Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vlag
    Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939

    Hollands vlag

    Hollands vlag, je bent mijn glorie,
    Hollands vlag, je bent mijn lust,
    'k Roep van louter vreugd victorie,
    Als ik je zie aan vreemde kust,
    'k Roep van louter vreugd victorie,
    Als ik je zie aan vreemde kust;
    Op de zee en aan de wal,
    Hollands vlag gaat bovenal,
    Op de zee en aan de wal,
    Hollands vlag gaat bovenal.

    Zijn er reiner, blijder kleuren,
    Of je vaart in Noord of Zuid?
    Heel de lucht schijnt op te fleuren,
    Strijkt ze er op haar frisheid uit,
    Heel de lucht schijnt op te fleuren,
    Strijkt ze-er op haar frisheid uit,
    En je Hollands hart wordt wee,
    Wappert met haar dundoek mee,
    En je Hollands hart wordt wee,
    Wappert met haar dundoek mee.

    Als je haar in vreemde baaien,
    Mijlen ver van 't eigen strand,
    Zwierig van de mast ziet waaien,
    Als een groet van 't Vaderland,
    Zwierig van de mast ziet waaien,
    Als een groet van 't Vaderland,
    Voel je een vreemd verheugenis,
    Voel je eerst recht, hoe mooi zij is,
    Voel je een vreemd verheugenis,
    Voel je eerst recht, hoe mooi zij is.

    schrijver

    31-12-2014 om 18:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.overdenking
    Een gedicht van Johan Danser 1893-1920

    OVERDENKING

    Gij zijt zo lief, gij hebt zoveel gegeven
    Aan rijke warmte en loutere innigheid:
    Mijn leed hebt gij met broze troost omweven,
    Mijn luide angst een bed van rust bereid.

    Mij, eenzame, hebt gij uw eenzaam leven,
    De teerheid uwer kranke ziel gewijd:
    Gij draaldet niet, gij wilder pijnlijk sneven
    Om één kort uur van stille tweezaamheid.

    O kind, hoe zacht zijn nu de grijze dagen,
    Hoe zoet van vrede en rijpe droom vervuld,
    Hoe licht is 't nu verlangens last te dragen,

    Nu steeds het zeker weten ons omhult
    Dat ge eens, als antwoord op mijn huivrend vragen,
    Naast mij 't nabij geluk beschreien zult.

    Gedichten (1922)

    schrijver

    30-12-2014 om 19:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hart
    Een gedicht van Abraham van Collem 1855-1933

    Als gij met uw zingend hart...

    Als gij met uw zingend hart, ziet naar
    De mensen, naar de Zonnen, naar de Aarde,
    Naar verschijnselen in het heelal,
    Kunt gij alle werelden en mensen
    Met uw zingend hart veranderen,
    En de zonne maken tot de Aarde,
    En de mensheid maken tot een Zon.

    Nieuwe liederen der gemeenschap (1920)

    schrijver

    29-12-2014 om 21:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.harp
    Een gedicht van Giza Ritschl

    Neem Uw harp en speel voor mij

    Neem Uw harp en speel voor mij,
    Laat trillen de tonen, luid en blij,
    Want in mij brandt der liefde felste gloed,
    Toe speel, speel voor mij luid en zacht en zoet,
    En dan weer hartstochtelijk, wild en vol vuur,
    Zodat ik lachen en schreien moet, en o, dat op dit uur
    Ook in hem de liefde ontbranden moet,
    Ontbranden zoals mijner liefde felste gloed.
    Daarom speel...speel, luid en blij,
    Toe speel, speel, speel voor mij!

    Nieuwe liederen(1909)

    28-12-2014 om 19:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de baan
    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    De baan des braven.

    Psalm I.

    WEL zalig is de man die niet de baan des bozen
    Betreedt, hij, die niet volgt de raad van goddelozen,
    Noch in de stoel van spotters zit.
    Maar vreugde vindt des herten in de wet des Heeren,
    En dag en nacht, daarin de wijsheid zoekt te leren,
    Terwijl zijn geest aandachtig bidt.

    Gelijk de kloeke boom, geplant aan waterbeken,
    Zijn vruchten schenkt op tijd, wiens blad, als zegeteken
    Niet afvalt, niet verdort;
    Die alles wat hij doet, het zal doen welgelukken,
    Niet zo der bozen werk, de wind zal weg het rukken,
    Als kaf dat weggedreven wordt.

    En des in Gods gericht bestaan geen goddelozen,
    De braven sluiten uit hun midden steeds de bozen.
    De Heer, Hij kent de baan, de Heer!
    De baan, die door de brave zalig wordt bewandeld,
    Terwijl de zondaar tot zijn zelfverderven handelt
    En eindlijk stort ten afgrond neer!

    De psalmen in gezangen

    schrijver

    27-12-2014 om 21:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.storm
    Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880

    DE LAATSTE STORM

    Buldrend speelt de zee met 't oude vaartuig.
    Kalm, manhaftig kampt de grijze zeeman
    met de storm. Maar splijtend te allen kante
    vreeslijk kraken de oude broze wanden.

    Bleek en bevend staart alom de manschap
    naar het krakend wantwerk en de zeeman.

    "Sloepen af en vrouwen eerst!" gebiedt hij.
    Wiegend wagglen sloepen in de storrem,
    angstig ijlt de manschap in de sloepen.
    Eenzaam staat op 't vaartuig de oude zeeman.

    "Vol!" zucht hij, "vaarwel, matrozen, red u."

    Door de storm verdwijnen zijne sloepen.

    Buldrend speelt de zee met 't splijtend vaartuig.
    Kalm, manhaftig bidt de grijze zeeman
    de armen rond een mast. Zo lange reisden
    schip en zeeman samen door de stormen;
    grijs is 't hoofd geworden van de zeeman,
    krakend en versleten 't machtig vaartuig...

    O de wind, de zee, de laatste storrem!
    Schuimend, bruisend, stijgen wilde baren
    onder zijne voeten. Krakend, berstend,

    in de diepe kolken draait het vaartuig...
    Samen duiklen schip en man verzwolgen.
    Machtig stormt de zeewe, groots en eenzaam.

    schrijver

    26-12-2014 om 14:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bethlehem
    Een gedicht Gentil Antheunis 1840-1907

    Betlehem

    Kerstlied.

    Aan mijne zuster Mathilde.

    Rorate, coeli, desuper, et nubes pluant Justum!

    Dauw, hemelen, van boven en dat de wolken
    regenen de Gerechte!


    Adventlied.

    koor.

    Voor ons, met kwaad en leed belaân,
    Voor ons, die in het slijk vergaan,
    Is Hij geboren
    In ene stal,
    De God, de meester van 't heelal,
    Van ene Maged uitverkoren.
    Dáarom verenigt hart en stem
    In Betlehem.

    kinderen.

    O kindje lief, o kindekijn!
    Komt gij hier ook ons broerke zijn?
    Ons moeder heeft ons reeds geleerd
    Dat men uw heil'ge naam vereert;
    Dat boven de heem'len uw glorie zweeft
    En de engel voor uw aanschijn beeft.
    Maar neen! ge lacht zo gul en blij,
    Gij hebt een moeder, zo als wij.
    Niet waar, ge wilt ons broerke zijn,
    O kindje lief, o kindekijn?

    engelen.

    O kindren, juich nu blij en luid,
    En steek nu beide uw handjes uit;
    De Goedheid dauwt van boven.
    Des kindes bescherming is na;
    Een kind brengt den kinde genâ.
    Halleluja!

    vrouwen.

    O God verlosser! maar neen, maar neen!
    Wij horen uw klagen en uw geween;
    Gij zijt een kind, hebt kou en dorst,
    Een vrouwe laaft u aan haar borst.
    'k Ben vrouw en moeder zo als zij;
    Verlos ons van de slavernij,
    En als uw moeder u laaft en kust,
    En als uw moeder in slaap u sust,
    Vergeet niet dat wij moeders zijn,
    O kindje lief, o kindekijn.

    engelen.

    O vrouwen, moeders, wees getroost,
    En vrees voor u noch voor uw kroost,
    De Liefde dauwt van boven.
    Der vrouwen ontslaving is na!
    Een vrouw brengt de vrouwen genâ,
    Halleluja!

    mannen.

    O God! maar neen! gij zijt ook mens;
    Aanhoor ons klacht, vervul ons wens.
    Hieronder, in dit tranendal,
    Ge ziet, 't is duister overal.
    De mens is met verstand begaafd,
    En toch hij twijfelt en werkt en slaaft.
    Wij trachten naar vrijheid, naar rust en licht.
    Gij komt tot ons als mens, als wicht;
    O kind, aanhoor eens vaders beê;
    O mens, geef aan de mensen vreê.

    engelen.

    O Mannen! hef het hoofd nu vrij,
    En schudt het juk der slavernij,
    De Vrijheid dauwt van boven.
    Der mensen verlossing is na;
    Een mens brengt de mensen genâ,
    Halleluja!

    slotkoor.

    Halleluja!
    In excelsis gloria!
    De Heiland is geboren
    Van ene Maged uitverkoren.
    Voor kindren rijst bescherming op;
    Een vrouw verplet de slangenkop;
    Het licht straalt door het duister,
    De liefde breekt band en kluister.
    Wij hebben 't gehoord; 't is Godes stem:
    ‘De Heiland is geboren,
    Van ene maged uitverkoren
    In Betlehem!’

    Uit het hart! (1874)

    schrijver

    25-12-2014 om 21:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wanneer

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Wanneer ik tot U kom

    Wanneer ik tot u kom, dan lacht gij zacht,
    En somtijds klaagt gij, maar als zij, die spreken
    Van vroeg're smarten, die als dromen weken
    En waar men in de droom om weent en lacht.

    Maar als 'k alleen ben hoor ik dag en nacht
    Uw snikken en ik zie uw tranen leken,
    En voel uw hart wild slaan, alsof 't wil breken,
    Maar kan niet, dàn verneem 'k uw luide klacht.

    En dat zijt gij, dat weet ik, en ik wil
    Niet leven voor uw schijnbaar zelf, dat lacht,
    Maar voor de ziel der ziel, die in u lijdt, -

    En als gij schijnbaar kalm en blijde zijt,
    Zal 'k uw gedachten horen schreien zacht,
    Of gij van verre staat en schreit - heel stil.

    Van de liefde die vriendschap heet  (XIX)

    schrijver

    22-12-2014 om 21:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1700
    Een gedicht van W.J. van Zeggelen 1811-1879

    Anno 1700 en Zo Veel.

    Ze zaten vol en vetjes,
    Heel puntigjes en netjes:
    Twee rococo-portretjes,
    Een Prinsman en een Kees,
    Met blanke chemisetjes,
    Met Brusselse manchetjes,
    Gepoederde toupetjes,
    Met stijve girouetjes
    En stijve préjugés.

    Hun geestje was aan 't dwalen:
    Bij honderd idealen
    En duizend weelde-stralen,
    Ging 't zonnetje reeds dalen,
    Der oude fermiteit;
    Ze staken hun metalen
    Door vader opgeleid,
    Niet meer in koffiebalen,
    Maar veilden integralen:
    Ze lieten de Oost verschalen
    En strooiden in hun palen
    't Zaad der lamzaligheid.

    Ze zijn ad patres heden,
    De rokjes zijn versneden,
    Het goudleer ligt vertreden,
    Maar 't geestje dwaalt nog om,
    Nog zoekt hij te overreden,
    En relt van zuivre zeden,
    In 't oude heiligdom;
    Maar wie zich wijdt aan 't heden -
    Hij zoek' zich in 't verleden
    Een spiegel voor zijn schreden:
    Doe wel en zie niet om.

    1860

    Gedichten

    schrijver

    21-12-2014 om 19:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winteravondkou
    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925

    In winteravondkou

    IN winteravondkou, in het groot open
    van het blauwvloeiende beloopen
    roestrandig staal,
    spichtig, onzichtig nu de nieuwe maan
    als een fijn edel veertje, als een losse haal
    en dun getogen.

    Rondom vochtig staan
    de zwarte sparren, lorken gril verwezen,
    verzameld onderhout, somber en nors,
    maar onder de donkerte der schors
    is helder al het jonge sap gerezen.

    Onder de nevels in de vert'
    het bronzen roepen van een hert.

    Gemengde Verzen III

    schrijver

    20-12-2014 om 21:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.levensloon
    Een gedicht van Johan van 't Lindenhout 1893-1919

    Levensloon

    Ik neem het rijke levensloon
    Van elke blije dag,
    Als Gij mij reikt het gulden schoon
    Van uwe mond en lach.

    De dag verglijdt in stille glans
    Bij mijn verholen droom,
    Mijn ogen zien ten verre trans,
    Of reeds de avond koom’.

    Ik keer, als groot de zonne poost
    En dag en werk zich sloot,
    Waar Gij mij geeft zo wond’re troost,
    Lijk van de vrome dood.

    Ik keer,  waar ik U immer vond
    Ten wijde avondtijd,
    Ik geef mijn mond aan uwe mond,
    Waar Gij mij immer beidt.

    Ik leef mijn rijzend levensjaar
    Van wat uw liefde bood:
    Want liefde , zo bezonken-klaar,
    Is  ’t rijpste levensbrood.

    Nagelaten verzen

    schrijver

    19-12-2014 om 21:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwart en blauw
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903
    Zwart en blauw

    (Naar Th. Moore)

    Het gloeiend gitzwart oog
    Schiete al zijn dolken rond,
    Gevoelloos voor wie 't wond'
    Of doodlijk treffen moog:
    Het blauwe kwetst geen hart,
    Of 't lenigt graag de smart,
    En wie 't een dolk moog wezen,
    't Schept wellust in 't genezen.

    Het zwarte zegge ons dit:
    ‘Heb eerbied voor mijn gloed!
    Zo gij mij hulde doet,
    Licht dat gij mij verbidt!’

    Maar 't blauwe fluistert zacht,
    Daar 't vriendlijk lonkt en lacht:
    ‘Ik wil u toebehoren,
    Mits liefde u 't hart doe gloren!’

    Nu, zeg mij eens oprecht:
    Voelt, liefste, uw boezem niet
    Wat mij de blauwheid zegt,
    Die m' in uw ogen ziet?
    Of zijt gij de eenge vrouw
    Met ogen zacht en blauw,
    Die minnaars zou ontvlieden,
    En liefde weerstand bieden?

    schrijver

    18-12-2014 om 16:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laatste wens
    Een gedicht van Gentil Antheunis 1840-1907

    Laatste Wens

    Wanneer ge mij begraven zult,
    Als laatst vaarwel en laatste huld,
    Zal rouw noch traan mij troosten;
    Wel eenzaam mag mijn grafsteê zijn,
    Maar 'k wou in licht en zonneschijn
    Geplaatst zijn, 't oog naar 't Oosten.

    En bij de dicht begraasde zoom
    Men plante een schaduwrijke boom,
    En bloemen, bont van kleuren;
    Ik heb de bloemen steeds bemind;
    En in de zoele avondwind
    Hoe zoet zijn bloemengeuren!

    En in der bomen kruin, hoe zacht,
    Geheimvol klinkt de liefdeklacht,
    De zang der nachtegalen!
    Zij zullen daar de vriend, die rust,
    Zo menig lied, dat streelt en sust,
    Uit lente en jeugd herhalen.

    Verhoor dees laatste bede toch!
    'k Heb vrienden, jeugd, gezondheid nog,
    Maar mag daarop men roemen?
    Daarom bespreek ik nu op tijd
    Een graf, door licht en zon verblijd,
    Door vogelzang en bloemen.

    Uit het hart! (1874)

    schrijver

    17-12-2014 om 13:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bespiegeling
    Een gedicht van Rhijnvis Feith 1753-1824

    AVOND-BESPIEGELING IN EEN BOS

    Gij blijft opnieuw hun kroost ter kalme rustplaats strekken,
    En ras, ras zal uw loof ook hun gebeente dekken.

    Oneindige! mijn hart smelt weg in stil geween.
    't Verandert al wat is, behalve Gij alleen!
    Waar werelden ontstaan, en werelden verzinken,
    Waar zonnen doven, en weer nieuwe zonnen blinken,
    Blijft gij dezelfde, staag der Eedlen lof en vreugd,
    De schrik der Bozen, en de toevlucht van de Deugd.
    Het vroegste Voorgeslacht mocht op uw macht vertrouwen,
    En 't laatste Nakroost zal nog op uw goedheid bouwen,
    Verwoesting ware in 't rond, zo lang de Tijd gebiedt,
    De worm ontzinkt de worm, maar uwe Liefde niet!
    Ik zie, ik zie alree de grote morgen dagen,
    Die moeite en kwelling uit de Schepping weg zal vagen,
    De dood geeft zijnen roof, het graf zijn schatten weer,
    En in het groot Heelal woont gene ellende meer.

    God! zou bij dit verschiet mijn hart van vreugd niet zwellen?
    Zou ik mijn noodlot hier niet juichend tegensnellen?
    Ja, of ik rozen oogste, of onder doornen kwijn,
    't Is groot een schepsel Gods, maar groter mens te zijn!
    O Deugd! o Godsdienst! gij doet al mijn moed herleven;
    Met u kan ik gerust naar mijn bestemming streven;
    Met u treed ik zo kalm mijn jongste rustplaats toe,
    Als ik dit woud verlaat, en naar mijn leger spoê.


    1793

    schrijver

    16-12-2014 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zucht
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Zucht ten hemel.

    Neen, Hemel! niet om eer of staat,
    of aardse nietigheden,
    En wat voor heil en voorspoed geldt,
    bestormen u mijn beden.
    Neen, heb ik vaadrenerf en goed
    voor 't Vaderland geofferd,
    Ik vraag niet, wat die 't heeft verkocht
    in zijn trezoren koffert.
    Ik vraag niet, wat verraad of list
    de braafheid mocht ontstelen,
    Of duizend snoden zonder ziel
    met luttel braven delen.
    Ik vraag aan hem geen lof of roem,
    die niet in 't hart kan lezen,
    Maar wat hij in zich-zelv' gevoelt
    ook andren waant te wezen.

    Ik vraag de stem dier wareld niet,
    die, in de lust verdarteld,
    Met tranen eens vermoorden lacht,
    die in de doodstuip spartelt.
    Ik vraag geen vroeger kracht terug,
    in drukkend wee vervlogen,
    Noch staar verlopen uren na,
    die niet meer keren mogen.
    De scherpte en 't doorzicht van de geest, -
    zijn opgelegde schatten, -
    De vlugheid van het werkzaam brein,
    dat niets placht af te matten: -
    Ja zelfs die trooster (moet het zijn)
    in 't doorgestane lijden,
    Die zangdrift, die mij alles was,
    en duizend mij benijdden!
    Ik sta haar aan uw opeis af,
    met wat ik heb bezeten!
    Maar, daar Gij alles wederneemt,
    ô Leer het mij vergeten!

    1810.

    Winterbloemen  (1811)

    schrijver

    15-12-2014 om 22:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meeuwen
    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Meeuwen.

    Witte zon op zee en zeilen.
    't Water ruist en meeuwen keilen.
    Gevleugeld schuim,
    de baar onttrokken,
    vliegen ze in 't ruim,
    en vlokken.
    Een tuimelvlucht!
    Als zwaluwen zere, en zonder
    gerucht,
    van boven naar onder,
    van onder naar boven tot tegen de lucht;
    dan, zakkende,
    zwakkende,
    zwenk op zwenk,
    in een wenk
    in 't zicht, in een wenk in 't water -
    een spatte licht op 't grauw geklater!
    Hooghangend, hel,
    nu lijken 't wel
    papierkens in de lucht gedreven,
    al snippersnel
    vol wikkelspel,
    en blinkeblankend leven.
    Maar tegen tij, al verder nog,
    vervliegen ze en vervluggen.
    Daar zijn ze, neen! Daar zijn ze toch!
    Zijn 't meeuwen dat of muggen?
    'k En weet 't niet meer, 'k en ziet 't niet meer,
    maar als ik, bots, mij ommekeer,
    'k zie nog gedurig iets als muggenmeeuwen
    sneeuwen.

    schrijver

    13-12-2014 om 17:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de dag
    Een gedicht van P.L. van de Kasteele 1748-1810

    Dit is de dag, die God ons schenkt

    Dit is de dag, die God ons schenkt,
        waaraan thans ieder christen denkt;
        hem viere, wat in 't groot heelal
        door Jezus is en wezen zal.

    Men had Hem eeuwen lang verwacht;
    en toen Gods tijdperk was volbracht,
        toen zond Hij van zijn hoge troon
        het heil der wereld ons, zijn Zoon.

    O Gij ons heil, ons hoogste goed,
    Gij werd een mens van vlees en bloed,
        werd onze broeder, en door U
        zijn wij Gods eigen kind'ren nu.

    Als ik dit wonder vatten wil,
    dan wordt mijn geest van eerbied stil,
        aanbidt het, maar doorgrondt het niet,
        dat zo de liefde Gods geschiedt.

    U, die voor ons geboren zijt,
        U zij ons hart, ons lied gewijd.
        Wij voegen juichend onze stem
        bij 't englenheir van Bethlehem.

    Geloofd die komt in 's Heren naam!
        Wij christ'nen zeeg'nen U te zaam,
        U, vredevorst, der vaadren wens,
        U zaligmaker, God en mens!

    Roem, hemel, die geboortedag,
        de schoonste, die de wereld zag;
        juich, aarde, nu ge uw koning ziet,
        zing Hem een nooit gezongen lied.

    Dit is de dag, die God ons schenkt,
        waaraan eens heel de wereld denkt;
        hem viere, wat in 't groot heelal
        door Jezus is en wezen zal.

    Vertaling van: Dies ist der Tag, den Gott gemacht (C.F. Gellert, 1757)

    schrijver

    12-12-2014 om 21:27 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.handen
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    UW HANDEN

    Uw koele handen aan mijn voorhoofd, alle
    Gedachten die nooit moe van waken branden
    Bij dag en nacht, zijn kalm in slaap gevallen.

    Vanwaar de tover toch dier trouwe handen?
    1k weet dat wind, wen hij de aromen woelt
    Uit bloem en voor der vochte zomerlanden

    En zo doorgeurd, 't ontblote voorhoofd koelt,    
    Met minder leniging die klamheid kust,
    Dan nu mijn gloed van Uw omvangen voelt.

    Ja zelfs als 't helder water bruisend gutst,
    Dat zorg en stof verstromen in zijn stralen,
    Droomt ongestild gepeins toch naar Uw rust...

    Uw palmen strelend langs mijn slapen dalen,   
    Uw vingers strenglen zich en ongestoord
    Voel ik hun lief gebed een wens herhalen,

    Die in mijn diepen vrede wordt verhoord.

    Liederen en balladen (1911)

    schrijver

    10-12-2014 om 21:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mummie
    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    PRINCESSENMUMMIE.

    Dat zwart skelet, van windselen ontdaan,
    Waaraan het uitgedroogde vlees nog kleeft,
    Die groezelige hoop, waarvoor men beeft, -
    Bedenkend het meedogenloos vergaan
    Van al wat ademt onder 't licht der maan, -
    Die mummie heeft verlangd, geliefd, geleefd
    Het volle leven; wat maar 't leven geeft
    Heeft zij genoten in haar aards bestaan.

    Zij was een schoonheid in haar gloriedagen,
    Want waarom anders in haar tombe lagen
    Het spiegeltje, de kam, het verfpalet?

    Nu moet zij eeuwig in het duister wonen,
    De trotse dochter van de Pharaonen ... .
    Of is haar ziel als ster bij Ré gezet?

    Ver van 't gewoel (1922)

    schrijver

    09-12-2014 om 21:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weetje
    Een gedicht van Bernard van Meurs

    Weetje.

    'k Heb er dukkels - weetje -
    Op gelet
    Wâ veur stopwoord - weetje -
    Ieder hêt.
    Ielk herhaolt dat - weetje
    Ien 't gesprek
    Duzend keren, - weetje -
    O zo gek!

    Maor 't gekste - weetje -
    Van 't geval:
    Daorvan merkt ie - weetje -
    Niemendal;
    Lacht hum iemand - weetje -
    Daormee uut,
    Weet ie zelf nie, - weetje -
    Wâ 't beduudt.

    Vaoder zaolger - weetje -
    Zei altied
    Weetje, en eiges - weetje -
    Wist ie 't niet.
    En ie leerde - weetje -
    Dâ niet af
    Veur ze 'm droegen - weetje -
    Naor 'et graf.

    Jao, nog sterker! - weetje -
    Ome Jan
    Sprak er vaoder - weetje -
    Dukkels van:
    ‘Laot 'et (zei ie) - weetje -
    't Steet zo gek!’
    En hie zelf had - weetje -
    Dit gebrek!

    schrijver

    08-12-2014 om 19:25 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.water
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    ‘t Viel water nu genoeg, of nooit!

    ‘t Viel water nu genoeg, of nooit!
    De wolkenschepen dragen
    hun lijnwaad al ten toppen uit,
    die hier gewinterd lagen,
    de al te lange regentijd:
    vandage gaan zij varen
    en vluchten voor de westerwind,
    die rotelt in de blâren.
    ‘t Is nat alom: de zoden zijn
    doordronken; al de paden
    zijn modder, moze en vuiligheid
    geworden; overladen
    is ‘t loof, dat op de bomen zit
    en weent; de daken leken,
    het stroomt alhier, aldaar, het schuimt,
    het schommelt in, de beken,
    die spoeiende, om ontlast te zijn,
    door dik en dunne varen,
    door weg en aweg, roekeloos,
    alsof het mensen waren,
    die dronken zijn! Toch helder wordt
    de locht, de vogels piepen,
    en groeten blij de aanschouwbaarheid
    der brede hemelstriepen,
    die... Tenden is ‘t, en moegebrield,
    ‘t is alles uitgedropen:
    laat vrij, - nu zijn de wolken weg! -
    vandage ons daglicht hopen!

    31/7/1895

    Rijmsnoer

    schrijver

    07-12-2014 om 22:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zoon
    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687
    Aan mijn zoon, op zijn uurwerk

    Zoon, die, door Gods beleid, de kloeke vinder zijt
    van dezer gangen onbewegelijk bewegen:
    hoe 's werelds slingeren u gaan moog', mee of tegen,
    heb haar eenparigheid voor ogen te allen tijd.
    Hebt gij het zwakke werk in 't schudden van de baren
    tot ongevoel gebracht van alles wat het lijdt:
    gedenk wat u betaamt in alle wedervaren,
    die door des Heren Geest vol rede-krachten zijt.
    Stel vondst en vinder, geest en raderen te zamen:
    't Waar' jammer dat het werk de meester zou beschamen.

    Londen, 19 augustus 1671

    schrijver

    06-12-2014 om 21:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sint nicolaas

    Een gedicht van J.P. Haasbroek

    SINT NICOLAAS.

    Sint Nicolaas, o Bisschop, die onsterfelijk,
    Uw kromstaf nog na eeuwen zwaait,
    En 't zaad der weldaân onverderfelijk,
    Als in uw heilig leven, zaait.

    Ik prijs u dat gij, nimmermeer des gevens,
    Des weldoens en des zeegnens moe,
    De vreugde blijft des kinderlevens,
    En breng daarvoor mijn dank u toe.

    Maar vind ik u altijd dezelfde weder,
    Gij zijt dezelfde niet geheel.
    Waar strooidet ge eens uw gave neder?
    Zij viel de armen meest ten deel.

    En nu verrijkt gij met uw schat de rijken,
    Als droeg gij water in de zee:
    Men ziet u niet in de arme wijken;
    Gegoeden deelt ge uw goedren mee.

    't Satijnen schoentje vloeit van gaven over,
    Die ge uit uw korfje stromen laat,
    Daar 't houten klompje, grof en pover,
    Door u vergeten, ledig staat.

    Kon u aldus op eens het graf veranderen?
    Of rooft een ander Sint uw naam?
    Zo vragen rijk en arm elkanderen,
    En ik, die haast mij uwer schaam.

    Zijt gij nog steeds dezelfde? hoor mijn bede!
    Trekt ge op uw feest al zeegnend om,
    Deel van uw geest de rijken mede!
    Dan hebben wij u gans weerom.

    Winde-kelken (1864)

    schrijver

    05-12-2014 om 19:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stem
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Een stem van de overzijde.

    Als 't leven over-leven wordt,
    Al is het kort,
    't Schijnt lang te duren;
    Hoe pijlsnel vroeger tijd verdween,
    De laatste zijn de slependste uren;
    Zij kruipen heen.

    Maar troost de Heer, die ik aanschouw,
    U in uw rouw,
    Steunt Hij uw voeten,
    Zo zult ge uw weg gemoedigd gaan,
    Totdat wij ons bij Hem ontmoeten, -
    Treed rustig aan!

    Gedichten II (1905)

    schrijver

    04-12-2014 om 22:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arme
    Een gedicht van Marie Metz-Koning
    De arme.

    Wend naar mij toe uw moe en droef gezicht
    Gerimpeld in de dagelijkse zorgen;
    Verstrakt in nijpende angst om brood voor morgen;
    Verkrompen in een klein-gekozen plicht.

    Wend naar me toe uw ogen zonder licht,
    Kleurloos en dof in kasse' als opgeborgen;
    Verschuwd in blikken die zich werend worgen
    In vrees voor àl wat in de toekomst ligt.

    Reik mij uw eêlte, kromgetrokken handen,
    Verbruind, vervuild in arbeid zonder lust;
    Verwrongen in gebeden zonder rust
    Bij altaars waar gekochte lichten branden,
    En laat mijn blik van wetend mede-lijden
    De tempel van uw mensenziel doorwijden.

    Onze Eeuw, jaargang 23 (1923)

    schrijver

    03-12-2014 om 22:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogelaar
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931DE VOGELAAR

    DE VOGELAAR

    Van de appels 't bloesemsnoer,         
    En langs de groene vloer
    Der velden knoop en klit,
    Goudgeel, zacht paars, en wit,

    De mazen van de zon,
    De draad, die 't lommer spon,         
    Dit is het blinkend net,
    Dit is het blinkend net,        
    Hier heimlijk uitgezet.

    Gij, die vervolgt en jaagt,
    Loerend wat vlucht belaagt,
    0 heilig-groot gevaar,
    Gij zijt de vogelaar.

    Maar meester, wie ben ik?
    De bruine leeuwerik,
    Die moe en vleugellam
    Naar lente wederkwam,

    En schichtig door het Licht
    Van een hel aangezicht,
    Verward in strik en band,
    U tuimelt in de hand?

    Het aardsche paradijs (1927)

    schrijver

    02-12-2014 om 21:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaardag

    Een gedicht van Hein Boeken 1861-1933

    VOOR MIJNE 63ste VERJAARDAG 2 dec. 1924

    Geen klacht om 't vlieden van de snelle jaren,
    Noch zelfs om 't naadren van de zwarte dood.
    Zó min als, stralend goud door gouden blaêren,
    De zon treurt, daar zij zinkt in 't gloeiend rood.

    Slechts Éne weet, daar andren op mij staren,
    Meelijdend, met mijn eenzaamheid en nood,
    Slechts Éne weet wat heuchnis ik mocht garen,
    Wat gouden oogst dit gouden jaar mij bood.

    't Verga me als hem, die op de zwarte zee
    De ganse nacht gekampt heeft met de golven,
    Dan wetend 't eindlijk naderen van 't land,

    Bij 't eerste licht, dat over 't zee-vlak glee
    De schuimpracht ziet, waaronder hij bedolven
    Dra vredig aanspoelt aan 't gewenste strand.

    Nacht van 30 november op 1 dec. 1924

    schrijver

    01-12-2014 om 19:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!