Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stil
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bon 1881-1930

    IK LIG ZO STIL

    Ik lig zo stil aan u als kind aan moeder,
    mijn dode levend lief, en hoor hoe zacht
    het kloppen tikkert van uw zachte hart
    en 't bloed hoor 'k ruisen als water zoetkens doet er.

    De sterren bloeien langs haar zilvren baan
    en blinken met het licht van duizend glanzende ogen,
    de heemlen om hen, als heerlijk hoge togen
    van blauw-zwart marmer welvend staan.

    Daar is geen lichten en daar is geen vrede
    dat ik mij denken kan, lief, zonder u
    de uren, dagen, weken, weven om u nu,

    en als zij uw niet zijn, zoek ik haar reden.
    Mag zo mijn leven bij uw hart vergaan:
    mag 'k in uw ogen 't laatste licht zien staan.

    Zangen van hoop

    31-03-2011 om 12:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de lente
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

    De lente-ik sta midden in haar-

    De lente - ik sta midden in haar -
    o daar komt ze, daar, daar,
    daar vliegt ze op me aan, ze zoent me
    ze zoent me, ze zoent me en ze noemt me
    haar zoete ademen woord voor woord -
    o en daar vliegt ze voort
    de honnige, fladderende lente
    naar de verte, daar naar de horizonnerige tenten,
    de zilveren, zilvervoetige, zilverhandige lente
    de zomerige lente.
    Kijk nu ze strooit de zomer rond
    die vliegt om haar rond
    uit haar mond,
    rond haar boezem, haar gladde rug, haar benen
    zo donslicht-omschenen,
    ze gaat langs de horizonnen
    maar aldoor omme,
    ze heeft toch zo veel, ze kan geven
    wel, zie het lichte sneven
    van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht,
    en daar midden in haar gezicht,
    zie je het wel, zie je het wel,
    hoe licht hoe wit hoe goud hoe schel,
    hoe kunnen we 't toch verdragen
    van ochtend tot avonddage,
    kom weer, kom bij mij weer
    gij mijn lieve, mijn lieve, lieve, lieve ogenbegeer.
    O ze valt op mijn borst
    haar mond midden in de dorst
    van mijn mond, haar rode zachte weeke punttong,
    't is of ze helemaal in me drong.

    Verzen (1890)

    30-03-2011 om 11:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Jan prins 1876-1948

    De Parel

    De wereld, zoals onze geest die kent
    ligt in de schoot van toekomst en verleden
    het onvergankelijke toegewend,
    dat zich voltrekt in haar verganklijkheden.

    Al wat zij voortbrengt heeft zich opgericht
    vanuit een aanvang, in zichzelf gevonden,
    en breidt zich uit en bloeit onder het licht, -
    en gaat dan in zichzelve weer te gronde.

    Maar over de gerustheid uwer ogen
    liggen de schalen, rond en zwaar, gebogen
    van 't losse haar, dat om de slapen vlucht. -
    Een gave parel schemert aan uw hals.

    't Oneindige dat ons vervult is als
    het even licht zijn nog van de avondlucht.

    Verschijningen

    29-03-2011 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.knaapje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van J.J.A. Goeverneur 1809-1898

    Het knaapje in het bos

    Het knaapje had gelopen
    De ganse dag in 't bos;
    De slaap heeft hem bekropen
    Daar op het groene mos.

    Toen daalden uit de bomen
    De eekhorens naar beneên;
    De hazen zijn gekomen
    En dansten om hem heen;

    De dartle reetjes speelden
    Om hem in struik en riet;
    De lieve vogels kweelden
    Hun allerzoetste lied.

    Maar niemand stoorde 't knaapje
    En niemand deed hem leed,
    Tot hij, verkwikt door 't slaapje,
    Weer de ogen open deed.

    Toen zijn ze op eens verdwenen
    In 't allerdichtste geboomt;
    En 't heeft de knaap geschenen,
    Dat hij 't al had gedroomd.

    Prettige tijdkorting (1857)

    28-03-2011 om 10:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meeuwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    MEEUWEN

    Gij koninklijk gediert,
    dat met uw rode poten
    en hermelijnen mantel zwiert
    en vaart onder de zon.

    Hoe blinkt uw dons, als sneeuw
    zo fijn,

    hoe is de glans op 't
    hermelijn
    als van de zonne zelf.

    Gij vaart en scheert
    onder blauw 't gewelf
    en laat de zachte winden gaan,
    en doet de blanke vleugels staan
    als blaren van 'n bloeme.

    Lijk corpulente vrouwtjes gaat
    g' op ijsvloer wiegend, wiegend maat,
    en oogt al naar uw heertjes
    en naar hun bonte veertjes.

    De zonne zegent uw gezicht,
    de wind wiegt u te dansen:
    op 't water, boomen, kaden al!
    zie ik u met uw duizendtal
    als witte bloemen kransen.

    Gij bloemen van de wintertijd,
    gij lopers op het water,
    'k vergeet der Noorderwind gebijt door uw zangend gesnater.

    En 'k zing, m'n meeuwkens,
    maatjes zacht,
    om de schone vederkens
    van u,
    om 't zonneke
    dat lacht.

    Immortellen

    27-03-2011 om 19:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Paul van Ostaijen 1896-1928

    LEVEN

    Mevr. Dr jur. heeft prachtig verdedigd
    de éen-kilo-brood-dief
    zijn gezin
    en bedenkt 7 (zeven) arme kinderen
    vader
    een korst brood
    de rechters hebben gesnikt Het was een sterk stuk

    In de avondkoelte wandelt Mevr. Dr jur.
    Lützowplatz
    en zet zich op een bank
    juist tegenover de kont van de zeegod
    Verdiende rust

    0 Wonne

    26-03-2011 om 19:02 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een verdoolde

    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    Een verdoolde

    Nu is zij dood —
    ze was van mij,
    ze leefde jaren aan mijn zij
    en kende nauwelijks mijn taal;
    haar leven was een vreemd verhaal.
    Zij kwam een avond met een lach
    en bleef ook na de eerste dag;
    zij is mij met een lach verschenen,
    na vele tranen ging zij henen;
    ik gaf haar meer dan kleed en brood...
    Nu is zij dood!

    Nu is zij dood —
    haar kleine hart
    kan niet meer zeggen wat het mart,
    en beide ogen zijn gedoofd;
    'k heb in hun gloed heel lang geloofd;
    haar lippen zijn van klank ontdaan,
    nu zij voor goed is heen gegaan.
    Zo sluipend stil is zij verdwenen;
    zij ging voor altijd van mij henen
    het leven in, dat flonk'ring bood .. .
    Nu is zij dood!

    Parijsche verzen (1923)

     

    25-03-2011 om 10:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het werk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    HET WERK

    Bij dag buig ik gewillig en strijk loon
    mijn zwarte hand gedurig in zijn arbeid,
    mijn zwarte kop nijgt onder 's meesters hoon
    en krimpt; en lacht; en doet naar hem gezeid.

    Maar 's avonds op mijn kamer in 't gouden lampelicht
    maak ik gedichten zangerig en zacht
    en zie niet, dat terwijl heel knokerig en spicht
    op hoeken van mijn tafel een wezenke veil lacht.

    Het grijze baardje valt op 't borstje, zwart,
    zwarte kooloogjes glinstren goud in 't licht,
    witte tandrijen blik'ren blank en hard
    de grauwe handjes liggen mager, roerloos, dicht.

    Zij spotten zo met spotlichtende ogen:
    de Dwaasheid links en rechts de armoe lacht:
    en ik blijf naarstig over 't blad gebogen
    en maak gedichten zangerig en zacht.

    Zangen van hoop, Amsterdam(1919)

     

    24-03-2011 om 13:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.als
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Als heemlen blauw en heuvlen groen

    Als heemlen blauw en heuvlen groen
    en de aarde spruit uit pracht van bomen,
    dan voel ik met zijn wilde zoen
    de sterke zomer komen.

    Dan staat mijn liefste voor de heg,
    hoort blijde slag en tierelieren,
    en al wat winters gooit ze weg
    in lucht van eglantieren.

    Om scherpe torens waait de wind,
    vol hoog verlangen, wonder hopen.
    Schouw op, mijn heerlijk zomerkind:
    de grote zon bloeit open.

    Meidoorn (1925)

    23-03-2011 om 13:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Reinier van Genderen Stort 1886-1942

    De poes springt met haar stille sprong

    De poes springt met haar stille sprong
    En nestelt zich weer op mijn schoot,
    Zij lijkt, een rasp gelijkt haat tong,
    Ons beider gein is even groot.

    Haar vacht is zacht gelijk fluweel,
    Haar ogen glanzen in het donker,
    En als zij spint, stijgt uit haar keel
    Een vreemd gerucht, als van een ronker.

    Zij spint de muzikale draden
    Van een geheim, dat niemand kent,
    Dat geen mens ooit vermocht te raden,
    Dat eeuwig blijve, onbekend.

    O diertje zoet, dat ik vergood,
    Gelijk zovele dichters deden,
    Ge bergt in uw geheime schoot,
    Gelijk de sfinx, uw eigen reden.

     

    22-03-2011 om 14:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wiegeliedje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    Wiegeliedje

    Al wat mijn liefje doet
    Luidt als een liedje zoet.
    - Slaap, kindje, slaap! -
    Over de marmertrap
    Zingen zijn stapjes rap,
    Zingen van trappeltrap.
    - Slaap, kindje, slaap!

    Maar als mijn knaapje rust,
    Vredig in slaap gekust,
    - Droom, kindje, droom! -
    Vedelt een melodie,
    Zingt er ik weet niet wie,
    Ziel die 'k in nevel zie.
    - Droom, kindje, droom! -

    Woelt zich mijn blondje bloot,
    Bloeit er zijn mondje rood,
    - Slaap, kindje, slaap! -
    Engelen komen zacht,
    Zingen van zomernacht,
    Zo dat mijn dromer lacht.
    - Slaap, kindje, slaap!

    Zilver in zilvermaan,
    Zingend de wilgen staan,
    - Droom, kindje, droom! -
    't Ruisende molenrad
    Sprankelt de rozen nat,
    De aarde is in dromenbad.
    - Droom, kindje, droom!

    Moederverzen (1909)

    21-03-2011 om 17:02 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ritje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    RITJE

    Het paardje reed zo klinkend
    met hoeven tinkellinkend
    al op de klinkerdijk.

    Zij droegen róse hoedjes
    op roodgeverfde snoetjes
    en voeren langs de dijk.

    De sleepman had een zweepje, slap,
    en zweepte 'hurt' bij elke stap
    van 't paardje op de dijk.

    Zij hadden gouden zon gehuurd,
    en 't tuigje was zo blank geschuurd
    dat voerde over de dijk.

    en blanke bloempjes aan de kant
    die keken in de vigilant
    wie voer over de dijk.

    Zo menig vent en jonggezel
    die werd wat raar aan zijn gestel
    bij 't langs-gaan op de dijk.

    Door die guitig rode snoetjes
    onder die róse hoedjes;
    die meisjes, langs de dijk.

    Een bonte vlucht, Bussum.(1911)

    20-03-2011 om 12:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de avond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1891-1930

    DE AVOND

    De avond verfde rood de zee
    en zwart de wijde hemel,
    een late vogel scherend glee
    langs 't koperrood gewemel.

    Een vreemde stem gromde van ver
    en neurde zwarte klachten,
    en uit der wolken zwarte vachten
    glansde een bleke verre ster.

    Je adem zoemde in mijn oor
    en zong er wijzen, zacht,
    de zee weedroef neurde erdoor,-
    ...heel donker kwam de nacht.

    Wat zang en melody, Mij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.(1910)

    19-03-2011 om 16:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    18-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lente
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Abraham van Collem 1858-1933

    LENTE

    Wanneer het lente worden zal?

    Reeds bloeit de vlier en ritselen de gronden,
    De trage beken krijgen duizend monden...
    De lente, lente.

    Wanneer het lente worden zal?

    Aan strakke lucht een helle ster gaat lopen,
    De heide legt een blad van purper open, .. .
    De lente, lente...

    Wanneer het lente worden zal?

    Hoort gij de nacht? de schemering wordt klare
    Uit de zee-diepte rijst een blijde mare...
    De lente, lente...

    Wanneer het lente worden zal?

    Er is van overal gerucht vernomen,
    Van af de bergen is een stem gekomen...
    De lente, lente...

    Wanneer het lente worden zal?

    Schermutseling wordt hoorbaar in de velden,
    De Dood stijgt uit, hij gaat nieuw leven melden...
    De lente, lente...

    Wanneer het lente worden zal?

    Wij zijn de vlier, de ritselende gronden,
    De trage beken met de duizend monden,
    De helle ster die aan de lucht ging lopen,
    De paarse heide die kwam lichtend open,
    De komers die de schemer maakten klare
    Wij zijn de makers van de blijde mare —
    Schermutseling die opsteeg uit de velden,
    De Dood zijn wij en komen mensheid melden,
    Haar lente, lente, lente.

    Opstandige liederen (1919)


    18-03-2011 om 15:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zee
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht over het wel en wee in het leven door mijzelf geschreven

    De zee

     

    De zee nam een man en vader

    Een zoon, broer en zwager mee

    Wat een familiewee

    Het graf is nu de bodem van de zee

    Geen afscheid kan nog voor een

    laatste keer worden genomen

    Toen ze wegvoeren

    Had niemand dit kunnen dromen

    Het kan een mens zomaar overkomen

    Hoe moet je dit grote verdriet nu doorkomen

    Zo’n onwezenlijk gebeuren

    Dat je leven ineens kapot kan scheuren

    Het leven moet opnieuw worden aangevangen

    Want alles gaat gewoon door

    Het lijkt dan of een mens niets verloor

    Maar zo’n verlies kan zo diep snijden

    Dat men de eerste jaren gaat lijden

    Aan al wat zo afgenomen werd

    Niet door de woeste zee

    Maar door het varen met een boot

    Die kapseisde en de mensen door het zeewater omsloot

    Waar geen weg meer in terug is te vinden

    Maar achterblijvers worden misschien nu wel als de hinde

    Die de weg naar de Troost mogen vinden

    En dat het verdriet de mensen niet gaat verslinden!

     

     

     

    17-03-2011 om 10:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vogel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Jules Schürmann 1873-1927

    Hoort ge die vogel...

    Hoort ge die vogel daarbuiten niet fluiten
    Zijn liedeke klein?
    Lieve wil nu nog de ruiten niet sluiten
    Voor wonderen fijn.

    Zweeft met zijn zingen geen geur van seringen
    In ons kleine huis?
    De ziel der dingen lijkt binnen te dringen
    Met bomengeruis...

    Hoort ge die vogel daar buiten niet fluiten
    Zijn liedeke klein?
    Lieve wil nu nog de ruiten niet sluiten
    Voor wonderen fijn...


    1910

    16-03-2011 om 14:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.circus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Helene Swarth Swart 1859-1941

    CIRCUS-RIJDEN

    Op melkwit paard, met telkens wuifgewiek
    Van d' open kelk der rose rokjes, rijdt
    Een tenger meisje, als vleugelen gespreid
    De ranke lelie-armen, bij muziek
    Brutaal van koper-schetter-jool, bereid
    Tot vogelzweven, voor verwend publiek,
    Door linte'-omwoelden ring die, star-comiek,
    Een clown hoog óphoudt, dat zij 't blank doorrijt'.

    In 't ronde renwerk, arglooze oogenprooi,
    Een kind nog, ijdel, soms wel heimelijk bang,
    Rijdt zij voor 't eerst , verblijd door eigen mooi.

    Zoo zweeft de dichter, blij met eigen zang
    En blank gevoel en kleur'ge woordentooi,
    In duizelvaart, door levens cirkelgang.

    Gedichten, P. N. van Kampen en Zoon, Amsterdam.(1902)

     

    15-03-2011 om 15:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hiernamaals
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    Hiernamaals

    Zal ik in een nevel waren,
    Of in tastbre duisternis?
    Zal ik in een ledig staren
    Angstig dat ik mij vergis?
    Zal ik dom'len of ontwaken?
    Zal ik weten waar ik ben?
    Zal ik bange zuchten slaken
    twijflend wie ik straks herken? —
    Zal ik voelen hitte en koude?
    Zal ik horen? zal ik zien?
    Ach, mij arme! ach mij oude
    Wat zal er met mij geschien?
    Aanstonds valt het zwarte kleed
    Arme zondaar! wees gereed!

    Jeugd-verzen (1926)

    14-03-2011 om 16:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de dragers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    De dragers

    De dragers, de dragers treden zo hard.
    Hoe vaak droeg ik u in mijn sterke armen
    als een vogel verschrikt, in netten verward,
    met bang fluiten en schriklijk alarmen.

    Nu, vreemdige kerels, voor een slok en een munt
    sjorren, sjokken, en stappen hoogluid,
    als slagers versjouwen gespleten rund
    en dragen 't de slachtplaats uit.

    Wee! dat mij niet blijft nu, dit zacht kleinood,
    dat zacht voorhoofd, die dode ogen,
    blanke handen, met als een kleen vlamke, rood,
    de ring, nauw aanvaard, diep bewogen...

    Zo zwart is de wereld nu buiten voor u
    zo zwart en donker en koud:
    en ik ga bukkend en ween om u,
    mijn hart is droef en oud.

    13-03-2011 om 14:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herfsteinde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    HERFSTHEIDE

    Vol grijze dreiging hangt het zware zwerk
    Op 't rossigbruin van de uitgebloeide hei.
    Langs 't bleke zandpad zeult een kar voorbij
    Een donker schonkig paard. Eén tengre berk
    Rijst rank op 't grauw met siddrend bladgesprei.
    En plechtig ruist, 'lijk 't orgel in een kerk,
    De wind door 't woud van sparren lenig sterk
    En sombre beuken, 't heideveld terzij.

    'k Vlij me in een kuil en dek mijn leden moe
    Met geurend blad en ros ruig heikruid toe
    En luister, oor en hart aan heideschoot.

    Nu waar 't wel zoet, terwijl ik d' aardgeur dronk,
    Zo stil dit hart werd en hier zacht verzonk
    In 't lang verlangd mysterie van den dood.

    Natuurpoëzie, J. H. Kok, Kampen(1930)

    12-03-2011 om 19:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.park
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Uyemo Park, Tokio

    De kindren lopen uit hun kleurig spel
    En laten 't park schuw en verwaarloosd achter.
    De vogels zwijgen om een oude wachter,
    Alleen de krekels sjirpen snel en schel.

    Het groene en rode loof wordt even vaal.
    Een flakkerlicht ontwaakt in bronzen lampen.
    De avond komt gedempt, gehuld in dampen
    Nader, als een sluipmoordnaar in een zaal.

    Maar plechtig aangetrokken klokken tampen
    En langgerekte heilige tonen gonzen
    Boven het dor en streng gebed der bonzen,
    Beveiligd voor de nacht in 't heiligdom.

    Verzamelde gedichten

    Illustratie: Shinto poorten in Uyemo of Ueno Park in Tokio (Japan)

    11-03-2011 om 10:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefste
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    Mijn liefste.

    Mijn liefste waar zal ik
    slapen
    vannacht?

    De nacht is zo zwart
    en de winden gieren
    en voor mijn voet, bange geesten,
    slieren
    tak en takken, in knakken
    verward.

    Mijn liefste waar zal ik
    slapen
    vannacht?

    Als een lam, moegedwaald
    van de kudde verlaten,
    dat dwaalt en dwaalt,
    jammerend loopt te blaten,
    zo dwaal ik, en donker
    donker zwart is rondom;
    de winden gieren,
    vallend lof ritselt om.

    Mijn liefste
    uw armen zijn van mij gegaan
    uw ogen gesloten, uw adem ruist niet
    als een teder moederlijk sluimerlied
    zacht tegen mijn voorhoofd aan.

    En uw boezem, een kussen
    zo zacht, voor mij
    is nu koud en ver, ver heen,
    in de plaats van uw monklende
    ochtendlach
    vind ik tranen
    en kermend gesteen.

    Mijn liefste
    waar zal ik nu
    slapen
    vannacht?

    Zo moe is mijn hart
    en het kan niet rusten,
    wijl uw lippen mij altijd
    te slapen kusten,
    en uw lippen zijn weg nu
    en ach... hoe zwart.

    Mijn liefste
    waar zal ik
    slapen vannacht?

    O een droom! van nog eenmaal
    met u te zijn:
    in uw harenvacht
    in uw ogenschijn;
    en dan niets meer te weten
    en te sterven, zacht.

    Immortellen

     

    10-03-2011 om 11:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herinneringen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Frans de Cort 1834-1878

    Herinneringen

    Ach, laat ons van 't verleden spreken...
    Gij luistert immers gaarne, vrouw?
    'k herinner mij, hoe lang verstreken,
    Mijns levens lentetijd getrouw.
    Toen had ik appelrode wangen,
    Mijn baard was blond, gekroesd mijn haar;
    En 'k zag vol fierheid allegaar
    De meisjes me aan de slippen hangen!

    Brunetten, zwarten of blondinnen,
    Mij waren alle liefjes goed,
    Maar geen en wilde ik ernstig minnen...
    De vrijheid scheen mij veel te zoet!
    't was echter in de wind gesproken:
    Eens had ik u gezien, vriendin,
    En 't frisse bloemeke der min
    Was in mijn hart opeens ontloken!

    Ik mocht ten outer u geleiden...
    De spaarpot schudde vader om.
    Dit nette huiske werd ons beiden
    Ten zoete liefdeheiligdom.
    Wat sleten wij genoeglijke uren
    Hier hand in hand en hart aan hart!
    Ach, nooit, vrouw lief, bezocht de smart
    Ons binnen deze zalige muren!

    De tranen staan me nog in de ogen,
    Als ik herdenk de blijde stond,
    Toen ik, van 't werk naar huis gevlogen,
    Een zoontje aan uwen boezem vond...
    Hoe mild heeft ons het lot bejegend!
    Nog negenmalen bovendien
    Mocht ik een pasgeboorne zien,
    Waarmede ons huwlijk werd gezegend!

    Nog zijn zij alle tien in 't leven,
    En mannen zijn 't naar geest en lijf.
    Nog heeft geen hunner ons begeven,
    Al worden wij wel oud en stijf!
    Doch komt de liefde ze ons ontstelen...
    Wel doet het scheiden lijden; maar,
    Gaat, kinders lief, 't geluk is daar,
    Waar kleintjes bij de haard spelen!

    Liederen (1868)

    09-03-2011 om 09:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verlangen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1930

    VERLANGEN

    Verlangen is een vuur dat niet en dooft,
    't is als 'n zwaan klapwiekend, kan niet sterven:
    de Dood komt om het hart, in 't jonge hoofd
    droomt nog 't verlangen in parelmoeren verven.

    Mijn broeder, ons verlangen is sterker dan de wil
    de strijd is als 'n bloemknop om 't verlangen
    het dunne hulsje houdt 't gloeiend blad gevangen,
    dan breekt het uit! en in de zonne stil

    bloeit het omhoog! omhoog! Mijn broeder,
    uw verlangen overwint de dood, want als
    zijn donkere arm zich wringelt om uw hals,
    dan is het blank verlang' in u nog levend:

    en als gij op zijn vleuglen, door hooge heemlen zwevend,
    de englen zingen hoort uw doods,-en hemellied,
    staart gij zoekend naar uw lief, hoort en begrijpt hen niet.

    08-03-2011 om 11:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.traan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van van Isaac da Costa 1798-1860

    De traan

    De traan, die opbruist naar onze ogen,
    In liefde en vriendschap, vreugde en smart,
    Die is de ware tolk van 't hart!
    Wie door een mond ooit werd bedrogen,
    Die een geveinsde glimlach plooit,
    Een traan!..... een traan misleidde nooit!

    De traan, naar boven opgedreven
    Bij 't heimlijk slaken van een zucht,
    Geeft de geperste boezem lucht!
    Men ziet hem als een nevel zweven:
    Maar door die nevel speelt de gloed
    Van 't weder ademend gemoed!

    De traan van 't smeltend mededogen,
    Dat in des naasten lijden lijdt,
    En hem eens broeders zorgen wijdt,
    Verkondigt in de glinstrende ogen
    De Godlijke afkomst onzer ziel,
    Hoe diep zij van zich zelf verviel!

    De traan des zeemans, die gevaren,
    Noch 't naderende doodsuur vreest,
    Is 't afscheidsteken van de geest
    Aan vrouw en kind, wanneer de baren
    Van d' opgeruide Oceaan
    Het dobbrend schip verzwelgen gaan!

    Waar Roemzucht, wederzijds ontstoken,
    D' onmenselijke kampstrijd mengt,
    Ook daar wordt vaak een traan geplengd!
    En 't recht der mensheid is gewroken,
    Wanneer hij 's winnaars oog ontvloeit,
    En 't vijandlijke lijk besproeit!

    Of, als wij 't dierbaar oord begeven,
    Dat onze eerste kinderlach,
    Dat onze eerste bloeitijd zag,
    Om dieper in te treên in 't leven;
    Dan staren wij 't weemoedig aan,
    En 't droef Vaarwel spreekt door een traan!

    Maar gij, vooral, gevoel van liefde!
    Uw alveroverende tocht
    Wekt stromen van dit balsemvocht!
    Voor wie uw gloênde pijl doorgriefde
    Zijn tranen wellust van het hart,
    In liefdes vreugd, in liefdes smart!

    Ook wie de geestdrift heeft bevangen,
    Die 't moedig hart, waarin zij blaakt,
    Tot aller harten meester maakt,
    Die verft een gloeiend rood de wangen,
    Die wemelt in het oog een traan,
    Die meer dan woorden doet verstaan.

    Wie eerbied ooit de ziel vervulde
    In 't brandend tijdperk van de jeugd,
    Voor mannenmoed, voor mannendeugd;
    De traan is 's harten eêlste hulde,
    En die de nagedachtenis
    Van grote namen waardig is!

    Zo wekken Cesars lauwerkronen,
    Zo Alexanders fiere moed,
    Zo Maurits grootheid, waard zijn bloed,
    Diep uit het hart der heldenzonen
    Een traan op, die voor 't oog verraadt
    Van welk een zucht de boezem slaat!

    Het marmer is een koude hulde!
    Mijn vrienden! welle een enkle drop
    Uit uw gevoel'ge harten op,
    (Is slechts de geest die mij vervulde
    Zo liefelijk een hulde waard)
    Wanneer 'k zal rusten onder de aard!

    Da Costa's kompleete dichtwerken (1861)

     

    07-03-2011 om 11:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oplossing
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Johannes Immerzeel 1776-1841

    OPLOSSING

    Is 't wonder dat de mens, in 't leven,
    Het beste spoor zo moeilijk vindt?
    Twee gidsen, die hem voort doen streven,
    En beurtlings wenk en spoorslag geven, —
    Fortuin en Min, zijn beiden blind!

    06-03-2011 om 11:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slaap

    Een gedicht of vers bekend bij velen...

    Slaap, kindje, slaap!

    ‘Slaap, kindje, slaap,
    daarbuiten loopt een schaap!’
    je hartje tegen mijn harte aan
    ik voel het kloppen, voel het slaan.
    ‘Slaap, kindje, slaap!’

    Daarbuiten gaan geen mensen meer,
    de huizenogen loken neer,
    de straatlichtjes zijn uitgedaan,
    boven gingen de sterren aan
    en 't is heel stil: alleen de wacht
    trommelt, hol stappend, door de nacht:
    ... slaap... kindje... slaap!...

    Je neusje zo gebogen, fijn,
    dringt zich of 't in mijn borst wil zijn,
    je oortje, als een bloem ivoor,
    drong zwarte lokjes door naar voor,
    je hoge hoofdje in mijn arm
    duikt zich en schut zich warm.

    Daar komt omhoog de witte maan
    uit wolken zwart, en ziet mij aan
    en kijkt mij door mijn ogen heen
    en in mijn ziele, of ik ween!
    als zij dan glanst op jou mijn kind,
    is 't of je 'n zilv'ren kindje bent.

    Die hoge maan die ziet zo ver
    en wijst daar aan die goudenster,
    zo blinkend op het glaskozijn,
    waar of de dode mensen zijn:
    de dode mensen zijn heel wijd,
    nog verder dan de maanglans glijdt.

    Daar zit in lichte nis een vrouw,
    zo mooi als jij en droomt van jou;
    haar witte armen saamgevouwen
    om een kindeke er in te houden,
    lonkt ze en lacht en zingt dan teer
    - haar teerte deinend heen en weer -:
    ... ‘slaap... kindje... slaap!’...

    Hoe heerlijk tikkert in de slaap
    je hartje slagjes op het mijne
    en starend in het maneschijnen
    zing ik van 't arme dwalend schaap,
    ... ‘slaap... kindje... slaap!’...

    Immortellen

    05-03-2011 om 17:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrouw

    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    Ik ben een vrouw

    ‘'k Ben een vrouw, als alle vrouwen,
    waarom wilt ge mij omhangen
    met het kleed van Uw verlangen
    en mijn lichte lach vertrouwen?’
    ‘Om de zucht, die ik eens vond,
    om d'onuitgesproken woorden,
    die verdoolden op de boorden
    van tomatenrode mond.’

    ‘'k Weet mijn ogen zijn mijn machten,
    waarom wilt gij, dat hun stralen
    dieper zin U zal verhalen
    dan de heugenis der nachten?’
    ‘Om de schemerstille schijn
    van een nauwelijks gebeuren,
    dat ik heimelijk zag treuren
    door het wimpren kantgordijn.’

    ‘'k Zie de schoonheid van mijn leden...
    waarom wilt ge, dat mijn leven
    niet zal stralen in zijn streven,
    waar mijn lichte voet zal treden?’
    ‘Om het lusteloos gebaar,
    dat U bleef van alle lusten,
    om Uw hart, dat niet kan rusten,
    wijl Uw wanhoop is te zwaar.’

    ‘'k Hoor de woorden van de monden,
    waarom naar het hart te luistren,
    als mijn minnaars mij toefluistren,
    dat hun heilig zijn mijn zonden?’
    ‘Om de uren, die gij ducht,
    om de dwaling te genezen,
    dat gij van U zelf zoudt wezen,
    nu ge mij, in U ontvlucht.’

    ‘'k Ben een vrouw, als alle vrouwen,
    waarom wilt ge mij dan minnen,
    nu geen hart is te gewinnen,
    dat zich zuiver laat doorschouwen?’
    ‘Om de folt'ring, die gij lijdt,
    om het brandend heet begeren.
    dat door mij, gij nu moet leren
    dragen in verwachte tijd.’

    Parijsche verzen (1923)

     

    04-03-2011 om 16:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stem

    Een gedicht van Salomon Bonn 1891-1930

    IK HOORDE UW STEM

    Stemmen spraken tot mij,
    ik hoorde ze niet,
    ik hoorde uw stem
    als 'n lied, als 'n lied!

    Zoals 's avonds laat
    wen de wereld zwijgt
    over wateren, stil,
    'n boot ver tijgt.

    De wereld is stil
    de wereld is donker,
    alleen leeft de maan
    en wat stargeflonker

    Haar stem is muziek
    in de stille oren,
    zo kan ik maar niet
    uw stemme horen.

    Mijn land ligt zo ver
    en uw stem is zo zacht,
    en geen enkele ster
    schijnt mij in mijn nacht.

    03-03-2011 om 11:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrouw
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Eduard Brom 1862-1935

    Aan mijne vrouw

    Je fijne gratie mij omwevend
    Als geuren delicaat,
    Je geest zo lichtend en zo levend
    Mijn geest omzwevend, saâm opstrevend .....
    Je tere vrouwlijkheid, mij gevend
    Een nieuw geluk nog laat
    Maar jong en lichtend als een avend
    Van droom en kleur en koelte lavend,
    Een avond die héél langzaam duistert,
    Maar door geen duister wordt ontluisterd .....
    Want de avond-Schoonheid wil niet marren:
    Uit dage-scheiden Zij ontluikt
    In mane-glans en gouden starren,
    In blijheid die de vogel tjuikt:
    Een avond die de nacht weerstaat
    Tot aan de nieuwe dageraad!

    Laat dan mijn avondbeê je danken
    In zacht koraal van morgenklanken,
    Alsof mijn ziel pas werd gewekt
    En nu opééns zichzelve ontdekt,
    Als zon uit wolken openbrekend,
    En met een vreemde stemme sprekend,
    Aan lang verzaamde zingens-stof
    Ontlenend plots der Liefde lof!


    20 juli 1932

    02-03-2011 om 16:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lindeboom
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een gedicht van Frederik Hemkes 1854-1887

    DE LINDEBOOM

    Er stond bij gindse molen
    Een linde, zwaar en groot,
    Die vaak bij 't ommedolen
    Mij dak en schaduw bood.

    Veel heb ik in haar lommer
    Gezongen en gedicht,
    En drukte me elders kommer,
    Dáár scheen mij 't leven licht.

    'k Ben laatst, toen zorgen kwamen,
    Naar de oude plek gesneld;
    Maar ach, mijn hart kromp samen:
    De linde was geveld.

    'Men heeft u omgehouwen,
    Mijn trouwe lindeboom!
    Wie zal ik nu vertrouwen,
    Waar ik al peins en droom?'

    Ik wilde een takje breken
    Van 't stervend lindehout,
    Een woord tot afscheid spreken;
    Daar rilde ik bang en koud.

    De linde hoorde ik klagen
    In felle stervenspijn:
    'Ik zal na luttel dagen
    Uw laatste woning zijn.'

    Veertig gedichten.(1882)

    01-03-2011 om 16:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!