Mijn handen rieken van uw reuk waar ik uw steel en blaren kreuk, o gulden Afrikaantjes, en 'k hou van u zo veel en teêr als straks uw parkskens gloeien weer saffraan-goud in de laantjes ; ik riek u dan zo bitter-fris, onaards en vol geheimenis.
Verzen uit de oorlogstijd (1919)
Reacties op bericht (0)
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek