Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    30-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vlinder
    Een gedicht van Prudems van Duyse 1804-1859

    De vlinder en de mier.

    Bij het lachend morgenkrieken
    Zeide een vlinder, hups en fier
    Aangesneld op bonte wieken,
    Aan een arbeidzame mier:
    ‘Zie mijn vlerken!
    Blijf maar werken;
    Nergens zijt ge wellekom.
    Waar ik vliege,
    En mij wiege,
    Volgen de ogen mij alom.’

    't Miertje zweeg; maar, toegesprongen,
    Greep, met rapgesloten hand,
    Naar de vlinder reeds een jongen,
    Roepend: ‘Ha, ik ving u, kwant.
    O, hoe vonkelen
    En hoe kronkelen
    Al die kleuren onder een!
    Welk een buitje!
    Aardig guitje,
    Gij ontvlucht me niet, o neen!’

    't Miertje, onder 't kruid verdoken,
    Sprak, wanneer 't de vlinder zag
    Met een spelde 't lijf doorstoken:
    ‘Kan een kind zo wreed zijn, ach!
    Wie zijn schoonheid
    Zo ten toon spreidt,
    Vaart ellendig menig keer.
    Ik leef rustig,
    Ik werk lustig;
    Wat verlange een miertje meer?’

    Gedichtjes voor kinderen (1849)

    schrijver

    30-06-2011 om 11:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dwaze maagd
    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    De dwaze maagd

    'k Weet niet waarom, maar heel alleen
    ben 'k blootsvoets door de nacht gegaan
    en vroeg met een stem, die de mijne niet scheen:
    "Wie neemt mij aan!"
    'k Ga hier voorzichtig, volgeschonken,
    boordevol als een lamp
    en mijn hoofd doet pijn of 't lichaam is dronken
    en vreemd om mijn hart knelt een kramp.
    Wie?....

    Gij behoeft niet te spreken
    'k verlang niet te kennen Uw nood !
    wie wil mij ontsteken,
    wie geeft mij het leven met d'inslag van dood? —
    Hier zijn mijn voeten, mijn borsten, mijn handen,
    hier zijn mijn leden, mijn lippen, mijn mond,
    wie laat mijn folt'rend smachten verbranden?
    wie heft heel mijn wezen van aard-zware grond?

    Ik weet te goed uit al mijn dromen
    dat geluk in diepste doorstraling bestaat
    en weet dat het eenmaal tot mij moet komen
    in de godlijke vorm van een menselijk gelaat !
    En daarom ...

    Ja daarom misschien ging ik nu door de nacht
    en nam alleen mijzelve mede
    tot wie mij wacht
    en geeft de eindelijke langvoorvoelde vrede ...


    Ach 'k ben toch niets meer dan mijn gesmeekte bede

    Parijsche Verzen (1923)


    schrijver


    29-06-2011 om 14:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wanneer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Abraham van Collem 1858-1933

    Wanneer wij zullen naakt zijn als de zee

    Wanneer wij zullen naakt zijn als de zee,
    Het blad, de boom, de ster, de maan, het licht,
    En als de nacht zo diep en ruim en echt
    En als de atmosfeer oneindig;
    Wanneer wij hebben weggestuurd, wat ons
    Weerhoudt te zijn zo open als de ruimte,
    Wanneer wij, woorden-vollen, zullen zijn
    Zoals het woordeloze naakt en echt,
    Dan zullen wij de adem van de nacht,
    Het spreken van de sterren om de maan,
    De tekens die de bomen schrijven, weten,
    En worden in het woordeloze ruim
    Uitzeggers van een wonderzacht bevel.

    Van God en van de natuur

    28-06-2011 om 16:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afrikaantjes
    Een gedicht van Karel van den Oever 1879-1927

    Afrikaantjes

    Mijn handen rieken van uw reuk
    waar ik uw steel en blaren kreuk,
    o gulden Afrikaantjes,
    en 'k hou van u zo veel en teêr
    als straks uw parkskens gloeien weer
    saffraan-goud in de laantjes ;
    ik riek u dan zo bitter-fris,
    onaards en vol geheimenis.

    Verzen uit de oorlogstijd (1919)

    schrijver

    27-06-2011 om 11:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.glimworm
    Een gedicht van J.P.Heije 1809-1876

    Glimworm.

    Gij mooie glimworm, die in 't woud
    Des nachts zo helder blinkt door 't hout,
    Alsof het sappig groen der bladen
    Met diamanten is beladen,
    Och! zeg me eens (zo ik 't weten mag)
    Waarom glim je ook niet over dag?
    Als Ik zo prachtig licht kon geven,
    Dan deed ik 't vast mijn hele leven,
    En niet alleen, dat waar' gewis,
    Als 't donker is.

    - Wel, kind! ik zeg 't je met plezier;
    En, ben ik maar een simpel dier,
    Toch kunt ge er mooglijk nut uit halen...
    Wanneer de warme zonnestralen
    Een stroom van licht, een stroom van goud
    Doen vloeien over veld en woud,
    Zou 'k vrezen heel verwaand te lijken
    Als ik mijn zwakke glans liet kijken;
    En deed ik 't al... 'k wed, dat bij dag
    Toch niemand 't zag.

    Och! denk om mij, mijn lieve kind!
    Als gij bij andren u bevindt,
    Die, als een zon, met warme stralen
    Van liefheid, deugd of kennis pralen;
    Hou dan bescheiden 't mondje toe
    En wacht, gelijk ik zelf het doe,
    Tot gij, wanneer die andren zwijgen,
    In ootmoed ook een beurt kunt krijgen...
    Slechts als ge er nut of vreugd door sticht,
    Geef dan uw licht. -

    schrijver

    26-06-2011 om 11:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    25-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liedje

    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947
    schrijver

    Liedje...

    Ik zou niet graag
    Alleen, vandaag,
    Door hoven gaan van love'ren schone,
    Als ik niet kon
    De lucht, de zon
    En waar zij óp schijnt, aan u tonen.

    Hoe licht de schijn
    Der zonne rein
    Langs 's werelds eeuw'ge kleurenweelde!
    Maar wat zou mij
    Dit hooggetij
    Der schoonheid zijn, zo gij 't niet deelde?

    Want uw gelaat
    In schoonheid gaat
    Der wereld schoon zó zeer te boven,
    Waar dat niet is
    Blijft droefenis
    Op 't blauw der lucht, op 't groen der hoven.




     

    25-06-2011 om 11:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.uren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    Uren

    Dit is Uw aard, o uren van 't verleden,
    Steeds als gij wordt gewenkt, bereid te staan,
    Om uit Uw rijk van schemering te treden
    In zonglans of het glinstren van de maan.

    Een glimlach is genoeg, een diep verzuchten,
    En ijlings snelt gij, uit de slaap gewekt,
    Elk met een korfje aan, vol geurge vruchten,
    Door vochtig mos of een bruin blad bedekt.

    En deze lavende oogst, die gij komt schenken,
    Smaakt rijp en sappig, daar de tijd verzoet:
    Een oude liefde ontroert zo bij 't herdenken,
    Een vreugd lijkt goddlijk en het leed wordt goed.

    Hoe zal het zijn, als die U placht te roepen
    De sluimer van zijn langste nacht begon,
    En hij niet meer Uw dansvervlochten groepen
    Zien zal bij maanlicht of de gloed der zon?

    Zijt gij dan ook gestorven, koor der uren,
    En ligt gij bleek en roerloos, hand aan hand,
    In huivrig duister, naast gedoofde vuren,
    Ergens ver weg aan een verlaten strand?

    Of hebt gij, dappre schaar, getrouwe ronden,
    Die elke klacht naar U, hoe zacht ook, hoort,
    Uw vroegre heer in 't ander land gevonden,
    En wordt hij daar nog door Uw komst bekoord?

    Het aardsche paradijs (1927)

    24-06-2011 om 10:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.uren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    Uren

    Dit is Uw aard, o uren van 't verleden,
    Steeds als gij wordt gewenkt, bereid te staan,
    Om uit Uw rijk van schemering te treden
    In zonglans of het glinstren van de maan.

    Een glimlach is genoeg, een diep verzuchten,
    En ijlings snelt gij, uit de slaap gewekt,
    Elk met een korfje aan, vol geurge vruchten,
    Door vochtig mos of een bruin blad bedekt.

    En deze lavende oogst, die gij komt schenken,
    Smaakt rijp en sappig, daar de tijd verzoet:
    Een oude liefde ontroert zo bij 't herdenken,
    Een vreugd lijkt goddlijk en het leed wordt goed.

    Hoe zal het zijn, als die U placht te roepen
    De sluimer van zijn langste nacht begon,
    En hij niet meer Uw dansvervlochten groepen
    Zien zal bij maanlicht of de gloed der zon?

    Zijt gij dan ook gestorven, koor der uren,
    En ligt gij bleek en roerloos, hand aan hand,
    In huivrig duister, naast gedoofde vuren,
    Ergens ver weg aan een verlaten strand?

    Of hebt gij, dappre schaar, getrouwe ronden,
    Die elke klacht naar U, hoe zacht ook, hoort,
    Uw vroegre heer in 't ander land gevonden,
    En wordt hij daar nog door Uw komst bekoord?

    Het aardsche paradijs (1927)

    24-06-2011 om 10:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nodige
    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

    NOODIGHE SWACKHEIT

    Gedenkens taaie kunst en wens ik niet te weten:
    Ik hadd' er liever een te leren van Vergeten.
    Zou mij te voren staan al wat ik heb bezweet
    In lijden of in vrees; het waar een pak van leed
    Dat and're schouderen als mijne mosten dragen:
    Zou ik ook al de vreugd van all' mijn blanke dagen
    In ene spiegel zien: een sterker oog als 't mijn
    Most dat verzamelde gebliksem machtig zijn.
    Wat is 't ons dienstig dat vergeten en onthouwen
    Haar krachten wederzijds onthouwen en verdouwen;
    Wat is des Heeren doen voordachtig en doorwijs,
    Die ons 't herdenken wel vergunt; maar stuksgewijs!

    De gedichten VI, ed. J. A. Worp, J. B. Wolters, Groningen.(1896)

    schrijver

    23-06-2011 om 11:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nodige
    Een gedicht van Constantijn Huygens 1596-1687

    NOODIGHE SWACKHEIT

    Gedenkens taaie kunst en wens ik niet te weten:
    Ik hadd' er liever een te leren van Vergeten.
    Zou mij te voren staan al wat ik heb bezweet
    In lijden of in vrees; het waar een pak van leed
    Dat and're schouderen als mijne mosten dragen:
    Zou ik ook al de vreugd van all' mijn blanke dagen
    In ene spiegel zien: een sterker oog als 't mijn
    Most dat verzamelde gebliksem machtig zijn.
    Wat is 't ons dienstig dat vergeten en onthouwen
    Haar krachten wederzijds onthouwen en verdouwen;
    Wat is des Heeren doen voordachtig en doorwijs,
    Die ons 't herdenken wel vergunt; maar stuksgewijs!

    De gedichten VI, ed. J. A. Worp, J. B. Wolters, Groningen.(1896)

    schrijver

    23-06-2011 om 11:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Jan Veth 1864-1925

    Wij weten niet vanwaar wij komen

    Wij weten niet vanwaar wij komen,
    Wij weten niet waarheen wij gaan, -
    En enkel in vermeetle dromen
    Wanen wij 't leven te verstaan.

    Wij zijn getogen uit een duister,
    Dat duizend raadselen omving,
    Van vroeger uitgedoofde luister
    Herleefde ons geen herinnering.

    Op golven worden wij gedragen,
    Wij naadren geen beveiligd strand,
    En nimmer wenkt op onze vragen
    Een teken van 't begeerde land.

    De dagen voelen we ons ontglippen,
    De ruimte om ons is maatloos wijd, -
    En mensen zijn maar nevelstippen,
    Vervluchtigend in de eindloosheid.

    Hun schimmen komen en verglijden,
    In 't niet verjaagd, door wat, door wien?
    Wat zijn ons lijden en verblijden
    In 't licht der eeuwigheid gezien!

    IJdel zijn treuren en verheugen,
    Des harten durende ebbe en vloed, -
    Want leed en liefde zijn maar vleugen
    Van de eeuwge vlam, die teert en voedt.

    Wij zien de kringloop der seizoenen,
    En hoe uit ieder morgenrood
    Een blanke dag deint, en het groenen
    Van 't lover uitgeelt in de dood.

    De dagen wenden zich tot nachten,
    De dorre takken groenen weer, -
    Wij armen zien, in blij verwachten,
    De nieuwe kentring telkenkeer.

    Maar nooit erlangen wij de weelde,
    Te wandlen in bestendig licht, -
    En 't zand, waar 't argloos kind mee speelde
    Stuift over 't graf, waar 't eens in ligt.

    Wat baat ons peinzen, wat ons peilen;
    Het lood zinkt neer en vindt geen grond.
    Geen mens, die zeeën kan bezeilen,
    Waar niemand vaam of koers in vond.

    Er wàs geen vroegst begin der dingen,
    Er staat geen eindpaal in 't heelal, -
    Wij zien alleenlijk wisselingen
    Van al wat was en wezen zal.

    Hoe zouden wij de zin bevatten
    Van wat ons ieder uur ontvliedt!
    De stervling kan wel grenzen schatten,
    Maar 't grensloos onbegrensde niet.

    Wij hebben 's levens wijn gedronken
    En dansen op des levens lied, -
    Maar straks, in mijmering verzonken,
    Begrijpen wij ons zelven niet.

    Wij weten niet vanwaar wij komen,
    Wij weten niet waarheen wij gaan,
    En louter in verdwaasde dromen
    Wanen wij 't leven te verstaan.


    ---------------------------------------

    erlangen: verkrijgen, verwerven

     

    22-06-2011 om 10:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sterrenkind
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Jacob Slauerhoff 1898-1936
    Sterrenkind

    Een sterrennacht op de wereld geworpen,
    In sneeuw begraven door de wind,
    Houthakkers brachten naar hun verre dorpen
    Als een gevonden schat het sterrenkind.

    Zij dachten hun vrouwen gelukkig te maken
    Omdat zijn mantel van zilver was,
    Maar zij moesten hem voeden en bij hem waken
    Als was hij een kind van hun eigen ras.

    De mantel konden zij niet verkopen,
    Geen zilversmid geloofde er aan;
    De pope wou de vondeling niet dopen,
    Dat heidenkind gevallen van de maan.

    Geen timmerman wilde hem laten werken,
    Die tere prins, wat had men er aan?
    De kosters joegen hem uit hun kerken,
    Het heidenkind dat peinzend stil bleef staan.

    En op een nacht is hij weer verdwenen;
    Het dorp telde vele kindren minder,
    Terwijl opeens veel meer sterren schenen.
    Het was zeven jaar geleden. En weer winter.

    Serenade (1930)

     

    21-06-2011 om 11:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moederweelde
    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    Moederweelde

    O toen ik mijn kindeke droeg in mijn schoot,
    Hoe groeide mijn hart zo reuzegroot
    Als kon het de wereld bevatten
    En de stralende goudene zonnebal
    En de sterren, die flonkeren zonder tal
    En de zilveren maan in de hemelhal
    En de aarde met al haar schatten!

    En mijn ogen, die schouwden wel kalm en wijs,
    Want ik voelde in mijn boezem een paradijs
    En mijn lippen, die lachten zo vredig,
    Want ik zag wat alleen maar een moeder ziet
    En mijn vreugd was te heilig, ik zei haar niet
    En het was nog te vroeg voor een zegelied,
    Want mijn armen, die vielen nog ledig.

    Doch nu er mijn kindeke woelt op mijn schoot,
    Nu grijpt het mijn hart zo reuzegroot
    In zijn rozige dartele handen.
    En het is mij een wonder, waarover ik zon,
    Hoe mijn hart, dat de wereld bevatten kon,
    Met de bloemen, de sterren, de maan en de zon,
    Ligt zo klein in die tengere wanden.

    De Gids (1909)

    schrijver

    20-06-2011 om 11:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.duinpan
    Een gedicht gelezen en maar geplaatst

    In een duinpan

    Wat moet ik op dit eiland met het woord
    'woestijn'? Op een zandplaat ligt het
    voor de hand maar hier in deze duinpan
    waarin ik Jesaja lees? Ah, het welig
    bloeien van de narcis! Jaloezie steekt
    de kop op want ik ben dor land. Hier klinkt

    de belofte dat het gloeiende zand
    een waterplas wordt en ik veranderen
    zal in een bron van inspiratie

    -------------------------------------
    uit: 'Ode aan de ooievaar', 2003

    schrijver

    Schrijver: Anton van Ent

    20-06-2011 om 11:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zij
    Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881

    ZIJ KOMT

    Gij, berken, buig uw ranke lovertrossen!
    Strooi, rozen, op het zand èn sneeuw èn blad!
    Gij, zwaatlende olmen, nijg u naar het pad,
    En kus de dauw van sidderende mossen!

    En, snelgewiekte liederen der bossen,
    Stem aan èn zang èn lof! En, klimveil, dat
    De slanke, diepbeminde beuk omvat,
    Druk hechter aan de twijgen u, de rossen!

    Voorzegger, die uzelve roept, o, kom,
    En roep uw „koekoek” duizend blijde keren,
    En fladder aan, vergulde vlinderdrom!

    Zij zweeft hierheen, die zon en zomer eren:
    De lof van hare schoonheid klinke alom,
    Waar zon en zomer te beminnen leren!

    schrijver

    19-06-2011 om 11:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tijdloze
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    't Tijdloze en 't Tijdelijke

    De dennen wiegen de eeuwig groene kronen
    In 't zachte blauw, dat aarde en al omspant,
    En in de diepte voor ons ligt het land,
    Waar duizend nijvren hof bij hof bewonen:

    Hier drijft een landman met de kracht'ge hand
    De vore' in de aard, die tijd en arbeid lonen,
    Oogst reeds een ander 't ooft welks rode konen
    De almachtige zomerzon heeft rijp gebrand.

    En de ovens langs, waar rode stenen drogen
    In 't zelfde zonlicht, kronkt de blauwe stroom,
    Die boten met een zacht geraas bevaren;

    Zo zag ik, wie maar even leven mogen,
    Met wat reeds daar was meer dan duizend jaren,
    't Tijdloze en 't tijdlijke als droom van een droom.

    schrijver

    18-06-2011 om 15:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    17-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Regen, regen in de tuin

    Regen, regen in de tuin,
    - o gestild begeren, -
    zonne-bloemen, schoon en schuin,
    die hun loom-gekroonde kruin
    naar geen zon en keren;

    nieuwe blanke glanzen aan
    zware en matte vruchten;
    - vroom herleven van mijn waan
    door een zacht-gerezen traan,
    door mijn zoete zuchten;

    - heel het huis is warm en toe;
    buiten ruist de regen;...
    - vrezig-blij te voelen hoe
    't koeler voorhoofd, vredig-moe,
    gaat ter hand-palm wegen...



    1912

    (Niet gebundeld en nagelaten werk) Verzen van 1899 tot 1914

    17-06-2011 om 11:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomer
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Zomer.

    Ik zat waar zon op 't warme water scheen
    En gele bloemen bloeiden aan de kant;
    Het grazend vee ging door de weiden heen,
    De zomerlucht hing walmend over 't land.

    De wilgen waren zilverbleek en stil
    Voor 't stralend blauw, van wolk en nevel vrij;
    Een glazenmaker vloog, met lichtgetril
    Op 't parelmoerig vleugelgaas, voorbij.

    De schuwe vissen, in 't koeldonker diep,
    Verschoten snel, of stonden lang op wacht,
    Waar d'aarde zich, in beeld, nog schoner schiep,
    Dromend de zomerdroom van eigen pracht.

    En over 't hooiland, waar een wagen stond
    Met vers-groen gras te geuren in de zon,
    En verder waar het drachtig korenblond
    Met brede golving boog ten horizon,

    Tot waar een scheem'rend bos zich flauw verhief,
    De wereld wegsmolt in der hemelen gloed,
    Dreef mijn gedacht, hoe schoon de dag was, lief
    Uw schone ziel verlangend tegemoet.

    schrijver

    16-06-2011 om 10:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ziekenhuis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1965

    Ziekenhuis

    Van zorgen kan ik deze nacht niet slapen.
    Ik staar door 't venster doelloos voor mij uit...
    Werd zó de wereld van eerstaf geschapen
    Met maan en wolken, zonder een geluid

    En zonder licht? Waar ik vanmorgen zag
    De bomen met hun gele en groene verven
    Raad ik het ziekenhuis, waar dag aan dag
    Gemartelden in duizend angsten sterven.

    't Is anders, overdag, een rustge buurt,
    Mijn buren hebben tuinen met veel peren,
    Maar met mijn woning heb ik niet gehuurd
    De vrede die ik immer moet ontberen.

    Nu glimt alleen het lage, doffe licht
    Van 't somber huis waar altijd wordt gewaakt,
    En 'k vraag mij af, bij dit verdoemd gezicht,
    Wat mij zo week en zo lafhartig maakt.

    15-06-2011 om 10:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid
    Een gedicht van Frederik Hemkes 1854-1887

    GOÊNACHT, VAARWEL!

    Goênacht, vaarwel! want ik moet gaan,
    Vaarwel en reik mij nog de hand;
    Een vreemdeling bood me in 't Zuiden aan,
    Wat ik niet vond in 't Vaderland;
    Wanneer ik u voorheen verliet,
    Dan was 't: "Ge ziet mij spoedig weer!"
    Thans luidt de groet, die ik u bied:
    "Vaarwel, zo 'k nimmer wederkeer."

    Goênacht, vaarwel! - Goênacht, vaarwel! -
    Goênacht, vaarwel ten allen tijd;
    Ten allen tijde ga 't u wel,
    Waar 't lot u voere en waar ge zijt;
    Steeds valle er in uw huis en hart
    Een zonnestraal, die u verblijdt
    En die u troost bij kruis en smart -
    Goênacht, vaarwel ten allen tijd!

    Hier mocht ik wonen tot mijn dood;
    Is 't wonder, zo mijn harte klaagt:
    "'k Ben als een vogel, die de nood
    Door koude en storm naar 't Zuiden jaagt!"
    Had ik een eigen huis en haard
    Gevonden in mijn Vaderland:
    Dit smartlijk uur was mij bespaard -
    Vaarwel en reikt mij nog de hand.

    Goênacht, vaarwel! - Goênacht, vaarwel! -
    Goênacht, vaarwel ten allen tijd;
    Ten allen tijde ga 't u wel,
    Waar 't lot u voere en waar ge zijt;
    Steeds valle er in uw huis en hart
    Een zonnestraal, die u verblijdt
    En die u troost bij kruis en smart -
    Goênacht, vaarwel ten allen tijd!

    ---------------------------------------

    Dit gedicht schreef Frederik Hemkes toen hij naar Zuid-Afrika zou vertrekken, waar hij een baan als leraar Nederlands kon krijgen.

    Veertig gedichten, De Beuk, Amsterdam, 1957(1883)

    schrijver

    14-06-2011 om 11:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.morgenliedje
    Een gedicht van G.W. Lovendaal 1847-1939

    Morgenliedje

    Sta op en kom, de nacht is om,
    De morgen is gekomen,
    De velden zijn vol zonneglans
    Vol lichtjes zijn de bomen
    En 't vinkje groet met luide slag
    De morgen van de nieuwe dag.


    Naar buiten, kom! daar buiten ligt
    Een gouden schat verborgen;
    Je vindt hem heel de dag niet meer,
    Verslaap je een mooie morgen,
    En wie hem 's morgens vinden mag,
    Die heeft geluk de hele dag.

    Kindergedichten (1914)

    schrijver

    13-06-2011 om 10:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gestorvene
    Een gedicht van Johan Danser 1893-1920

    DE JONGGESTORVENE

    Gij moest zo vroeg van deze wereld scheiden
    Die gij beminde schoon haar smaad u sloeg,
    Van al de dromen die uw jong verblijden
    Nog ongerept en woordloos in zich droeg.

    En toch toen dood u 't koele bed kwam spreiden
    Sprak gij geen woord dat om een troostwoord vroeg, -
    Bereid als een die lang en schoon mocht strijden
    Zeidet gij zacht: 'Ween niet, het was genoeg.'

    Gij wist: - wij zwerven door dit vreemde leven
    Bij vreugdes dag, bij droefheids duistre nacht,
    Zoekend het woud waar liefdes klanken beven;

    Maar eens vermoeid van aller dingen pracht
    Vinden wij wat ons streven is gebléven:
    Stiltes vallei daar 't vredig is en zacht.

    schrijver

    12-06-2011 om 10:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zomermorgen
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Zomermorgen

    Wit als tulpen zijn haar handen,
    Rood als rozen haar gezicht;
    Warmer dan op morgenlanden
    Ooit de zon, haar ogen branden
    Liefdevol op mij gericht.

    Ja! haar ogen tintlend stralen!
    Venus' licht heeft minder gloed,
    Waar zij laat in 't West gaat dalen,
    Maar ... de zaligste verhalen
    Zijn het, die haar stem mij doet,

    Als ik tot haar neergebogen
    Zeg, dat háár mijn hart begeert,
    En, door zelfde drang bewogen,
    't Hart haar 's werelds zoetst vermogen:
    't Kussen van liefs lippen leert.

    Ik weet ook wel meerder dingen
    Waar ik niet van spreken mag;
    Zilverwitte Mei-seringen,
    Die de lucht van geur doordringen
    In de zoele voorjaarsdag,

    'k Zag ze in 't bos, een zomermorgen,
    Bloeie' op hals en schouderblond;
    't Maagdlijk hart had duizend zorgen,
    Toen, wat ieder bleef verborgen,
    't Oog van de geliefde vond.

    Wonder, wonder om te aanschouwen
    Lichaamsblank in 't witte kleed,
    "Schoner" dacht ik toen zijn vrouwen
    "En wat zij verborgen houen
    "Dan welk werelds schoon ik weet."

    "Schoonst" — maar 'k vrees: zij mocht dit lezen:
    Is mijn woord te ver gegaan?
    Heb ik, wat voor mij moest wezen,
    't Teederst van haar schuchter wezen
    Roek'loos anderen verraân?

    'k Denk: zij zal het mij vergeven,
    Dat ik het niet zwijgen kon;
    Wat mijn hart van vreugd deed beven,
    'k Heb het bevend neergeschreven,
    'k Moest het in mijn lied doen leven
    Zó als vogels in de dreven
    't Lief bezingen voor de Zon.

    schrijver

    11-06-2011 om 11:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wenken

    Een gedicht van Jacob Winkler Prins 1817-1908

    Wenken

    Witte wolkjes met doorgloeide randen,
    boven zee,
    wenken als een zacht paar blanke handen
    Kom toch mee!

    Blauwe plekken, in de blaadrenbogen
    van 't prieël,
    wenken als een zacht paar vriendlijke oogen
    Min haar veel!

    Reuzenletters, in de kristallijnen
    schaatsenbaan,
    wenken als een beeldspraak door haar lijnen:
    Wil toch gaan!

    IJzelpluimen, die aan takken klemmen,
    stijf van kou,
    fluistren als een zacht paar feeënstemmen
    Blijf haar trouw!

    schrijver

    10-06-2011 om 09:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    09-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lied
    Een gedicht van Frederik Hemkes 1854-1887

    WILHELMUS

    Over de zee, aan het westelijk strand,
    Ver van mijn Hollandse duinen en velden,
    Sterkt gij mij, krijgszang van Nederlands helden,
    Zing ik u, lied van mijn land!

    Eens waart gij leuze van oud en van jong;
    Veel werd gewonnen en veel ging verloren,
    Sedert ge in de ure van strijd werd geboren,
    't Volk van den Zwijger u zong!

    Machtige stem tegen dwang en geweld,
    Lentzang der vrijheid, triomfmars der Geuzen!
    Nooit boven 't lied mijner vaadren, hun leuze,
    Heb ik een ander gesteld!

    Zal 'k hem weer aanschouwen, de heerlijke dag,
    Als gij weer davert langs velden en stromen,
    Alom met geestdrift uw stem wordt vernomen,
    Geestdrift en - heilig ontzag?

    Over de zee, aan het westelijk strand,
    Ver van mijn Hollandse duinen en velden,
    Sterkt gij mij, krijgszang van Nederlands helden,
    Zing ik u, lied van mijn land!

    In Engeland geschreven(1881)

    schrijver

    09-06-2011 om 10:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.berusting
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Hendrik Marsman 1899-1940

    Berusting

    Tussen dit ogenblik en mijn dood
    ligt misschien een lang leven;
    ook een groot?
    de hoop daarop heeft mij allengs begeven;
    maar is het groot of klein niet om het even
    voor wie gelooft dat wij pas met de dood
    gaan leven?

    Verzamelde gedichten (1941)

    08-06-2011 om 10:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.minnelied
    Een gedicht van Hadewijch 1225-1275

    Minnelied

    Al zijn het seizoen en de vogels triest,
    toch kan de echte minnaar zich wijden
    aan de liefde, gepaard met lijden:
    Hij weet maar al te goed
    -Zoet en wreed,
    lief en leed-
    wat de liefde met hem doet.

    De trotsen, die daartoe neigen
    om ongeremde liefde te bedrijven,
    zullen op elke wijze
    stout en moedig zijn,
    en gerede ontvangen
    de troost en de tegenslag,
    die de liefde schenkt.

    De liefde beleven is wonderlijk
    voor wie haar kent en wordt bekoord,
    omdat zij het alledaagse verstoord.
    Hij kan het amper verduren
    wie door liefde wordt geraakt:
    Hij smaakt
    vele onnoemelijke uren.

    Somtijds heet, somtijds koud,
    somtijds bang, somtijds boud;
    Haar ongedurigheid is veelvuldig.
    De liefde zadelt ons op
    met schuldbesef
    omdat zij de macht heeft
    die ons beheerst.

    Somtijds lief, somtijds leed,
    somtijds ver, somtijds gereed;
    Wie de liefde goed verstaat
    weet maar al te goed
    dat de liefde taant
    en kan omslaan
    in haat.

    Somtijds geloofd, somtijds gehoond,
    somtijds verborgen, somtijds getoond;
    Eenieder die door de liefde wordt gelaafd
    beleeft een groot avontuur,
    als hij wordt gegrepen
    en de smaak proeft
    van de ware liefde.

    Somtijds licht, somtijds zwaar,
    somtijds donker, somtijds klaar;
    In vrije hoop, in bedwongen vrees,
    in nemen en in geven
    moeten de zinnen,
    die dolen in liefde,
    hier altijd leven.

    Hertaling van Minnelied, http://users.telenet.be/gaston.d.haese/hadewych.html

    Uitgave:
    Hadewijch, Strophische gedichten, 2 delen (ed. J. van Mierlo). Standaard-Boekhandel, Antwerpen/Brussel/Gent/Leuven z.j. [1942], internet http://www.dbnl.org/tekst/hade002stro01_01/

    Hadewijch, Liederen, Uitgegeven, ingeleid, vertaald en toegelicht door Veerle Fraeters & Frank Willaert, met een reconstructie van de melodieën door Louis Peter Grijp, Groningen (Historische Uitgeverij) 2009, inclusief 4 CD's

    Strofische gedichten(13e eeuw)

    schrijver

    07-06-2011 om 10:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    De avond

    Ik heb mijn kleedren uitgetogen
    Bij 't dwarlen van de lampeschijn ;
    Nu balsemt duisternis mij de ogen,
    Ik voel dat wij gescheiden zijn,

    Ik en de dag, dat kind, die jongen,
    Die vogel met gebroken wiek,
    Dat hijgend hert der watersprongen,
    Die speelman en zijn fluitmuziek.

    Hoe heeft hij mij gelokt, belogen,
    Hoe achter wolken week zijn grens,
    Hoe ben ik om zijn bloem bedrogen,
    Die dorde, en 't eind werd van een wens.

    Maar als ik 't hoofd schik op mijn kussen,
    Weet ik mij veilig en bevrijd ;
    Ook hij, de dag, ligt rustig tussen
    Bleke papavers neergevlijd ;

    Hij slaapt en droomt, straks zal hij sterven,
    Want doodlijk is de kus der maan,
    Misschien mag ik nog jaren zwerven,
    Doch hij zal nooit meer naast mij gaan.

    Het aardsche paradijs (1927)

    06-06-2011 om 10:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herfstdag
    Een gedicht van Frederik Hemkes 1854-1887

    HERFSTDAG

    Het kerkje heft zijn toren
    In 't nevelig verschiet
    En uit den hagedoren
    Trilt zacht een vogellied.

    Er bloeit op veld en wegen
    Geen enkel bloempje meer;
    De zwarte najaarsregen
    Sloeg 't laatste knopje neêr.

    Een grijsaard gaat al hijgend,
    Met wankelenden voet
    Het smalle pad bestijgend,
    Het kerkje tegemoet.

    De blaadren vallen neder,
    De grijsaard zucht vermoeid;
    'k Vrees, dat er nimmer weder
    Voor hem een bloempje bloeit!

    De Banier(1879)

    schrijver

    05-06-2011 om 17:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    04-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.anjelier
    Een gedicht van Johan Michiel Dautzenberg 1808-1869

    De Anjelier

    In een potje voor de ruiten
    Kweekt een knaap een anjelier;
    Stengels stijgen, knoppen spruiten,
    't Bloemke staat in volle zwier.

    't Bloemke houdt hem vele dagen
    Aan zijn geur en kleur geboeid;
    Daar alleen kan 't hem behagen,
    Waar zijn anjelier hem bloeit.

    Doch eens valt door de open schijven
    's Knapen oog op 't wijd verschiet:
    Dat, ten berg op, lauwers drijven
    Heeft zijn blik al dra bespied.

    En hij wil een tak bezitten
    Uit het verre lauwerbos,
    Wil een lauwertak bezitten
    Bij een angelierentros.

    En hij snelt en hijgt er henen,
    Komt met moeite tot de top;
    Plukken mag hij en verenen,
    Lauwers groeien er volop.

    Rijk beladen keert hij weder,
    Waar zijn eerste liefde gloeid'.
    Bloem en stengel liggen neder,
    De anjelier is gans verschroeid.

    Gedichten (1850
    schrijver


    04-06-2011 om 12:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.misschien
    Een gedicht van E. Laurillard 1830-1908

    Misschien te helpen

    'Wat scheelt je, Jan? Heb je verdriet?’
    ’Ja…neen, maar ‘k heb zo’n kiespijn, Piet!’
    ‘Is ’t kiespijn? Ik beklaag je, man!
    ‘k Had zelf daar lest mijn portie van.’
    ‘Zo? En wat heb je er aan gedaan?’
    ‘Ja- ‘k ben half gek naar huis gegaan,
    En ‘k zette naast mijn vrouw mij neer,
    Die heel meewarig, lief en teer,
    Mij zachtjes streelde langs de wang,
    En ‘k zat, ja, wel twee uren lang,
    Met mijn gezicht aan haar gezicht:
    En ‘k voelde heus mijn pijn verlicht.’
    ‘Dus is er hoop nog bij dit kruis!-
    Zeg, is misschien je vrouw nu thuis?’
    schrijver



    03-06-2011 om 15:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.finis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    Finis

    Wij weten niet wat komen zal.
    Het hart gedenkt wat is geweest:
    De vrede van een stille geest,
    Vervreemding, duister, overal.

    Maar smart en onrecht zijn voorbij.
    Wij keerden weer tot liefdes wijk.
    Als kind'ren van Gods koninkrijk
    Zijn wij herboren, sterk en vrij.

    God boog de rechte lijn; ‘t begin
    Raakt aan het eind, de cirkel sluit.
    De hemel heeft zijn zaalge buit.
    En - harts verlies blijkt harts gewin.


    24-04-1934

    Kringloop

    02-06-2011 om 13:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lezer
    Een gedicht van C.S Adama van Scheltema 1877-1924

    De lezer

    Gij die dit boekje zo eens openslaat,
    En gij die er in leest, en gij die even
    Aan 't lezen en aan 't blaren zijt gebleven,
    En die het dan weer vriendlijk liggen laat: —

    Ik heb die verzen niet voor mij geschreven
    Met al die rijm en moeielijke maat, —
    Voor jou — ze zijn voor jou juist kameraad
    Met zorg gemaakt, gedrukt, en uitgegeven: —

    Ik heb ze zelf duurder dan jij betaald —
    Want het kost véél verzen te laten leven —
    Ja ééns heb ik er zellefs bij geschreid! —

    Ik heb ze zuchtend uit mijn hart gehaald,
    Om ze alle lachende aan jou te geven — —
    Lees ze dus met een beetje piëteit!

    Zwerversverzen (1904)

    schrijver

    01-06-2011 om 21:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!