De vriend zit al een week thuis met een pijnlijke rug, het is een zwakke plek en toegegeven het is geen pretje. Zuchtend, kreunend en steunend sloft hij van de zetel naar de tafel, probeert een beetje te lezen en sleept zichzelf terug naar de zetel om te slapen (van de medicatie). Ik moet mijn best doen om mijn energie op peil te houden. De aanblik van zijn door pijn vertrokken gezicht maakt mij een beetje moedeloos, ook het feit dat ik hem niet kan helpen. Ik loop dus door het huis, MP3 speler in de zak en koptelefoon op (gekregen van de zoon voor moederdag), dat maakt het werk een beetje aangenamer. Morgen vrienden op bezoek, dat zal hopelijk zijn zinnen een beetje verzetten. Vandaag al een stoofpotje gemaakt van varkenswangetjes, dan kan dat een nachtje trekken en smaakt het morgen nog zo lekker!
Vandaag samen met de dochter naar de kapper, we zijn terug een beetje toonbaar, geknipt en gekleurd om het oprukkende grijs een beetje te verbergen (in mijn geval dan toch, niet bij de dochter natuurlijk). Nu we toch op stap zijn en tevreden over ons nieuw "koppeken" gaan we een kleinigheid gaan eten in ons favoriete restaurantje. We hebben geluk, achteraan is er nog een tafeltje voor twee vrij. Terwijl we op onze bestelling wachten en gezellig zitten te keuvelen, trekt het gesprek aan het tafeltje achter ons, de aandacht. Een dame met een lieve, zachte stem spreekt bemoedigend : "Maar jij bent toch een flinke, brave jongen. Wil je nog een cola? Grote jongen, uw bordje helemaal leeg gegeten". Ze roept de kelner en bestelt nog een wit wijntje en een cola. "Zeker mevrouw, heeft het gesmaakt? Mag ik afruimen?" Wij vinden het wel een hele brave jongen, geen geluid, geen vrolijk kindergebabbel, geen gezaag. Een beetje vreemd toch. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en draai mij een beetje discreet om. Mijn vebazing is groot. Daar zit een oudere dame, rechtover haar in een kinderstoeltje zit een "GROTE TEDDYBEER". Na het afrekenen doet ze behoedzaam zijn jasje aan en schuifelt ze naar buiten met de beer teder in haar armen. Dit is Alzheimer. We zijn ontroerd maar ook een beetje triestig. Het mooiste vind ik toch de manier waarop de kelner haar blijft waarderen als mens.
Gisteren wafels gebakken, een dag later, lichtmis was zaterdag, maar door bezoekers is het er niet van gekomen. Ik vind het wel een mooie traditie om in ere te houden, vooral een lekkere traditie! Tot grote vreugde van Miranda, mijn jongste zusje die licht mentaal gehandicapt is. Elke zondag komt ze bij ons eten, lekker eten is haar lang leven. Ze werkt in een Beschutte Werkplaats en haar hobby's zijn winkelen, TV kijken, muziek en dansen. Ze woont alleen in een klein appartementje, heeft poetshulp maar wassen en strijken doet ze zelf. Eenvoudige gerechten klaarmaken lukt haar ook bijzonder goed. Als oudste van de vier zussen ben ik aangesteld als bewindvoerder om haar geldzaken te regelen. Geen onnodige luxe, ze kent de waarde van het geld niet, heeft een betaalkaart met een beperkt budget om haar boodschappen te doen, zoniet jaagt ze op een week tijd haar maandloon er door aan CD's, DVD's, en cadeautjes voor iedereen die een beetje vriendelijk is tegen haar. Verjaardags- en nieuwjaarskaartjes schrijven is ook nog een van haar geliefde bezigheden. Ze heeft zo haar eigen sociale netwerk, zo schrijft ze naar familie, vrienden, vrienden van vrienden, buren, vrienden van de familie, kortom bijna elke dag valt er wel ergens een kaartje in de bus van haar. Zelf ontvangt ze natuurlijk ook massa's wensen, die allemaal uitgestald worden op de kasten. Postzegels...maar ik ben afgedwaald, 'k wou alleen maar zeggen dat de wafels fantastisch gesmaakt hebben.