Vandaag gaan we dus de 4 Bergen Wandeling maken. We vertrekken al vroeg richting de parking aan de Erlenmühle. Vanaf deze parking is het nog 800 m tot aan de start van de wandeling.
Hier vinden we de aanduidingen van het pad :
Länge : 12.9 km
Höhe : 504 m
Dauer : 4:45 stunden
Swierigkeit : Mittel
Het is een heel mooie wandeling door bossen en langs kronkelende paadjes, omhoog en omlaag. Pas bij de laatste berg beseffen we waarom er "mittel" aangegeven stond. Puffend gaan we langzaam deze steile helling naar boven. Gelukkig staan er regelmatig banken om even op adem te komen. Het uitzicht is er mooi en met het weer valt het ook nog mee zodat we van de vergezichten kunnen genieten.
De afdaling gaat langs de Genovevahöhle weer naar beneden. Volgens de legende verbleef de jonkvrouw Genoveva hier om aan verraad te ontkomen... maar zoals met de meeste legenden was de afloop .... dat ze lang en gelukkig leefde.
We vinden deze 2 dagen voldoende voor een bezoekje aan Koblenz en besluiten naar Mendig te rijden. Dit ligt op zo'n 25 km noordelijk van Koblenz. De weersverbetering is zo uitnodigend om in de natuur van het Eifelgebied te gaan wandelen.
In Mendig is er een mooie rustige camperplaats aan het sportcompex in de Brauwerstrasse. Met service voor water, stroom en lozingen. Verrassend toch hoeveel camperaars toch nog op weg zijn. Er staan er nog een 5 tal, maar de plaats is ruim voldoende voor een 20 tal campers.
We zoeken een bewegwijzering voor wandelingen maar komen in het centrum uit en bevragen ons dan maar op het gemeentehuis. Een vriendelijke kerel staat ons te woord en vertelt dat er een mooie wandeling is die de 4 bergen toer noemt maar het is al namiddag en vermits het al rond 5u donker wordt, raad hij ons toch maar aan om een kortere wandeling naar de Laach See te maken.
Dank zij de plannetjes kunnen we deze wandeling maken. In het begin loop het pad langs de autosnelweg hetgeen ons erg irriteert, maar dichter bij het meer wandelen we in alle rust door het bos.
Er blijkt ook een Benediktijnen klooster te liggen... dit willen we graag gaan bezoeken.
Het ligt mooi en rustig in de natuur. Er zijn veel bezoekers en in de winkeltjes wordt heel wat aangeboden.
Vanaf de Deutsche Ecke zagen we gisteren de vesting Ehrenbreitstein liggen. Deze ligt op 118 meter boven de Rijn en is een van de sterkste gebouwde vestingen in Europa na 1815.
Dus ja, dit willen we wel gaan bezoeken. Je kan of de kabelbaan nemen of de langere weg te voet via een van de bruggen naar de overkant van de Rijn.
De zon komt regelmatig te voorschijn en we besluiten dus maar de 15 km te wandelen. De weg naar boven bij de vesting is best steil te noemen, maar we geraken er wel.
Van hier op deze hoogte hebben we een mooi zicht op Koblenz.
Op de terugweg wandelen we door de binnenstad. Het lijkt wel hoogseizoen, zoveel volk in de winkelstraatjes.
Na een rustige nacht begeven we ons op weg naar Duitsland. We plannen onze reis naar Koblenz. Onderweg kunnen we genieten van de mooie herfstkleuren langs de autostrade.
Koblenz is heus niet zo ver van de Belgische grens. We zetten onze camper aan de Pastor Klein Strasse op een boogscheut van de Moezel.
Als het wat droger wordt gaan we gewapend met regenjas en paraplu de binnenstad eens verkennen.
Opmerkelijk hoeveel toeristen er nog aanwezig zijn. We horen Frans, Spaans en Italiaans spreken.
De binnenstad is zeker een bezoekje waard. Talrijke pleintjes en meerdere imposante kerkgebouwen sieren de omgeving.
Ook de Deutsche Ecke blijkt zeker een aantrekkingsplaats voor veel toeristen. Keizer Willhelm aanschouwt alles hier, hoog gezeten op zijn paard, zijn blik gevestigd op de plaats waar Moezel en Rijn in elkaar vloeien.
Als we in de late namiddag terug langs de Moesel naar onze camper stappen wacht ons nog een verrassing. Er ligt een cruise schip aangemeerd en dit schip houdt zowaar open deur. Uiteraard willen we dit wel eens een bezoekje brengen... Een comfortabel 4 **** hotel met alles erop en eraan. Willen we dit ruilen voor onze Vroem? Ik denk het niet...
Het weer is allesbehalve aanlokkelijk en de vooruitzichten zijn ook niet ideaal, maar toch willen we vertrekken met onze Vroem richting Eifel. En zoals gewoonlijk doen we een tussenstop in St-Truiden om onze oudere tante nog eens een bezoek te brengen.
Als we willen parkeren op de veemarkt zien we dat er grote werken bezig zijn... en helaas de voorbehouden plaatsen voor de campers samen met de voorzieningen zijn gesneuveld, opgeofferd voor een nieuw sportcomplex...
Na ons bezoek installeren we ons naar gewoonte op de parking aan de Abdijhoeve in Kelchterhoef. We staan ditmaal niet alleen, nog 2 andere campers trotseren wind en regen.
Oei... "moeilijk hier vertrekken omdat het hier zo mooi weer is", dat hadden we gisterenavond niet moeten schrijven... De weergoden hebben onze blog meegelezen!
Vannacht hoorde we op zijn minst één regenbui langskomen. Vanochtend is het opgeklaard maar het blijft iets te fris om buiten te ontbijten.
Wanneer we in de krant lezen over zware overstromingen met veel materiele schade in verschillende delen van Zweden, waaronder Jönköping, worden we meteen wat nederiger. Jönköping, daar waren we toch enkele weken geleden?
De stortregenzone trekt vandaag over het zuiden maar is al afgezwakt. Dus toch maar "dank u weergoden". Wat zijn we weer gespaard gebleven.
We rijden door een drietal normale regenbuien en komen veilig aan in het zwaarbewolkt Malmö bij een woelige zee.
De tekst op één van de onderstaande fotos komt van de Noorse dichter Jan-Magnus Bruheim. Hij heeft heel zijn leven in Billingen gewoond in de omgeving waar wij een paar dagen geleden gewandeld hebben.
Dit vinden we een van de mooiste teksten die we tegenkwamen tijdens deze wandeling over het "gedichtenpad" in Billingen, opgericht ter nagedachtenis van zijn 100e verjaardag :
"Elke nieuwe dag is als een verjaardagsgeschenk Je weet niet wat het inhoudt En het is elke keer weer spannend Om het te openen".
Wie had gisterenochtend een vermoeden dat wij nu buiten in het zonnetje kunnen ontbijten?! Toch dringt de krachtige wind bij momenten doorheen de bomenhaag. We hebben een trui nodig, telkens als de wolken zich even voor de zon doorhaasten. Maar voor het grootste deel zitten we dankbaar onder een staalblauwe hemel.
We maken "om het af te leren" de wandeling die we vorige keer niet gedaan hebben. We genieten van de pure natuur, als van een klassiek muziekstuk wat nooit gaat vervelen, ook al hoor je het voor de zoveelste keer.
In het dorp leidt een zijwegje naar rotsschilderingen van 3000 jaar oud.
Een groep donkergrijze wolken komt naar ons toe en waait dan weer verder zonder ook maar 1 druppel te laten vallen.
Natuurlijk is dat leuk. Maar anderzijds wordt het weer moeilijk om al dat moois achter te laten...
Vooraleer de volgende grijze wolkenmassa komt aangelopen, maken we enkele foto's van "onze stoere Vroem in alle omstandigheden".
We rijden helemaal tot in Ödeshög. Heel langzaam merken we dat de regen overgaat in buien, die alsmaar zeldzamer worden.
Er is niemand op de vertrouwde camperplaats aan het Vätternmeer. Plaats zat dus voor ons. Toch verkiezen we "ons" plaatsje waar we onlangs stonden : goed beschut tegen de felle wind die van over het meer waait.
We koesteren ons in 'n avondzon van 21 graden. Wat doet dat deugd !
Onder een prachtige kleurschakering zien we de zon boven het meer langzaam ondergaan.
Het regent geen pijpenstelen. Neen, het regent borstelstelen! Sinds 5 uur vanochtend verandert onze gezellige overnachtingsplaats in een slijkerig terrein. Gelukkig sijpelt het water ongelooflijk goed in de grond, zodat we vlot kunnen wegrijden.
Op de parking van een warenhuis kloppen we de bosgrond uit de vochtige dweilen en matjes. Nu komt onze autostofzuiger goed van pas. We tikken Falun in, in onze gps. We zullen verder rijden tot het opklaart. Er is hier overal genoeg ruimte om buiten te zijn.
Maar het blijft regenen. Dus blijven wij maar rijden. Niets staat ons nu nog in de weg om toe te geven aan ons verlangen naar onze kinderen en kleinkinderen...
Tussen Enviken en Falun stoppen we bij een verlaten skipiste. De omgeving is mooi en er zijn heel wat meren. Maar het regent nog steeds en we hebben geen zin om uit onze droge Vroem te komen.
Voor onze bloglezers maken we toch enkele foto's. Ze tonen hoe wij de omgeving op dit moment waarnemen.
Tussen de dennenbomen, onder een vochtige grijze lucht kan een ochtend somber lijken. Bij 10 graden beseffen we weer hoe comfortabel het voelt om 30 cm hoog, droog en warm, in onze Vroem te zitten. We herinneren ons nog goed hoeveel moed we ooit bij elkaar moesten rapen om bij dit weer in de tent uit onze slaapzak te durven komen...
We rijden de parking op van het Sonfjäll National Park. We moeten toch profiteren van deze, misschien laatste, regenvrije dag? Maar als we naar de lucht kijken hebben we plots geen zin meer om hier te wandelen. Zijn we soms verzadigd van al die natuurparken? Misschien.
We besluiten verder te rijden tot Sveg. Op de wegenkaart lijkt dit een flink stadje waar we zonder inspanning de benen kunnen strekken, alvorens de lange tocht zuidwaarts verder te zetten.
Een wegwijzer naar Lindsell doet ons impulsief afslaan. We belanden in "Lindsellborren Naturreservat". (coördinaten : N 62.13364, O 13.92904) Een groot woord voor een simpel zandwegje dat naar een rieviertje leidt. We volgen hier een bospaadje tot aan een beekje dat te breed is om overheen te springen. Terwijl de muggen opdringerig rondom ons ruiken of onze spray nog niet is uitgewerkt.
We komen niemand tegen en ook op de parking staan we alleen. We ervaren een totale absolute stilte, dit wil zeggen, we horen niets : geen vliegtuig, geen auto, geen vogel, geen bomen die ruisen, windstil... Wat dit met ons doet is moeilijk in woorden uit te drukken.
Wat heb je aan al die bergen Piet, als je droog wil wandelen en je kan het niet...
Het heeft de hele nacht geregend. De weersvoorspellingen zijn al even somber en dat voor zover ze hier kunnen vooruit kijken. Uit ervaring weten we dat de bergpaden veel te glibberig worden om te wandelen. Nu al terug keren naar Zweden? Spijtig !
De Noors-Zweeds grens lokt ons veelbelovend naar zich toe. Het stopt met regenen en we ontdekken zelfs blauwe gaatjes in het wolkendek. Toch hebben ze hier ook niet meer te bieden. Morgen zou het nog droog blijven, daarna ondergaat Zweden hetzelfde lot als buurland Noorwegen.
We stoppen voorbij Hede in een bos, dat onder alle weersomstandigheden zichzelf blijft : sereen en stil.
We nemen de toeristenweg RV 55, om alle wandelingen in te halen die we vorig jaar wegens de regen niet konden doen. In Leierdalen stoppen we om te eten. We zitten midden in een dal met aan weerszijden watervalletjes die in verschillende rivieren uitmonden.
Het bergwater klotst en kabbelt vrolijk in de beddingen. Hier willen we wandelen en blijven slapen!
Deze tolweg begint op 13 km van Leirvåssbu van waaruit nog meer wandelingen vertrekken, die hoog de bergen in gaan.
We twijfelen om die 60kr (8,5) aan de slagboom te betalen. In ruil daarvoor willen we wel iets meer te zien krijgen dan bergtoppen die in de wolken verscholen liggen.
Dus wandelen we eerst wat in het dal, in afwachting tot de hemel opklaart. Maar de wolken komen van overal en trekken steeds meer samen boven ons hoofd. Eerst vallen er enkele druppels, daarna gaat het druppelen over in regen. Tja, dan maar terug naar Vroem. Zodra we vertrekken barst de hel pas goed los.
We overnachten op een fraaie rustige parking langs de RV 27in de buurt van Folldal.
We volgen de RV 258, in Målådalen, een smal kronkelend bergwegje bijna overal zonder vangrails aan de afgrond. Boven op de top van Målådalen is een zomerskioord. Maar afgelopen winter viel er zo goed als geen sneeuw, waardoor het skistation er ruig en verlaten bij ligt. De weinige wandelpaden trekken ons niet aan. Het lijkt hier wel een maanlandschap. We rijden daarom verder naar Billingen bij de waterval, voor de uitgestelde 4,5 km wandeling langs de rivier Stor-Foysa.
Bijna heel de afstand wordt een vermoeiende klim. Bij het zicht van het hoogste punt aan de horizon denken we telkens "nu zijn we er". Maar als we daar aankomen ligt er weer een nieuwe helling voor ons. We worden wel rijkelijk beloond voor onze inspanningen. Dit is een van de mooiste tochten van deze reis. De vergezichten zijn wondermooi. Eindpunt is het "Foystonn" meer.
Nu moeten we weer die 4,5 km terug. Afdalen gaat iets vlotter. Halverwege maken we nog een omweg via "Steinenbru". Dit wordt echter zo moeilijk klimmen over al de rotsblokken dat je van een pad niet meer kan spreken.
In de diepte van de afgrond langs ons zien we de enorme waterval. Niet te doen voor mensen met hoogtevrees. Dit omwegje is ook veel verder dan we dachten. We verliezen bovendien ook nog de wegwijzers uit het oog. Hier lopen we nu op en neer op de berg op de verkeerde kant van de ravijn, op zoek naar een brugje...
Na heel wat zoeken staan we om 20u30 terug bij Vroem. De keuken van het restaurant "Comme Chez Vroem" is dicht, want de kok is te moe...
Na een Scandinavisch etentje - Noorse boterhammen en Zweedse muesli - hebben we niets meer nodig, behalve ons bed.
Donkere wolken schuiven dreigend voorbij en nemen buiten alle verwachting de regendruppels mee. Maar niet voor lang... Wanneer we vertrekkensklaar staan voor een aanlokkelijke wandeling rond de waterval, regent het zo hevig dat onze goesting overgaat.
Dit wordt een gelegenheid om onze achterstallige boodschappen in te halen. Dat kan in Stryn, het dichtstbijzijnde stadje.
We rijden tunnel in tunnel uit. En achter iedere tunnel ontvouwt zich een uniek berglandschap het ene al even indrukwekkend als het andere.
Om 15u regent het nog steeds. Tijd voor ons 'plan B" van onder het stof te halen. "Plan B" betekent : wassen. Even buiten Stryn vinden we een camping die we tot onze verrassing voor ons alleen hebben. "Dit jaar valt het wel op", vertelt de uitbater, "we hebben zo goed als geen gasten. Heel Europa, behalve Noorwegen, lijdt onder de crisis. Dus komen enkel nog de Noren hier kamperen. Al de anderen blijven weg: we zijn te duur geworden".
We proppen de wasmachine vol, benieuwd afwachtend wat de droogkast achteraf met het wasgoed gaat doen.
Daar is de zon weer ! Ze brengt de frisse ochtendtemperatuur van 8 graden snel naar een aangename 22 graden.
We beklimmen een wandelpad in een gebied waar in de 17de eeuw koper ontgonnen werd. We vinden bordjes met info als "hier was de schacht, hier werd water verzameld en langs daar naar de mijn geleid", enz... Alles gebeurde handmatig. Wat hebben die mensen ongelofelijk hard moeten werken, in dit steil berggebied en onder barre weersomstandigheden !
Zodra we terug in Vroem zijn begint het te druppelen. Laat het maar regenen. Die droge zonnige wandeling hebben we toch maar gehad.
Even voor Grotli ligt een parking bij een indrukwekkende waterval "Stor Foysa". Er vertrekken ook wandelpaden. Hier blijven we!
Een kudde schapen roept "goede nàààcht!" en wandelt verder het bos in.
Geen ontbijt buiten... het is 12 graden en de regendruppels op Vroem zijn nog niet opgedroogd. Maar de hemel trekt open en maakt alles rondom ons heel kleurrijk.
Nu ontdekken we pas goed waar we zijn... wondermooi !
We rijden de RV27 op die terecht gepromoot wordt als toeristenweg. Tussen Folldal en Ringebu planten we Vroem op de eerste en beste parking voor een dagtocht langs de "Grimse" rivier. We stappen door het bos tot bij de "Fallfossen" waterval.
In de late namiddag rijden we verder door het Nationaal Park Rondane. Boven op een berg, op de grens tussen Hedmark en Oppdal, willen we nog even wandelen en daarna overnachten. Maar de koude fluitende stormwind voelt niet gezellig in hartje zomer. Hier en daar hebben andere campers de zonnige plaatsjes uit de wind al bezet.
We vroemen verder, op zoek naar een beter oord. Dat bevindt zich even voor Otta in een verlaten ski-parking op een zijweg van de Peer Gynt wegen. Hier staan we weer boven op een berg, maar in de zon, en beschermd door een bos met een prachtig zicht op het Gålåvatten meer. Wat mooi !
Het begint te druppelen. Dat mag, we komen nu toch niet meer buiten.
We rijden heel rustig van Grövelsjön naar het Noorse Gutulisjoen. De elanden en rendieren hebben hier voorrang en ze lijken dat te weten. Soms moeten we stoppen en wachten tot mijnheer of mevrouw zin heeft om terug het bos in te gaan.
Het natuurgebied loopt van Zweden door tot in Noorwegen. Dus ook hier kiezen we een wandelpad uit.
Dit wandelpad brengt ons door het bos langs een uitgestrekt meer. Eigenlijk moeten een reeks rotsblokken dit pad voorstellen. Het is moeilijk stappen. We picknicken in een bijna volmaakte stilte. Zelfs het water van het meer vergeet te kabbelen. Af en toe overspoelt ons langzaam een golf van zacht geruis in de bomen, om even onopvallend weer weg te ebben.
De herten lijken zich verwonderd af te vragen wat wij hier komen doen, maar storen zich verder niet.
Het wandelpad stopt bij het begin van het natuurreservaat : "Gutulivallen". Een natuurgebied is een natuurgebied, zegt Noorwegen. Je mag erin, maar je vindt er geen teken of aanwijzing die door de mens is aangebracht.
De weergoden zijn zo vriendelijk om te wachten tot wij weer in Vroem zijn, alvorens zij de ene stortbui na de andere over ons loslaten. Vroem had toch al lang een douche nodig. Nu lijkt het of we door een wasstraat rijden. Aan weerszijden van de weg doemen de mistige schaduwen op van wat de Noorse bergen moeten voorstellen.
Bij een kapelletje op een paar honderd meten van de hoofdweg even voor Einun vinden we een rustig plaatsje om te overnachten.
We ontbijten buiten in de warme ochtendzon. Enkele elanden komen aan het vijvertje drinken en lopen dan verder het bos in.
We wandelen in het natuurreservaat "långfjället", vlakbij het meer Grövelsjön. Het is 27 graden en de warmte voelt wat zwoel. Het frisse windje boven op de berg is heel welkom.
Morgen zullen we de grens met Noorwegen oversteken. Dit land biedt niet de mogelijkheid om voor een tijdelijk verblijf een sim-kaart aan te schaffen. Het enige wat je kan doen is, zoals de bewoners, een jaarabonnement nemen. Dat vinden we te duur voor die paar dagen dat we daar verblijven. Dus moeten we wachten met bloggen tot we of weer in Zweden zijn of plaatselijk wifi kunnen gebruiken.
Indien het weer in Noorwegen tegenvalt zullen we reeds over enkele dagen terug naar Zweden komen. Maar natuurlijk hopen we op een onbeperkte zonnige tijd in de Noorse natuur.
Het natuurgebied Nipfjället is een heuvelachtig gebied dat boven de boomgrens ligt. De zon doet goed haar best om tussen de dreigende wolken door te breken. Het is hier stil, heel stil. De lichte bries kan niet ruisen want er zijn geen bomen. De rendieren laten ons toe om heel dicht bij te komen. Ze blijven geduldig, minutenlang onbeweeglijk staan alsof ze poseren voor de vele foto's die we nemen. Zo kunnen we rustig de ideale belichting en lensopening uitproberen.
Op weg naar Grövelsjön moeten we af en toe vertragen en stoppen. Vooral de jonge elandjes blijven in het midden van de straat staan en kijken verwonderd om zich heen.
We rijden zomaar een zijwegje op waar we kunnen overnachten op de zoveelste idyllische plaats, een open plek in een bos bij een meertje.
Stel je voor, je wordt wakker in Vroem, midden in het bos hartje Zweden, en er komt een hinde met haar jong voorbij gewandeld. Een betere "goede morgen" bestaat toch niet?
We willen afdalen langs het steile pad om bij de rivier te komen. Maar door de regen is dat paadje glibberig geworden. Het lukt echt niet. Goed dat we tijdig in Vroem geraakt zijn, want de hemelsluizen barsten open om een ware zondvloed los te laten. Een gelegenheid om terug naar Idre te rijden, waar we onze blog kunnen bijschrijven.
Op enkele honderden meters van de plaats waar we vannacht geslapen hebben parkeren we Vroem in het bos. Hier staan we dichter bij de rivier. Het is opgehouden met regenen. We stappen over de vochtige aarde naar het kabbelende water, goed ingesmeerd met muggenspray. Buiten stil zitten is er niet bij, want dan komen die kleine beestjes vlijtig rondom ons zoemen om een plaatsje te vinden waar ze nog aan ons kunnen, bijvoorbeeld vlakbij onze ogen en haar. De gezondste exemplaren steken gewoon door onze kleren heen.
Je moet ook maar zo gek zijn om na een fikse regenbui in het Zweedse zompige bos dichtbij het water te willen vertoeven...