Zomer? Koud en grijs. De regen blijft maar stromen. Af en toe een zwarte kraai met haar gekrijs en enkele kirrende duiven in de bomen. Donkere dreigende wolken schuiven snel voorbij. Opgejaagd door een gierende wind. Achter het venster van een huisje in de rij, het gezichtje van een treurig kind. Ongeduldig, wachtend op een straaltje zon. Met zijn neusje tegen de ruit gedrukt. Hij was zo blij toen de vakantie begon. Een oudje schuifelt traag langs de gevels, gebukt. Zomer! Vochtig, knoken stram en stijf. Jong en oud snakt naar een beetje warmte. Een weldaad voor geest en lijf.