ons
dat we ons bevinden op een beschermd gebied voor vogels.
Bij het meer mogen we
niet komen. Vóór ons zien we paadjes, gemaakt van plankjes en zorgvuldig
afgebakend. Er is een observatiecentrum met allerlei info en verrekijkers om de
vogels te observeren, net als in Store Mosse. Hebben we al
gehad », merkt René een beetje ontgoocheld op. Steeds
verder volgen we het «plankjes-pad», dat door het diepe moeras
loopt. Het wegje leidt dwars door het
hoge riet, nu eens door weilanden, dan weer over plassen. We zien en horen
vooral eenden die in kolonies op dit meer verblijven en onder luid gekwaak in
groepen overvliegen. Tussen het riet tjierpen enkele vogels. Af en toe laten ze zich zien
maar ze gunnen ons niet de tijd voor een foto.
Zwijgend stappen we verder, om
de betoverende sfeer niet te verbreken. We
bereiken een «dorpje», dwz een kerkje en enkele huisjes. Een
koffiehuisje met terrasje verwelkomt ons bij deze warme dorstige wandeling.
Helaas is het tot 17 uur open de klok wijst 20 na 5. Maar de uitbater merkt ons
op en wenkt ons naar binnen. Eigenlijk zijn we gesloten want op dit uur zijn er geen
wandelaars meer. Maar op deze uitzonderlijk zonnige dat maken we wel een
uitzondering. Willen jullie iets drinken ? » . ja ! We
willen niets liever ! wat smaakt dat lekker fris.
Op de
parking van het natuurgebied sijpelen de bezoekers één voor één weg. Dan zijn
we alleen met Vroem. We voelen ons hier «gasten» in het rijk van de
vogels. Nieuwsgierig
kijken de muggen door het gaas van het dakvenster naar binnen. Maar Vroem laat
ze er niet in. Ze hebben al genoeg pret gehad, daarstraks in het riet.
We
drinken koffie en ontbijten op het stand. De golven schitteren als sterren in
de ochtendzon. De lokroep van de « zee » wordt steeds sterker en René
wordt onrustig. Wanneer hij een andere camperbewoner ziet zwemmen is hij niet meer te houden. Hij
schiet zijn zwembroek aan en neemt een frisse duik in de dansende golven. Dat
doet zon deugd! In geen tijd voelt hij zich helemaal opgeladen en herboren.
We
rijden naar Aneby, waar we picknicken aan een meertje. In het dorpje valt niet
zoveel te beleven. Maar in het toeristisch bureau vinden we een
parkeerschijf! In Tranås parkeren we Vroem aan een
jachthaventje en verkennen de stad. Ook hier veel ruimte, veel groen en veel
bloemen. Wat ons
overal in Zweden opvalt is de
hoffelijkheid van de automobilisten. Wanneer je loopt in de richting van het
zebrapad -dus je bent nog op het
voetpad aant wandelen stoppen ze al. Als je dan aankomt aan het zebrapad
staat die auto daar al zon 15 seconden op je te wachten. Natuurlijk knikken we
dan « dank u » en zij knikken vriendelijk terug. Dat « graag
gedaan » menen ze echt, terwijl wij in België denken «ja ja, haast
je nu maar;».
Bij onze
terugkomst zien we ons Vroemetje in het gezelschap van twee grote broers. De
bootjes leggen aan en de wandelaars gaan
naar huis.
De avond die over het stadje valt gaat langzaam over in een rustige
nacht.
We
bezoeken Jönköping. Deze stad ligt in het uiterste zuiden van het Vätternmeer.
Met zijn 135 km lengte en 128 m diepte is dit het vijfde grootste zoetwatermeer van de wereld. In Västernas vinden we een mooi
rustig plaatsje aan het strand, op 6 km van Jönköping. De krachtige golfslag geeft de indruk dat je
aan zee bent.
De
wandeling naar de stad is echt de moeite waard. Er loopt een wegje langs het
strand, doorheen het Rosenlundsbakarna
Naturreservaat. Het is zonnig en aangenaam warm om te wandelen ook hier roepen
de donkerrode, rijpe frambozen je toe om geproefd te worden.
En nu iets heel speciaals, echt Zweeds, wat bij ons ondenkbaar is. Op regelmatige afstand van elkaar vinden we een soort brievenbusje, vastgebonden aan een boom. Er liggen boeken in, die er gebruikt uitzien. Vanboven kan je het openklappen en gewoon een boek eruit halen. Op het busje staat de vermelding: "ruil een boek". " Die proef moesten we bij ons in België eens doen!", lachen we vrolijk, "Het experiment zou hoogstens één uur duren..." Maar het is wel een milieuvriendelijk en een mensvriendelijk idee. Thuis hebben wij zoveel boeken liggen die we niet meer lezen en die te goed zijn voor de schroothoop. Kenden we maar mensen die net die boeken zo graag willen lezen, we zouden ze onmiddellijk weggeven.
Wanneer
we Jönköping binnenwandelen zien we een ijskraam, waar mensen heel geduldig
op zijn Zweeds in een lange rij staan aan te schuiven. Hier moet het zeker
lekker zijn. Dus wij voegen ons bij de de anderen. En we worden rijkelijk
beloond : nog nooit zo lekker ijs gegeten Hou je mijn ijsje eens even vast, vraagt René. Maar
de lekkernij druipt eraf. En, wat doe je
dan?
Net als
Malmö heeft Jönköping geen stadskern.
Behalve enkele kerken vinden we geen historische gebouwen. De stad heeft wel
veel groene zones en de straten zijn breed. Dat geeft ons een indruk van ruimte en rust. In Malmö hadden we
dat ook al ervaren.
Zodra we
een toeristisch bureau vinden vragen we weer naar een parkeerschijf. Tevergeefs,
« Een parkeerschijf kunnen we jullie niet geven want hier zijn enkel
parkeerautomaten.
Onze
indruk over de prijzen in de restaurantjes moeten we bijstellen. De prijzen
zijn hier hetzelfde als bij ons in België. Zo komen we tot de vaststelling dat
bij ons wel echt alle prijzen zijn
gestegen.
Op de
terugweg blijven we hangen in een rozentuin, de bloemen ruiken heerlijk in de
avondzon.
s
Avonds zitten we aan het strand en kijken naar de zonsondergang. Een warme gloed omlijnt de horizon en brengt alle mogelijke kleurschakeringen
van rood naar paars, onder het ritmisch geruis van de golven.