Vooraleer de volgende grijze wolkenmassa komt aangelopen, maken we enkele foto's van "onze stoere Vroem in alle omstandigheden".
We rijden helemaal tot in Ödeshög. Heel langzaam merken we dat de regen overgaat in buien, die alsmaar zeldzamer worden.
Er is niemand op de vertrouwde camperplaats aan het Vätternmeer. Plaats zat dus voor ons. Toch verkiezen we "ons" plaatsje waar we onlangs stonden : goed beschut tegen de felle wind die van over het meer waait.
We koesteren ons in 'n avondzon van 21 graden. Wat doet dat deugd !
Onder een prachtige kleurschakering zien we de zon boven het meer langzaam ondergaan.
Het regent geen pijpenstelen. Neen, het regent borstelstelen! Sinds 5 uur vanochtend verandert onze gezellige overnachtingsplaats in een slijkerig terrein. Gelukkig sijpelt het water ongelooflijk goed in de grond, zodat we vlot kunnen wegrijden.
Op de parking van een warenhuis kloppen we de bosgrond uit de vochtige dweilen en matjes. Nu komt onze autostofzuiger goed van pas. We tikken Falun in, in onze gps. We zullen verder rijden tot het opklaart. Er is hier overal genoeg ruimte om buiten te zijn.
Maar het blijft regenen. Dus blijven wij maar rijden. Niets staat ons nu nog in de weg om toe te geven aan ons verlangen naar onze kinderen en kleinkinderen...
Tussen Enviken en Falun stoppen we bij een verlaten skipiste. De omgeving is mooi en er zijn heel wat meren. Maar het regent nog steeds en we hebben geen zin om uit onze droge Vroem te komen.
Voor onze bloglezers maken we toch enkele foto's. Ze tonen hoe wij de omgeving op dit moment waarnemen.
Tussen de dennenbomen, onder een vochtige grijze lucht kan een ochtend somber lijken. Bij 10 graden beseffen we weer hoe comfortabel het voelt om 30 cm hoog, droog en warm, in onze Vroem te zitten. We herinneren ons nog goed hoeveel moed we ooit bij elkaar moesten rapen om bij dit weer in de tent uit onze slaapzak te durven komen...
We rijden de parking op van het Sonfjäll National Park. We moeten toch profiteren van deze, misschien laatste, regenvrije dag? Maar als we naar de lucht kijken hebben we plots geen zin meer om hier te wandelen. Zijn we soms verzadigd van al die natuurparken? Misschien.
We besluiten verder te rijden tot Sveg. Op de wegenkaart lijkt dit een flink stadje waar we zonder inspanning de benen kunnen strekken, alvorens de lange tocht zuidwaarts verder te zetten.
Een wegwijzer naar Lindsell doet ons impulsief afslaan. We belanden in "Lindsellborren Naturreservat". (coördinaten : N 62.13364, O 13.92904) Een groot woord voor een simpel zandwegje dat naar een rieviertje leidt. We volgen hier een bospaadje tot aan een beekje dat te breed is om overheen te springen. Terwijl de muggen opdringerig rondom ons ruiken of onze spray nog niet is uitgewerkt.
We komen niemand tegen en ook op de parking staan we alleen. We ervaren een totale absolute stilte, dit wil zeggen, we horen niets : geen vliegtuig, geen auto, geen vogel, geen bomen die ruisen, windstil... Wat dit met ons doet is moeilijk in woorden uit te drukken.
Wat heb je aan al die bergen Piet, als je droog wil wandelen en je kan het niet...
Het heeft de hele nacht geregend. De weersvoorspellingen zijn al even somber en dat voor zover ze hier kunnen vooruit kijken. Uit ervaring weten we dat de bergpaden veel te glibberig worden om te wandelen. Nu al terug keren naar Zweden? Spijtig !
De Noors-Zweeds grens lokt ons veelbelovend naar zich toe. Het stopt met regenen en we ontdekken zelfs blauwe gaatjes in het wolkendek. Toch hebben ze hier ook niet meer te bieden. Morgen zou het nog droog blijven, daarna ondergaat Zweden hetzelfde lot als buurland Noorwegen.
We stoppen voorbij Hede in een bos, dat onder alle weersomstandigheden zichzelf blijft : sereen en stil.
We nemen de toeristenweg RV 55, om alle wandelingen in te halen die we vorig jaar wegens de regen niet konden doen. In Leierdalen stoppen we om te eten. We zitten midden in een dal met aan weerszijden watervalletjes die in verschillende rivieren uitmonden.
Het bergwater klotst en kabbelt vrolijk in de beddingen. Hier willen we wandelen en blijven slapen!
Deze tolweg begint op 13 km van Leirvåssbu van waaruit nog meer wandelingen vertrekken, die hoog de bergen in gaan.
We twijfelen om die 60kr (8,5) aan de slagboom te betalen. In ruil daarvoor willen we wel iets meer te zien krijgen dan bergtoppen die in de wolken verscholen liggen.
Dus wandelen we eerst wat in het dal, in afwachting tot de hemel opklaart. Maar de wolken komen van overal en trekken steeds meer samen boven ons hoofd. Eerst vallen er enkele druppels, daarna gaat het druppelen over in regen. Tja, dan maar terug naar Vroem. Zodra we vertrekken barst de hel pas goed los.
We overnachten op een fraaie rustige parking langs de RV 27in de buurt van Folldal.
We volgen de RV 258, in Målådalen, een smal kronkelend bergwegje bijna overal zonder vangrails aan de afgrond. Boven op de top van Målådalen is een zomerskioord. Maar afgelopen winter viel er zo goed als geen sneeuw, waardoor het skistation er ruig en verlaten bij ligt. De weinige wandelpaden trekken ons niet aan. Het lijkt hier wel een maanlandschap. We rijden daarom verder naar Billingen bij de waterval, voor de uitgestelde 4,5 km wandeling langs de rivier Stor-Foysa.
Bijna heel de afstand wordt een vermoeiende klim. Bij het zicht van het hoogste punt aan de horizon denken we telkens "nu zijn we er". Maar als we daar aankomen ligt er weer een nieuwe helling voor ons. We worden wel rijkelijk beloond voor onze inspanningen. Dit is een van de mooiste tochten van deze reis. De vergezichten zijn wondermooi. Eindpunt is het "Foystonn" meer.
Nu moeten we weer die 4,5 km terug. Afdalen gaat iets vlotter. Halverwege maken we nog een omweg via "Steinenbru". Dit wordt echter zo moeilijk klimmen over al de rotsblokken dat je van een pad niet meer kan spreken.
In de diepte van de afgrond langs ons zien we de enorme waterval. Niet te doen voor mensen met hoogtevrees. Dit omwegje is ook veel verder dan we dachten. We verliezen bovendien ook nog de wegwijzers uit het oog. Hier lopen we nu op en neer op de berg op de verkeerde kant van de ravijn, op zoek naar een brugje...
Na heel wat zoeken staan we om 20u30 terug bij Vroem. De keuken van het restaurant "Comme Chez Vroem" is dicht, want de kok is te moe...
Na een Scandinavisch etentje - Noorse boterhammen en Zweedse muesli - hebben we niets meer nodig, behalve ons bed.
Donkere wolken schuiven dreigend voorbij en nemen buiten alle verwachting de regendruppels mee. Maar niet voor lang... Wanneer we vertrekkensklaar staan voor een aanlokkelijke wandeling rond de waterval, regent het zo hevig dat onze goesting overgaat.
Dit wordt een gelegenheid om onze achterstallige boodschappen in te halen. Dat kan in Stryn, het dichtstbijzijnde stadje.
We rijden tunnel in tunnel uit. En achter iedere tunnel ontvouwt zich een uniek berglandschap het ene al even indrukwekkend als het andere.
Om 15u regent het nog steeds. Tijd voor ons 'plan B" van onder het stof te halen. "Plan B" betekent : wassen. Even buiten Stryn vinden we een camping die we tot onze verrassing voor ons alleen hebben. "Dit jaar valt het wel op", vertelt de uitbater, "we hebben zo goed als geen gasten. Heel Europa, behalve Noorwegen, lijdt onder de crisis. Dus komen enkel nog de Noren hier kamperen. Al de anderen blijven weg: we zijn te duur geworden".
We proppen de wasmachine vol, benieuwd afwachtend wat de droogkast achteraf met het wasgoed gaat doen.
Daar is de zon weer ! Ze brengt de frisse ochtendtemperatuur van 8 graden snel naar een aangename 22 graden.
We beklimmen een wandelpad in een gebied waar in de 17de eeuw koper ontgonnen werd. We vinden bordjes met info als "hier was de schacht, hier werd water verzameld en langs daar naar de mijn geleid", enz... Alles gebeurde handmatig. Wat hebben die mensen ongelofelijk hard moeten werken, in dit steil berggebied en onder barre weersomstandigheden !
Zodra we terug in Vroem zijn begint het te druppelen. Laat het maar regenen. Die droge zonnige wandeling hebben we toch maar gehad.
Even voor Grotli ligt een parking bij een indrukwekkende waterval "Stor Foysa". Er vertrekken ook wandelpaden. Hier blijven we!
Een kudde schapen roept "goede nàààcht!" en wandelt verder het bos in.
Geen ontbijt buiten... het is 12 graden en de regendruppels op Vroem zijn nog niet opgedroogd. Maar de hemel trekt open en maakt alles rondom ons heel kleurrijk.
Nu ontdekken we pas goed waar we zijn... wondermooi !
We rijden de RV27 op die terecht gepromoot wordt als toeristenweg. Tussen Folldal en Ringebu planten we Vroem op de eerste en beste parking voor een dagtocht langs de "Grimse" rivier. We stappen door het bos tot bij de "Fallfossen" waterval.
In de late namiddag rijden we verder door het Nationaal Park Rondane. Boven op een berg, op de grens tussen Hedmark en Oppdal, willen we nog even wandelen en daarna overnachten. Maar de koude fluitende stormwind voelt niet gezellig in hartje zomer. Hier en daar hebben andere campers de zonnige plaatsjes uit de wind al bezet.
We vroemen verder, op zoek naar een beter oord. Dat bevindt zich even voor Otta in een verlaten ski-parking op een zijweg van de Peer Gynt wegen. Hier staan we weer boven op een berg, maar in de zon, en beschermd door een bos met een prachtig zicht op het Gålåvatten meer. Wat mooi !
Het begint te druppelen. Dat mag, we komen nu toch niet meer buiten.
We rijden heel rustig van Grövelsjön naar het Noorse Gutulisjoen. De elanden en rendieren hebben hier voorrang en ze lijken dat te weten. Soms moeten we stoppen en wachten tot mijnheer of mevrouw zin heeft om terug het bos in te gaan.
Het natuurgebied loopt van Zweden door tot in Noorwegen. Dus ook hier kiezen we een wandelpad uit.
Dit wandelpad brengt ons door het bos langs een uitgestrekt meer. Eigenlijk moeten een reeks rotsblokken dit pad voorstellen. Het is moeilijk stappen. We picknicken in een bijna volmaakte stilte. Zelfs het water van het meer vergeet te kabbelen. Af en toe overspoelt ons langzaam een golf van zacht geruis in de bomen, om even onopvallend weer weg te ebben.
De herten lijken zich verwonderd af te vragen wat wij hier komen doen, maar storen zich verder niet.
Het wandelpad stopt bij het begin van het natuurreservaat : "Gutulivallen". Een natuurgebied is een natuurgebied, zegt Noorwegen. Je mag erin, maar je vindt er geen teken of aanwijzing die door de mens is aangebracht.
De weergoden zijn zo vriendelijk om te wachten tot wij weer in Vroem zijn, alvorens zij de ene stortbui na de andere over ons loslaten. Vroem had toch al lang een douche nodig. Nu lijkt het of we door een wasstraat rijden. Aan weerszijden van de weg doemen de mistige schaduwen op van wat de Noorse bergen moeten voorstellen.
Bij een kapelletje op een paar honderd meten van de hoofdweg even voor Einun vinden we een rustig plaatsje om te overnachten.
We ontbijten buiten in de warme ochtendzon. Enkele elanden komen aan het vijvertje drinken en lopen dan verder het bos in.
We wandelen in het natuurreservaat "långfjället", vlakbij het meer Grövelsjön. Het is 27 graden en de warmte voelt wat zwoel. Het frisse windje boven op de berg is heel welkom.
Morgen zullen we de grens met Noorwegen oversteken. Dit land biedt niet de mogelijkheid om voor een tijdelijk verblijf een sim-kaart aan te schaffen. Het enige wat je kan doen is, zoals de bewoners, een jaarabonnement nemen. Dat vinden we te duur voor die paar dagen dat we daar verblijven. Dus moeten we wachten met bloggen tot we of weer in Zweden zijn of plaatselijk wifi kunnen gebruiken.
Indien het weer in Noorwegen tegenvalt zullen we reeds over enkele dagen terug naar Zweden komen. Maar natuurlijk hopen we op een onbeperkte zonnige tijd in de Noorse natuur.
Het natuurgebied Nipfjället is een heuvelachtig gebied dat boven de boomgrens ligt. De zon doet goed haar best om tussen de dreigende wolken door te breken. Het is hier stil, heel stil. De lichte bries kan niet ruisen want er zijn geen bomen. De rendieren laten ons toe om heel dicht bij te komen. Ze blijven geduldig, minutenlang onbeweeglijk staan alsof ze poseren voor de vele foto's die we nemen. Zo kunnen we rustig de ideale belichting en lensopening uitproberen.
Op weg naar Grövelsjön moeten we af en toe vertragen en stoppen. Vooral de jonge elandjes blijven in het midden van de straat staan en kijken verwonderd om zich heen.
We rijden zomaar een zijwegje op waar we kunnen overnachten op de zoveelste idyllische plaats, een open plek in een bos bij een meertje.
Stel je voor, je wordt wakker in Vroem, midden in het bos hartje Zweden, en er komt een hinde met haar jong voorbij gewandeld. Een betere "goede morgen" bestaat toch niet?
We willen afdalen langs het steile pad om bij de rivier te komen. Maar door de regen is dat paadje glibberig geworden. Het lukt echt niet. Goed dat we tijdig in Vroem geraakt zijn, want de hemelsluizen barsten open om een ware zondvloed los te laten. Een gelegenheid om terug naar Idre te rijden, waar we onze blog kunnen bijschrijven.
Op enkele honderden meters van de plaats waar we vannacht geslapen hebben parkeren we Vroem in het bos. Hier staan we dichter bij de rivier. Het is opgehouden met regenen. We stappen over de vochtige aarde naar het kabbelende water, goed ingesmeerd met muggenspray. Buiten stil zitten is er niet bij, want dan komen die kleine beestjes vlijtig rondom ons zoemen om een plaatsje te vinden waar ze nog aan ons kunnen, bijvoorbeeld vlakbij onze ogen en haar. De gezondste exemplaren steken gewoon door onze kleren heen.
Je moet ook maar zo gek zijn om na een fikse regenbui in het Zweedse zompige bos dichtbij het water te willen vertoeven...
Met veel moeite weerstaan we de aanlokkelijke wandelroutes die op bijna elk zijwegje zijn aangegeven.
We rijden naar Idre, het dichtsbijzijnde stadje waar we eindelijk weer een internetverbinding hebben.
Nu kunnen we ons dagboek van de voorbije dagen weer op het web plaatsen. De verbinding is toch nog zwak en het gaat heel traag. We tanken en doen een nieuwe voorraad boodschappen in.
Helemaal aan het het begin van het Nipfjället Natuurpark, nog voor we op de parking zijn, doemt het bordje : "kamperen verboden", al op. We moeten dus een slaapplaats zoeken en kunnen ons pas morgenochtend begeven naar het natuurgebied waar we willen wandelen.
We stoppen in een bos tussen Idre en Foskros, bij de Grövlan rivier. We moeten de rest van de avond wel in Vroem doorbrengen, want het is beginnen regenen.
Een goede gelegenheid om alle brochures die we onderweg verzameld hebben rustig door te nemen. Vanaf donderdag wordt beter weer voorspeld. We kunnen dus weer plannen maken.
Wat een verrassing, de zon is terug! Het is opnieuw warm genoeg om buiten op de bank te ontbijten.
We volgen een wandeling naar de "Njupskärs Vattenfal", de hoogste waterval van Zweden, zoals in de folder beweerd wordt. Klinkt attractief genoeg om jan en alleman die in de buurt reist hier naartoe te lokken. Alles is voorzien. Een "Naturum" met info in klank en beeld, een restaurantje en een enorme parking waar je niet mag overnachten, vermoedelijk omdat er sinds vorig jaar in de buurt een camping is bijgekomen. De houten bruggetjes, die ons door het moeras en over de rotsen tot vlakbij de waterval brengen, doen kunstmatig aan. Maar het is de enige manier om dit prachtig natuurfenomeen van dichtbij te bewonderen.
Even voor Störbäcken bezoeken we een van de natuurgebieden rond het Fulufjället Nationaal Park. Ze staan niet vermeld in folders en de richtingsborden vallen amper op vanop de weg. Het wordt wat uitkijken om op het pad te blijven. Geen comfortabele plankjes over de modder en de beekjes, maar we zijn opnieuw alleen met de natuur.
De kleine parking valt evenmin op en de nabijgelegen camping vond het niet nodig om het overnachten ook hier te verbieden. De keuze voor onze volgende slaapplaats wordt meteen gemaakt.
Tot nu toe koelt het 's nachts genoeg af, wat aangenaam is om te slapen.
Vandaag ontdekken we het oudste deel van het "Hamra Nationaal Park". In vele Zweedse natuurgebieden werd er in de jaren 1800 en 1900 houtskool vervaardigd. Huvudentrèn is echter als een eiland, omringd door moeras, plassen en meren. Tot hier kon niemand geraken. Dus is de natuur hier letterlijk "ongerept".
"Wat een ravage!", is de eerste indruk die je krijgt als je dit gebied binnenwandelt. Het bos is bezaaid met omgevallen bomen in alle stadia van vergankelijkheid. Het is moeilijk stappen over de dikke wortels van de vijfhonderdjarige dikke bomen. Naast kleurrijke mossen en paddestoelen vinden we ook boslelietjes.
Het volgende Nationaal Park dat we willen bezoeken, Fulufjället, ligt in Harjedalen bij de Noorse grens. Donkere wolken doemen op in de verte, net de richting waar we naartoe rijden. Het duurt niet lang of we zitten middenin een uitgebreide stortbui. De plekjes van dode insecten op de voorruit worden meteen grondig weggespoeld.
Enkele kilometer voor Mörkret, op de "Ugglan Utsiktplats", stoppen we om te overnachten. Het is miezerig. Het berglandschap oogt wazig in de dichte nevel.
Onze volgende wandeling, "Svartåtrèn", loopt langs vijverjes en beekjes met watervallen. De zon zorgt voor de schittering van het stromend water en voor de weerspiegeling van het stilstaand water in de vijvers.
We kunnen niet meer stoppen met fotograferen. Elke centimeter willen we vastleggen. Omdat we technisch niet meer dan 9 foto's op onze blog kunnen plaatsen, besluiten we deze dag in twee te verdelen. Dan nog is het moeilijk om te kiezen uit de meer dan honderd beelden.
De avond bij het knetterend vuur, met op de achtergrond het geluid van het watervalletje, kan niet meer stuk.
Dank U zon, dat je met ons meereist! Alweer koffie en ontbijt buiten bij een temperatuur van 23 graden. Alsof dit mooie terrasje op ons zat te wachten...
We volgen het wandelpad " Myrentrén" door het bos en, via zorgvuldig houten paadjes, over het moeras. Volgens de folder zijn de vele plassen en vijvers ideale broedplaatsen voor muggen. Bij 28 tot 30 graden hadden we hele zwermen verwacht maar het valt goed mee. Behalve als je onbeweeglijk blijft staan om een foto te nemen, dan komen ze je plagen.
Het hele gebied straalt een serene sfeer uit. Het is wel een gebied met de grootste populatie bruine beren van heel Zweden... jammer maar we hebben er geen gezien. Nelly wel, maar die beer noemt ze "Bolke" en het lijkt bovendien een lieve beer te zijn .
Met de droogrek die achter Vroem kan aanhangen, kunnen we natuurlijk niet wegrijden. Maar René ontdekt dat het rekje net past tussen de kastjes boven het bed. Niemand die ons voorbij ziet rijden kan vermoeden hoe het er bij ons vanbinnen uitziet... .
We rijden uren met als uitzicht bos, bos en nog eens bos. Eindelijk komen we aan in Hamra, waar het gelijknamige Nationaal Park staat aangegeven. Dan volgt nog een klein uur langzaam vroemen, over een zandweg, door - jawel - alweer niets dan bos. Wanneer we er zeker van zijn dat we verdwaald zijn zien we plots een bordje met een "P".
Het ietwat bredere deel van de weg moet een parking voorstellen. Ertegenover vinden we een nisje met alle info over wandelingen, dier- en plantensoorten.
Er is een terrassje met houten tafels en banken. Het brandhout ligt netjes opgestapeld om vuur te maken en te grillen. De foto's komen weer uit onze voorraad. Behalve dan "de enige echte" van vandaag.
Het wordt weer puur genieten : koffie en ontbijt midden in de ongerepte natuur. Zelfs de volgels luisteren in stilte naar het ruisen van de zachte wind.
"Hé, ik hoor Nederlands praten", begroet een dame ons in een warenhuis. "Ik ben Zweedse en heb in Olen (tussen Geel en Hereltals) gewoond." Na 3 jaar wilde ze terug naar Zweden : ze miste de ruimte en de meren. "Overal druk, druk", vervolgt ze, "en wat een gedoe als we even wat boodschappen willen doen in Herentals. Je staat meteen in de file. Wij vinden het leven hier gewoon even duur als in België, zeker niet duurder. Maar een huis vind je hier voor een lagere prijs. Dat scheelt al heel wat." Binnenkort gaan ze de familie van haar echtgenoot bezoeken. En het was haar man die erop drukte : we blijven één weekend, niet langer. Want langer kan ik het daar niet meer uithouden." Hij mist dan ook helemaal niets meer in zijn geboorteland: zijn fritketel heeft hij meegenomen...
In de vooravond rijden we naar een camping in Glaskogen, Arvika. Er staat een wasautomaat voor een honderdtal vakantiegangers. Toch hopen we nog deze avond nog 3 machines te wassen en te drogen in de droogkast, zodat we morgenochtend kunnen verderrijden naar het natuurreservaat bij Hamra. We hebben geluk : de automaat is vrij. Maar de droogkast lijdt blijkbaar aan burnout. We steken nog eens 10 kronen bij voor het drogen maar het resultaat blijft hetzelfde : niet kletsnat maar verre van droog. Zo kan het niet in de kast.
Rond 00u30 ploffen we de derde loodzware tas met natte was in Vroem. We zijn te moe om nu nog iets te ondernemen. We laten de waszakken staan zoals ze zijn en kruipen onder de wol. De nacht zal wel raad brengen.