'k Sta aan mijn venster. Het is laat.Ik kijk neer op de stille straat.In duisternis. Waar niemand gaat.Van nergens komt meer één geluid.'k Sta met mijn hoofd tegen een ruit.Wanneer gaat die lantaren uit?Eén lichtkring op wat vunzigheid.Dat goor is met die gloor in strijd.Daar gaat zelfs geen verloren meid.In mij is net zo'n stille straat.Waar niet één lamp te branden staat.Waar sedert lang geen mens meer gaat.1922.De Gids jaargang 1930
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek