De laatste slierten ochtendmist hangen nog boven de Schelde als ik in het centrum van Lillo aankom en de parking oprij. Een paar meters verder ligt de plek waar het verzamelen geblazen is voor iedereen die meewerkt aan Zot van A, de jongste film van Jan Verheyen. Assistenten met walkie talkie in aanslag proberen alles in goede banen te leiden. En dat is niet zon eenvoudige klus: jong en oud, blank en gekleurd, mannen en vrouwen, coiffeurs en lesbos moeten zich één na één aanmelden en worden dan doorverwezen naar het café. Sommigen steken al in feestelijk lange kleren en strak zittende pakken, klaar om voor de camera te paraderen, anderen hebben hun jeans en anorak nog aan en slepen de halve inhoud van hun garderobe achter zich aan in koffers op wieltjes. De meest opgemerkte groep bestaat uit een handvol middeleeuwers. Stoere binken met baarden en snorren en zwaarden en hoofddeksels met pluimen; vrouwen met lange rokken en mantels en witte kappen. Of ze zich van film hebben vergist, zal pas later met zekerheid blijken.
Het is geleden van mijn middelbare schooltijd dat ik figurant was in de musical Sneeuwwitje, waar ik het volksgemompel mocht uitbeelden. Niet bepaald een rol waarmee je zelfs ook maar de shortlist voor de Oscars haalt, maar op die leeftijd ben je al blij dat je ook eens aan de andere kant van de orkestbak mag staan. Gezeten tussen lotgenoten die koffie met sloten door hun keelgat gieten om het ochtendlijke uur te verdrinken, geef ik mijn ogen de kost. Het café doet geen moeite om te verbergen dat de tijd er heeft stilgestaan. Omgebouwde biervaten, aangevuld met krukjes, tafels en stoelen uit de jaren stillekens doen dienst als meubilair. Een ouderwetse stoof met daarop de obligate waterketel en een kamerplant die snakt naar palliatieve zorgen maken het decor compleet. Van op het terras heb je een onbelemmerd uitzicht op een modderpoel met enkele vastgelopen bootjes, al twijfel ik er niet aan dat de toeristische dienst dit tafereel zal omschrijven als een pittoreske jachthaven.
Het gemijmer wordt onderbroken door de figuratieregisseur zo heet dat in dat wereldje die komt melden dat iedereen zich mag omkleden, voor zover dat nog nodig is. Mannen gaan zonder veel omhaal met de billen bloot om een andere broek aan te schieten, maar bij het andere geslacht verschijnen hier en daar toch preutse vraagtekens in de ogen. Pas als ze zeker zijn dat dit geen aanloop is naar een orgie, gaan de truitjes vliegensvlug omhoog en de rokken naar beneden. Enkel een paar diehards trekken zich terug in de toiletten voor hun metamorfose.
En dan breekt het grote moment aan. Als een troep ganzen trekken we naar de kerk, waggelend over de oneffen bestrating en snaterend dat het een lieve lust is. Nu kan het nog. Straks, onder de zalvende oogopslag van de madonna en de gepijnigde blik van de Messias aan het kruis, is dat minder evident. Jan Verheyen staat ons op te wachten. Is dat een aureool boven zijn kruin of zijn het de zonnestralen die door de glasraam naar binnen dwarrelen? Whatever. In zijn eigen sympathieke stijl heet hij ons welkom en brengt hij in herinnering wat mag en wat absoluut niet kan. In de camera kijken bijvoorbeeld, is not done. Net zomin als je gsm laten rinkelen. Als dat gebeurt, moet je de hele ploeg op champagne trakteren. En dat zijn er een hoop, lacht hij. Zijn woorden zijn nog niet koud, of er rinkelt een gsm. Het blijkt die van de figuratieregisseur te zijn.
De rest van het verhaal valt onder de noemer vertrouwelijk. Uit mijn mond zul je niet vernemen wat er die dag gefilmd werd. Uit mijn pen evenmin. Afspraak in de bioscoop vanaf 20 oktober.
Sedert mijn boek 'Seks' enkele dagen geleden werd uitgebracht, raast de mediatrein onverminderd verder.
Vandaag 19 september 2009 wordt het boek op een dubbele pagina (blz. 16-17) voorgesteld in Gazet van Antwerpen. Ook in Het Belang van Limburg krijgt het ruime redactionele aandacht.
En er is nog meer goed nieuws: in hun weekendeditie drukken beide kranten een bon af waarmee je bij de Standaard Boekhandel een korting van 6 euro krijgt. Die bon is maar geldig zolang de voorraad strekt. Er op tijd bij zijn is dus de boodschap.
Deze keer is er echt
groot nieuws om mee uit te pakken. Ik heb het lang moeten stil houden, want ik
was gebonden door mijn zwijgplicht. En als ik iets beloof, dan hou ik ook mijn
woord. Maar intussen zat ik wel te popelen om een tip van de sluier op te lichten.
Waarover gaat het?
Vanaf nu ligt mijn boek in de boekwinkels. Dus als je in de eerstkomende dagen
in de Standaard Boekhandel of de Fnac of de Carrefour komt, kijk dan eens uit
naar Seks 24 BVs over erotiek, porno, SM en meer. Of ga eens kijken op de website van
Lampedaire Uitgevers. En vergeet vooral niet mijn biografie aan te klikken.
Seks is een
verzameling interviews met Bekende Vlamingen over dingen die soms net over de
grens gaan van wat in onze samenleving als geoorloofd wordt beschouwd. Sommige
passages zijn onthullend, andere verhalen zijn bij momenten hilarisch, wat
bewijst dat erotiek niet altijd met een doodernstig gezicht en rode oortjes
moet worden benaderd.
De voorgeschiedenis
van het boek is al even boeiend als de inhoud. Enkele maanden geleden had ik
een gesprek met Gerd de Ley, de citatenkeizer. Tijdens dat onderonsje liet ik
mij ontvallen dat ik bijna klaar was met mijn nieuw boek. Waarop Gerd
suggereerde om het eerst eens aan Valerie Lempereur van Lampedaire Uitgevers te
laten lezen. Thuis gekomen ging ik onmiddellijk googelen naar de website van de
uitgeverij. Wat ik daar las over de filosofie van deze jonge uitgeverij
intrigeerde mij wel. Daarna raakte alles in een stroomversnelling: ik stuurde
het manuscript per e-mail door, kreeg prompt een telefonische reactie van
Valerie en een week later mocht ik mijn handtekening onder het contract zetten.
Maar van dan af moest ik de kiezen op elkaar houden. Het grote nieuws zou pas
in de loop van september worden aangekondigd.
Intussen werd
alles in gereedheid gebracht om het boek uit te brengen. De tekst werd in een
mooi, duidelijk lettertype gezet, de lay-out werd vakkundig uitgewerkt, de
stijlvolle fotos werden toegevoegd. Oorspronkelijk had ik wel een andere titel
in mijn hoofd, maar ik liet me overhalen om in te gaan op de suggestie van de
uitgeverij en voor Seks te kiezen.
Nauwelijks was het
nieuws over de lancering bekend geraakt, of ik werd overstelpt met
interviewaanvragen. En als journalist kan ik toch moeilijk mijn collegas in de
kou laten staan. Ook op de Antwerpse Boekenbeurs (31 oktober tot 11 november 2009) zak ik aanwezig
zijn om mijn boek te signeren. Allen daarheen!
Wie dacht dat de onfrisse verhalen bij Fortis alleen
rond buitensporige bonussen draaien, heeft het verkeerd voor. Lees en huiver!
We schrijven oktober 2008 als een klant laten we
hem Wim noemen zich zorgen begint te maken. Jaren geleden heeft hij een
levensverzekering afgesloten om zo zijn pensioen een beetje aan te vullen. De
laatste jaren zijn de premies echter fors gestegen onbegrijpelijk fors naar
de mening van Wim. Als de premie plots verdubbeld wordt, schrijft hij naar
Fortis om uitleg. Die krijgt hij ook: het heeft allemaal te maken met de
indexatie. Maar hoe de premie berekend wordt, daarover laat Fortis niets los.
Wim wil er meer over weten en stapt met zijn polis naar het bankagentschap in
zijn buurt. Daarmee volgt hij de raad op die op de website van Fortis wordt
gegeven: "Uw kantoordirecteur of adviseur is uw
vertrouwenspersoon. Logisch dat u uw vraag of probleem allereerst aan hem of
haar voorlegt.
En ja hoor, na amper enkele dagen krijgt
hij een e-mail van zijn agentschap. De verantwoordelijke heeft overleg gepleegd
met de dossierbeheerder in Brussel en bevestigt dat Wim de betaling van zijn
premies kan stopzetten. Op welk eindkapitaal hij dan recht heeft, wordt klaar
en duidelijk in de e-mail vermeld. Voor alle zekerheid belt Wim nog eens met
het agentschap en stuurt aansluitend een e-mail dat hij met de gewijzigde
voorwaarden instemt. En of Fortis hem alstublieft een aangepaste polis kan
bezorgen?
Die polisaanpassing laat op zich wachten,
maar Wim maakt zich daarover geen zorgen, want alles staat toch al op papier.
Na drie maanden valt de langverwachte polis in zijn bus, maar de bedragen
liggen plots meer dan 5.000 euro lager dan wat hem was voorgespiegeld.
Vergissing, denkt Wim, en hij stuurt een mailtje naar de dossierbeheerder. Geen
vergissing, antwoordt die, want er moet rekening gehouden worden met de
reductieregel. Wim wil dan wel eens weten waar het verschil met de cijfers van
het lokale agentschap vandaan komt, maar daarop komt geen antwoord.
Ten einde raad belt Wim weer naar zijn
contactpersoon bij het lokale agentschap. Die toont zich zeer verwonderd over
de gang van zaken en informeert of Wim toch nog niets getekend heeft. En of hij
het volledige dossier nog eens naar haar wil doorsturen?
In de daaropvolgende weken blijft het
oorverdovend stil. Navraag per e-mail blijft onbeantwoord, telefonisch is de
contactpersoon al evenmin te bereiken. Maar Wim geeft niet op. Na vier weken
krijgt hij de dame eindelijk aan de lijn. Ze vertelt hem doodleuk dat ze hem
zes maand geleden verkeerde informatie heeft verstrekt.
Wim besluit dan maar klacht in te dienen
bij de ombudsdienst van Fortis. En dan begint het wachten opnieuw. Na meer dan
twee maanden komt er eindelijk een reactie. Zijn klacht wordt afgewezen, onder
meer omdat Wim zelf had moeten controleren of zijn bankagentschap hem de juiste
informatie gaf. De fout ligt dus niet bij Fortis, maar bij de klant. Het
verstrekken van foute gegevens door de bank, het negeren van geschreven
bewijsstukken, het gebrek aan interne communicatie, het verwaarlozen van de
communicatieplicht tegenover de klant, de buitensporig lange wachttijden, de
financiële gevolgen die de klant moet slikken: het wordt allemaal van tafel
geveegd. Fortis intussen omgedoopt tot AG Insurance - waant zich voor niets
aansprakelijk. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn.
Als ik ergens buiten optreed met de Bembem Band, zoals vorig jaar in Middelburg, kan er wel iets fout gaan. Toen we daar aankwamen, regende het pijpenstelen. Er was geen kat op het marktplein, alleen op de terrassen onder de luifels zat het vol. De organisatoren zeiden: Als het goed weer is, komen hier gemakkelijk 8 à 9.000 mensen. Vijf minuten voor wij moesten optreden, stopte het met regenen en trok de hemel open. Het marktplein liep vol, maar ik zat nog backstage te wachten tot het mijn beurt was. Tegen de tijd dat ik als Piet Piraat een paar nummertjes moest zingen, kon je over de koppen lopen. Dat gaf echt een kick. Ik dacht: Als er hierboven iemand is: dank u wel!
Tijdens een show in de Grenslandhallen in Hasselt speelde Ben Van Hoof Groenbaard, helemaal in het groen gekleed, in een chique kostuum. Hij moest van tussen het publiek naar het podium komen met een ooglapje op. Toen hij met een luid Hahaha! opkwam, was hij vergeten zijn ooglapje omlaag te doen. Hij kwam recht naar mij en zei zijn tekst, terwijl ik stond te grijnzen. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat mijn collega-acteurs het in hun broek deden van het lachen. Op het einde van mijn repliek sloeg ik zijn ooglapje dicht. Dat zijn toffe momenten die je niet zo gauw vergeet.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-juni 2009.
Als ik bepaalde films zie of boeken lees waarin geweld wordt gebruikt door gewetenloze mensen, door koelbloedige moordenaars, dan boezemt mij dat angst in. In Platform van Michel Houellebecq staat een passage over een verkrachting in een metrostation. Iedereen staat erop te kijken, maar niemand doet iets. Dan kan ik me inleven in dat slachtoffer dat zo weerloos is. Er is ooit een vrouw op de autostrade vermoord, terwijl duizenden mensen voorbijreden. Niemand heeft haar kunnen redden. Dat maakt mij bang. Ik heb het nog nooit meegemaakt, maar dat is één van de grootste angsten die ik heb. Een James Bond-film kan me niet schelen, daar zie ik de fictie van afdruipen. Maar van realistisch geweld word ik fysiek onwel. Ik kan ook niet tegen mensen die mij belemmeren of in het nauw drijven.
Als er in mijn leven dramatische dingen zijn gebeurd, had ik wel het gevoel dat ik er goed van afgekomen was. Daardoor bleven er geen traumas over, want als je daarin blijft zitten, heb je geen leven meer. Ik begrijp wel dat sommige mensen fobieën hebben voor beesten, voor open ruimten, voor eten -, maar angst is voor mij altijd een uitdaging waar je moet tegen ingaan. Soms maakt mij dat kwaad en zou ik mensen een schop onder hun gat willen geven. Ik zou een slechte therapeut zijn. (lacht)
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2009.
Vanuit Jeruzalem trokken we naar Bethlehem, Gaza, Golan, tot aan de Egyptische grens. We babbelden zoveel mogelijk met de mensen en ik noteerde alles in een boekje, tot zelfs de prijs van een brood.
De eerste dag liepen we s avonds op straat en kwamen er jonge mensen naar ons toe. Eigenlijk mochten ze niet met ons gezien worden, dus als er een patrouille kwam, stoven ze weg. Op een bepaald moment zag ik ze om een of andere reden voor mijn neus ineenslaan. Misschien hadden ze iets beledigends naar een patrouille geroepen, ik weet het niet. Maar als je bedenkt dat ik ben opgegroeid zonder televisie, begrijp je dat ik daar absoluut niet immuun voor was. Ik had heel veel moeite om niet tussenbeide te komen. Onze gids zei: Als je nu gaat, heeft die mens een heel zwaar probleem, want hij mag niet met buitenlanders praten. Dat was mijn eerste ervaring als negentienjarige.
Op dat ogenblik waren de universiteiten verboden voor de Palestijnen, dus moesten we ondergronds gaan praten. Ik vroeg me af: waarmee zijn we bezig? We zijn een generatie aan het kweken die geen onderwijs heeft gekregen en dus extreem wordt. Dat bepaalt ook mijn blik op het huidige conflict. Toen al ontmoette ik jongeren van mijn leeftijd die allemaal familieleden hadden verloren. Je voelde de verbittering.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart 2009.
We willen alles, we kunnen alles, we mogen alles, we hebben alles. Dat is leuk, maar het geeft veel stress. Vroeger hadden we geen gsm. Dat was misschien niet handig, want je kon mij niet overal opbellen, maar je moest hem ook niet meenemen, hij moest niet opgeladen worden, het abonnement moest niet betaald worden of de kaart was niet op. Vroeger was er geen geld om je zoon naar de pianoles te sturen, maar je moest ook niet met je vrouw op de parking van de Colruyt afspreken om de jongen van de ene auto in de andere te laten overstappen. Je had niet eens twee autos.
We proberen allemaal te leven zoals in de reclamespots. We hebben een poetsvrouw wat ook al stress geeft om er een te vinden en te houden -, maar we proberen ons de levensstijl aan te meten van Brideshead Revisited, van rijken die ook een huishoudster en een kokkin en een chauffeur hadden. Met kerstmis proberen we een banket met zes gangen te houden voor twaalf mensen, maar we moeten wel alles zelf doen: zelf naar de winkel rijden, zelf een parkeerplaats zoeken, zelf inkopen doen. We proberen te leven zoals in een reclamespot, waar het huis altijd proper is, waar de kinderen nooit ziek zijn, waar een auto altijd op verkeersvrije wegen rijdt en nooit naar de keuring moet of moet gaan tanken. Dat klopt gewoon niet.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Er zijn wel goede waarden in het geloof, maar mij gaat het vooral om de indoctrinatie, om het systeem dat gehanteerd wordt. Dat vind ik verwerpelijk. En dan zijn er nog de verschrikkelijke randverschijnselen, zoals priesters die zich schuldig maken aan pedofilie, allemaal onder het alziend oog van God. Het is gemakkelijk om te zeggen: je mag alles doen wat je wil; als je gaat biechten en drie onzevaders en drie weesgegroetjes bidt, kun je opnieuw beginnen. Dat is goed gezien van die mannen.
In de Renaissance is het wereldbeeld veranderd: God stond niet meer centraal in deze wereld en de macht van de Kerk was aan het tanen. Toen hebben ze de aflaten uitgevonden. Stel je voor dat er vandaag iemand opstaat om op die manier de economische crisis op te lossen, dat zou geweldig zijn.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
"Seks en religie hebben dit gemeen, dat ze voor de meeste mensen belangrijk zijn; daarom leiden ze tot goede en slechte dingen. Liefde leidt tot zelfgave, maar ook tot moord. Religie kan leiden tot spirituele verdieping en medemenselijkheid, maar ook tot fundamentalisme en terreur. Sommige mensen vinden dat godsdienst alleen maar leidt tot oorlog en dus moet afgeschaft worden, maar dan moeten we ook liefde en seks afschaffen. Alles wat waardevol is, is gevaarlijk, maar je moet er goed mee leren omgaan. Als je alle gevaarlijke dingen uitschakelt, leid je een vegetatief bestaan dat onder het niveau blijft van wat een mens aankan.
Geluk is een levenshouding die je langzaam verwerft. Geluk kan zijn: je keihard inzetten voor iets dat je relatief vindt. Kunnen leven met vragen die onopgelost zijn en daar zelfs genot in vinden. Jezelf overgeven aan iets dat groter is dan jezelf, maar zonder in het leven altijd onder de lat te kruipen. Het is altijd trial and error and accidental success. Ook dat zou de religie moeten leren: dat je dat doel nooit kan bereiken zonder uit de bocht te gaan, zonder brokken te maken. Ze werkt met morele regels die zeggen dat alles perfect moet zijn, dat je bijvoorbeeld alleen seks mag hebben als er ware liefde is. Dat kun je als een levenshouding zien tegen het einde van je bestaan, maar dat kun je onmogelijk eisen van de finalisten van Miss Belgian Beauty."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van december 2008.
Acteurs vormen een subcultuur die zichzelf in stand houdt, zeker in Vlaanderen. Ze maken deel uit van een brotherhood. Als je daar buiten treedt, werd je - vroeger meer dan nu - raar bekeken. Peter is niet goed bezig, zei men toen ik tv ging doen of in een soap ging spelen of in een café ging helpen. Ook Help, mijn man is een klusser op VT4 is een fout programma. Dat is not done.
Je hebt allemaal kliekjes: die van Humo, die van Dag Allemaal, die van Woestijnvis, die van Endemol, die van VTM, die van Canvas, die van Eén. In een normaal land zijn er geen kliekjes. Jack Nicholson is nu een heel gerenommeerd acteur, maar komt uit de soap. Paul Newman heeft veertig jaar van zijn leven vinaigrette verkocht. In Amerika maakt men zich daar niet druk over. Dat is normaal. Maar hier moet een theateracteur in het theater spelen. Ik heb daar een heel andere kijk op. Voor mij is theater niet heilig. Ik doe het vak graag en probeer er het maximum uit te halen, maar ik zou ook graag in een film van Jan Verheyen meespelen. Alleen word ik niet gevraagd. Tja, dan moet je andere dingen doen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
Ik ben echt niet verwend door mijn ouders en daar ben ik ze dankvoor voor. Als we één taartje over hadden, moest ik het met mama en papa delen. Mijn ouders waren ook zeker niet rijk, hoewel ik dat nooit ervaren heb. Maar nu denk ik soms: als er iets met mijn ouders gebeurt, ben ik alleen. Kan ik wel voor mijn ouders zorgen zeker toen ik in Duitsland woonde - als er iets zou gebeuren? Daarom ben ik blij dat ze in Sluis in een kleine dorpsgemeenschap wonen, waar iedereen elkaar kent. Daar worden ze beter door de buren opgevangen dan in een grote stad.
Ik heb nog nooit een rol aangenomen voor het geld, maar alleen omdat hij interessant was. Met een kind heb je natuurlijk een andere verantwoordelijkheid, maar toch wil ik vooral voor de rollen kunnen gaan. In Duitsland is het fijn om te werken. Ze hebben een heel andere benadering van het vak. Daar ben je echt een kunstenaar. Iedereen wordt er met veel respect behandeld, of je nu de hoofdrol speelt of niet. Soms overdrijven ze een beetje, als ik heel de tijd met Frau Boerdam wordt aangesproken. Dan denk ik: doe maar normaal, ik ben gewoon Maike!
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van november-december 2008.
In De Kavijaks heeft regisseur Stijn Coninx met mij overlegd wat ik zag zitten. Het was de bedoeling dat ik mijn nachtjapon in bed zittende half zou aandoen, met het deken tot hier zodat er niks zou te zien zijn. Als ik rechtstond, zou hij verder over mij vallen en zou ik weglopen. Alles lag klaar, met de mouwtjes geplooid, zodat ik er maar had in te glippen. Maar het was zon gedoe! Ik kreeg de nachtjapon niet aan. Het moest allemaal in een vloeiende beweging gebeuren, want de camera volgde mij. Het was zo lastig, dat ik uiteindelijk tegen Stijn zei: Weet je wat? Ik spring gewoon uit het bed en zal hem later wel aandoen.
Thuis deden wij nooit de deur van de badkamer op slot. Iedereen liep gewoon binnen en buiten. Schroom heb ik dus nooit gehad, zeker niet als je op de toneelacademie sportles hebt gehad en iedereen zich onder de douche stond te wassen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-november 2008.
Gisteravond ging bij mij thuis de bel. Er stond een vriendelijke jongen voor de deur: piekjeshaar, piercings en een petje met grote klep. Ik schatte hem zeventien, achttien jaar. Aan de rand van de stoep zag ik zijn brommer geparkeerd staan. Goeie avond, meneer, uw pizza, zei hij terwijl hij een kartonnen doos voor zich hield. Maar ik heb helemaal geen pizza besteld, opperde ik. Uw pizza, meneer, herhaalde hij nadrukkelijk, deze keer met een samenzweerderige knipoog. Hij is al betaald, fluisterde hij nog. Een pizza? Al betaald? Ik begon het door te krijgen. Ik nam de doos in ontvangst en hij verdween in de duisternis.
Ik opende het karton heel voorzichtig en jawel, er stak geen Italiaanse hap in, maar een brief. Het was verdorie al de vierde keer in tien dagen tijd dat iemand mij op een stiekeme manier probeerde te contacteren. Er was al een koerier met een dringende zending langs geweest, een duivenmelker met een blauwe geschelpte die een briefje aan haar poot droeg en een kerstman in vol ornaat, hoewel dat feest nog lang niet in zicht is. Allemaal hadden ze een confidentiële boodschap voor mij.
Nog voor ik de pizzabrief opende, wist ik dus al wat er zou instaan. Het zou een smeekbede zijn van een of andere pief uit de financiële wereld die mij er op zeemzoete wijze probeerde toe te bewegen om hem uit de nood te helpen. Postjes op het hoogste niveau werden mij aangeboden, riante vergoedingen, gouden parachutes, bonussen met meer nullen dan er in de Raad van Bestuur zitten, een privé-jet, een bankrekening in een exotisch belastingparadijs, een kasteel aan de Loire met wijnkelders vol Château Petrus, een bloedmooie babe die de klok rond ter beschikking zou staan om al mijn wensen te vervullen. Bij dat laatste moest ik de vette knipoog er zelf maar bij verzinnen.
Eén van de brieven beloofde mij zelfs een levenslange voorraad van mijn favoriete choco, terwijl enig speurwerk zou hebben uitgewezen dat mijn broodbeleg uitsluitend uit kersenconfituur bestaat.
Een mens zou van minder met zijn hoofd in de wolken gaan lopen, maar ik wil voor eens en voor altijd duidelijk stellen: ik ben journalist, geen gewetenloze geldwolf. Als de banken vandaag in de problemen zitten, is dat hun eigen stomme schuld. Alle verlokkelijke aanbiedingen kunnen mij gestolen worden. Hoewel gestolen misschien niet het gepaste woord is, want dat is de afgelopen weken op nooit geziene schaal gebeurd.
Geen enkele verleiding weegt op tegen s avonds relaxen met mijn pantoffels aan en een glaasje champagne in de hand, overpeinzend hoe mooi het leven soms kan zijn. Compris?
"Op de begrafenis van André Hazes stond ik alleen maar te janken. Ik kende André uit de tijd van Ellen, zijn tweede vrouw. Op die begrafenis kwamen heel veel flashbacks terug. Toen ik pas was doorgebroken met Ciske de Rat heeft hij tegen mijn moeder gezegd dat hij mij een contract wou aanbieden voor Melvin Producties. Mijn moeder zei: Waarom zou hij een contract tekenen? Ik wil geen contract.
André zag wat in mij. Hij kwam op mijn verjaardag, samen met Harry Slinger van de popgroep Drukwerk. Ik kwam op zijn woonboot en herinner me nog dat zijn zoon Melvin pas was geboren. Ik ging met André naar optredens. Hij was ook een horecaman, een gezelligheidsmens.
Hij veranderde toen hij een andere vrouw leerde kennen. Toen hij doodging, heeft Ellen een jaar daarna zelfmoord gepleegd."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van september-oktober 2008.
Ik krijg soms van heel lieve mensen te horen: Wat jij doet in het Fakkeltheater, moet zo goed zijn. Dan zeg ik: Wat je hebt gelezen is geen recensie, maar de promotekst. En die heb ik zelf geschreven. De mensen kennen vaak niet eens het verschil. Je moet ze zachtjes opvoeden.
Weet je dat jonge mensen nog zo slecht het alfabet kennen dat ze het moeilijk hebben om iets op te zoeken in een woordenboek? We hebben allemaal een gsm waarin alle nummers zitten, zodat we er geen meer uit ons hoofd kennen. We hebben een gps zodat we geen kaart meer kunnen lezen. We googelen, dus moeten we geen boek meer lezen. En als we 40 zijn, verkopen ze ons een geheugentrainer die ons vertelt wat onze mentale leeftijd is. Probeer dan toch liever te onthouden wat je boodschappen kosten. Of doe aan hoofdrekenen. Of probeer je telefoonnummers te onthouden. Of zoek zelf je weg met een kaart. Maar dat is niet tof, want dan kunnen ze ons die gadgets niet meer verkopen. En ze moeten ons bang maken met onze mentale leeftijd, want een vrouw van 50 wil geen 50 meer zijn, maar 18.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.
Vertel mij eens hoe SS-ers met Gott mit uns op hun riem of moslimextremisten of Israëlische soldaten s avonds in hun bed kruipen en tegenover hun god verantwoorden wat ze hebben gedaan? Je hebt ons zonnestelsel, dan de melkweg die onschatbaar groot is en samengesteld uit miljarden sterren, met daarbuiten nog andere melkwegen. Dat wil zeggen dat er miljarden zonnen zijn waarrond nog eens planeten draaien. Stel dat iemand dat allemaal heeft gemaakt, dan zeg ik: chapeau! Maar wie ben ik om te denken dat hij het kwalijk zal nemen als ik een keer vloek? Hij zal wel andere dingen te doen hebben dan wakker te liggen van wat dat stofje, dat zakje vel met bloed en botten doet. Als je zegt dat God je zal straffen, betekent het dat jij jezelf wel heel belangrijk vindt. Trouwens, als de helft van de wereld in Allah gelooft en de andere helft in God, wie heeft er dan gelijk?
Och, ik sta s morgens op en denk: Prachtig, weer een nieuwe dag! En s avonds denk ik Het was een mooie dag en val gelijk een blok in slaap. Ik ben mij er terdege van bewust dat ik bijna veertig ben. Als ik geluk heb, zit ik in de helft van mijn leven. Als ik malchance heb, zit ik er ver over. En als er een God is, zal hij wel beseffen dat ik voor gelijkheid ben en tegen geweld of discriminatie. Als ik ooit aan de hemelpoort kom, zal hij zeggen: Je hebt wel nooit in mij geloofd, maar je bent een goede mens. Kom maar binnen.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van juni-augustus 2008.
Mijn beginjaren was een heel turbulente periode. Het was afgeraakt met mijn grote jeugdliefde, ik was thuis vertrokken en had niet echt een thuis. Soms woonde ik gewoon in mijn auto. Mijn vrienden - die trouwens nog altijd mijn vrienden zijn - hebben mij er toen bovenop geholpen. Ze hebben ervoor gezorgd dat ik bij hen kon kamperen, dat ik te eten had, dat ik aan een stoof geraakte om mijn kot te verwarmen, dat mijn sociale zekerheid in orde was. Ik was op zoek naar mezelf. Een diploma had ik niet. Ik had een deel van mijn leven in de handen gelegd van een relatie die niet bleek te kloppen. Als je dan niet thuis wil blijven zitten op kosten van je vader, moet je op zeker moment je verantwoordelijkheid nemen. Door hard te zijn en die miserie mee te maken, heb ik mooie dingen kunnen schrijven, ben ik mensen tegengekomen en heb ik mijn eigen opportuniteiten gecreëerd. Dat ik ook stommiteiten heb uitgehaald, hoort er nu eenmaal bij. In die periode was Dirk Paternoster heel belangrijk voor mij. Met zijn contacten wist hij voor mij een artistiek forum te creëren.
Dat ik mijn vrouw heb leren kennen, dat ik een balans in mijn privéleven heb gevonden, is minstens even belangrijk om goed te kunnen functioneren in mijn beroepsleven. Okay, ik ben tot de vaststelling gekomen dat het in tijden van miserie veel gemakkelijker is om een liedje te schrijven, maar dat geldt wel alleen maar voor een bepaald soort liedjes.
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.
"Mijn wekker loop af om drie uur. Na uitgebreid douchen, tanden poetsen en dergelijke ben ik toch nog om tien voor vier in Vilvoorde. Er is een heleboel voorbereiding nodig. We hebben een ploeg die daar s avonds mee begint, die telefonische contacten legt en sommige zaken opneemt. Dat moet nog allemaal in schema worden gezet. We moeten zien wat we nog nodig hebben en wie we nog moeten bellen. De kranten komen binnen om vier uur. Dan kiezen we wat we daaruit halen. We hebben dus een aantal bouwstenen, maar de constructie moet nog in mekaar worden gestoken. Rond kwart over vier hebben we een redactiemeeting.
Ik zou het erg vinden als ik er de avond moest voor opgeven. Daarom ga ik pas rond elf uur slapen. Maar in de namiddag slaap ik twee uren, van drie tot vijf. Het heeft vooral te maken met regelmaat, met je strak aan een schema te houden. Drie uur is een goed moment om wakker te worden. Dan voel ik mij fris. Toen ik vroeger rond half zeven vertrok, had ik het veel moeilijker om uit mijn bed te geraken. Dat zal wel iets met mijn slaapcurve te maken hebben."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.
"Ik heb wel veel bijgeleerd van Ann Petersen. Ik herinner mij nog de allereerste keer dat ik haar ontmoette. Ik had gehoord dat zij Florentine Bomans zou spelen, mijn schoonmoeder. Op de eerste repetitie zei ik: Dag mevrouw Petersen. Waarop ze direct zei: Zeg maar Ann. Dat viel mee, want ik keek enorm naar haar op. Achteraf bleek dat voor niks nodig te zijn, want ze was een aangename collega. Je moest wel een beetje weten hoe ze in mekaar zat en hoe je haar moest aanpakken. Als je dat wist, was het een prettige samenwerking. Geregeld wees ze me op dingen die ik fout deed. Van haar aanvaardde ik dat. Ze had een leven lang niets anders dan televisie en theater gemaakt. Ze kende dus het klappen van de zweep.
Mijn dochter heeft nooit haar grootouders gekend, daarom was Ann Petersen zo een beetje haar oma. Toen Ann stierf, dacht ik: hoe moet ik dat aan mijn dochter vertellen? Ik moest iéts zeggen, want de volgende dag stond het bericht op de voorpagina van alle kranten. Toen mijn dochter haar foto zag, zei ze: Ha, ons moeke! Ja, antwoordde ik, Ons moeke is gestorven. Maar weet je, als we in Frankrijk op vakantie zijn, pinkt daar soms een sterretje aan de hemel. Wel, dat is ons moeke. Deze zomer zien we haar weer. Sindsdien is het vaste prik dat we naar de sterrenhemel gaan kijken als we in de Provence zijn."
Het volledige interview vind je in het blad Exclusief van maart-mei 2008.