Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    31-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moeder
    Een gedicht van J.P. Hasebroek 1812-1896

    AAN ENE MOEDER.

    Hoe schoon stond de bloemkroon op 't jeugdige hoofd,
    Toen 'k u in de Bruidzaal mocht groeten;
    Toen waart ge aan de Vreugd en de Schoonheid verloofd;    
    De Jonkheid bracht hulde aan uw voeten;
    De oranjebloem zelfs scheen niet wit bij de glans
    Van 't elpenblank voorhoofd, gedekt met haar krans.

    Thans buigt zich uw schedel allengskens ter neer;
    Uw voorhoofd, met rimplen doorsneden,
    Tooit sneeuwwitte bloesem noch elpenbeen meer;
    Geen jeugd strooit gebloemt' voor uw schreden.
    o Moeder, in wie dus de Schone verdween,
    Waar is nu de bloemkroon van gisteren heen?

    Maar hoe? Is die bloemkroon gevallen ter aard',
    Waarheen mij uw blik schijnt te wijzen?
    Ja, 'k zie daar, als bloesem, die viel in de gaard,
    Een krans, om zijn schoonheid te prijzen;
    Een krans, die maar enkel uit knoppen bestaat,
    Waarin zich de wordende Schoonheid verraadt.

    Een krans is 't van - kindren, gekweekt met u w bloed,
    Dat helder hun wangen doet blozen;
    - Van kindren, wier oogstraal nu blinkt van uw gloed,
    Wier lip is bedekt met uw rozen;
    Van kindren, in wie gij, o Moeder! herleeft,
    En ons weer uw schoon te bewonderen geeft!

    Buk, Moeder! naar de aarde, en vergaar op uw schoot
    Het kroost, dat uw voeten omhuppelt;
    Dan tooit u de krans, die uw lokken ontschoot,
    Met tranen van vreugde bedruppeld.
    Cornelia sprak: mijn juwelen zijn hier!
    En gij: Zie de bloemen, waar 'k thans mij mee sier!

    Nieuwe Winde-kelken (1864)

    schrijver

    31-01-2015 om 22:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.offer

    Een gedicht van Liesbeth Maria Post 1755-1812

    Offer der liefde.

    Een stille hut op 't eenzaam land,
    Vrij van gewoel en slommer;
    Een kleine moestuin met een beek,
    Beschaauwd van milde lommer;
    Een lieve schrijfcel, en een kas
    Met boeken, weinig mensen,
    Was al wat ik, als 't grootst geluk,
    Op Aard, van God kon wensen:
    Die keus lag in mijn kinderhart,
    Zij groeide met mijn jaren,
    Ik kreeg ze in 't eind; God wilde zelfs
    Hier meer dan 'k vroeg, vergaêren.

    In een betovrend vruchtbre streek,
    Vol bossen, bergen, dalen,
    Vol bronnen, akkers, weiden, waar
    De beekjes kronklend dwalen;
    Een oord waarin Natuur, door kunst
    Geleid, maar niet gedwongen,
    Elk treft, en door een bos-concert
    Verrukkend wordt bezongen;
    Daar gaf mij 's Hemels trouwe zorg,
    Een lieve eenvouwge woning,
    Die 'k niet zou ruilen voor den glans,
    De zorgen, van een' Koning:
    Hier biedt Natuur haar lachend schoon,
    Elk' avond, ieder' morgen;
    Hier rollen dagen vol genot,
    Bevrijd van duizend zorgen;

    Hier kan ik, juist naar mijn' genie,
    Een rustig leven leven;
    Mij in mijn lieve boeken-cel
    Of 't open veld begeven;
    Van mijn Cheri alom verzeld,
    Door woud en bergen dwalen;
    En bij een frisse koele bron
    Weer rustig ademhalen;

    Verscholen in een kleine hut,
    De wereld gans vergeten,
    En luistrend naar het bosgeruis
    Een Solitaire heten.
    Op duizend plekjes hier en ginds
    Vond ik, vermoeid van 't dolen,
    Een rustplaats met mijn boek, in 't groen,
    Voor 't zoekend oog verscholen.
    Ik kon..... Maar neen, ik kon niets meer;
    Sinds gij mijn rust vermoordet,
    Sinds gij die zelf-genoegzaamheid
    Door uwe liefde stoordet;
    Sinds is Natuur hier dood voor mij,
    En de eenzaamheid vervelend;
    Geen denkbeeld dan uw liefde alleen,
    Is voor mijn hart meer strelend.
    Sinds ik u kende, is 't vruchteloos,
    In deze lieve streken,
    't Geluk te zoeken; 't is me alom,
    Op 't liefste plekje ontweken.
    Gij deed voor mij dit paradijs
    In wildernis verandren;
    Maar wildernis wordt paradijs
    Ziet zij ons bij elkandren.

    Ik ga dan waar me uw liefde wenst;
    Ik offer stil genoegen,
    Genietrek, alles, om, als vrouw,
    In huiszorg druk te zwoegen.
    'k Verlaat dan 't bosrijk Gelderland,
    Voor Hollands vlakker streken;
    Maar 'k weet, mijn beste! aan uwe zij
    Zal mij geen troost ontbreken:
    Dit offer u en mijner waard
    Zal nimmer mij berouwen
    Uw trouw zal mij vergoeding doen
    'k Juich in dit blij vertrouwen.

    Gezangen van liefde (1794)

    schrijver

    30-01-2015 om 23:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roman

    Een gedicht van Egar du Perron 1899-1940

    ROMAN IN TWEE VENSTERS

    1.

    Mijn lief zat voor het open raam,
    een zon, die langzaam viel,
    omlijstte met verzachte schijn,
    in een bleekgouden, tere lijn,
    haar hoogvoornaam
    profiel.

    Toen schoof mijn lief de blinden dicht,
    verveeld, een beetje boos,
    maar binnen drong één scherpe straal
    en op haar mooie mond, brutaal,
    danste het licht
    een poos.

    Als eens mijn lief, verveeld en boos,
    mijn liefde buitensluit,
    dan sterft mijn liefde, zo gewond,
    stil, als dat zonlicht, op die mond,
    zonder één voos
    geluid.

    2.

    'k Sta aan mijn venster. Het is laat.
    Ik kijk neer op de stille straat.
    In duisternis, waar niemand gaat.

    Van nergens komt meer één geluid.
    'k Sta met mijn hoofd tegen een ruit.
    Wanneer gaat die lantaren uit?

    Eén lichtkring op wat vunzigheid.
    Die gloor is met dat goor in strijd.
    Daar gaat zelfs geen verloren meid.

    In mij is net zo'n stille straat.
    Waar niet één lamp te branden staat.
    Waar sedert lang geen mens meer gaat.


    1922

    Parlando (1941)

    schrijver

    29-01-2015 om 22:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.recensent
    Een gedicht van N.J. Storm van 's Gravenzande

    De Recensent

    Laatst had ik eens een vent te gast;
    (Hij was mij juist wel niet tot last,
    Want ik had slechts mijn daaglijks eten.)
    Verbaasd! wat heeft de vent gevreten,
    Alsof hij in geen veertien daag 
    Iets had gekregen in zijn maag.
    En toen hij naauw mij had verlaten
    Ging hij bij een der buren praten;
    En gaf daar nu wat dapper af,
    Op 't geen ik hem te schransen gaf:
    De soep kon wel pikanter wezen;
    't Gebak was niet genoeg gerezen;
    De kippen konden blanker zijn;
    De groenten gaarder, en de wijn
    Met meer bouquet. De loze vent!
    Wie was het toch? — Een Recensent.

    Luimige poëzy (1827)

    schrijver

    28-01-2015 om 23:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.burgerhuisje
    Een gedicht van Lodewijk van Deyssel 1864-1952

    Burgerhuisje.

    Door 't burger-huis op laten middag traden
    Wij de open lucht in, waar seringen-geur
    Hing over de achterdeur en lente-wind
    Stil witte wolken dreef door 't hemelblauw.

    Een kleine stadse tuin, alzijds bemuurd
    Door grauwe steen, en waar een enge ring
    Groen gras en witte kiezel 't perk
    Veelkleurge bloemen, 't éénge, rond omsloot.

    Luwte beving ons, zon op achtermuur
    Scheen goud, geluid van schelpjes aan de zee
    Maakte de kiezel onder 't zachte gaan.

    Seringenblaadjes streelden langs ons heen,
    Rozen, violen, en purpre papaver
    Bloeiden, en ginds in killen schaduwhoek
    De schuchtre blanke lelietjes-van-dalen.

    Zó rijk, zó schoon leefde in die lutle tuin
    De volle lente, dat ik dralend toef
    Voor 'k met een klánk nog de herinnering
    Diepst doe herleven: blijde gekwinkel
    Van klokkentoren daalde spelend neer
    Langs steile muur, door luwte in 't loof, verzellend
    Ons stille spreken. Toren verborgen
    Achter de muren, slechts een enkle dag,
    Een feestdag, deed gij meerder dan 't gewoon,
    Niet meer bespeurde, daaglijks zelfde, tinklen,
    En zong ge, telkens weer, de uren door...

    De zoele wind en 't heldre spelen wiegden
    Mijn ziel in sluimring, makend zon en bloemen,
    Gras-rand en pad tot kleurig droomtafreel.

    De Gids (1923)

    schrijver

    27-01-2015 om 21:59 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mensen
    Een gedicht van Willem Kloos 1859-1938

    De menschen dóen, maar weten niet waaróm

    De mensen dóen, maar weten niet waaróm
    Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
    Hoe zij het meeste van het leven kregen,
    't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, -

    Hopen en haken of er níet wat kom,
    Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
    Stil in hun lekkere bedjes gelegen.....
    Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich dom:

    Dan kijken ze uit een paar onschuldige oogjes,
    Willen niet, maar willen wel, en zijn zo bleutjes....
    't Leven zegt: ‘zo!..’ en neemt het weer weerom.

    O, geef elkaar zo even maar wat droogjes
    Oogjes en schuintjes en vriendelijke peutjes,
    O, mensjes lief, wat zijn wij allen dom!

    Verzen (LIV) (1894)

    schrijver

    26-01-2015 om 22:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wintermorgen
    Een gedicht van Jacqueline van der Waals 1868=1922

    Wintermorgen.

    Week op het wit van het wazige land,
    Week door het grijs van de wolken daarachter,
    schemert de schijn van de zon, die met zachte
    goudglans de zomen omrandt.

    Blank als de glans op het wazig verschiet,
    week als de schemer van de zon door het grijze,
    weifelt het licht door mijn stille gepeinzen,
    schemert de vreugde door mijn lied.

    schrijver

    25-01-2015 om 17:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spinnerad
    Een gedicht van Frans de Cort 1834-1878

    Vivat mijn schat, mijn spinnerad!

    Vivat mijn spinnerad, mijn schat!
    Mijn rok en garenklos, vivat!
    Dat kleed me warm en geeft mij brood,
    Beveiligt mij voor leed en nood.
    Ik spin en zing mijn liedekijn
    Bij zomeravondschemerschijn,
    Verveel me nooit, ben nimmer mat -
    Vivat mijn schat, mijn spinnerad!

    Twee beekjes sluiten 't plekje in,
    Waar ik al zingend zit en spin;
    Hunne armen slaan daarover heen
    De berk en hagendoorn ineen,
    Opdat er 't visje vro en vrij
    En 't vogelnestje veilig zij;
    De zon beglanst het loverig pad -
    Vivat mijn schat, mijn spinnerad!

    De tortel kirt naar eigenen aard
    In 't dichtgewassen eikgeblaart,
    De vlasvink zingt zijn wijsje mee
    En dingt naar 't zangersprijsje mee;
    De kwakkel in het klaverveld,
    De zwaluw, die mijn dak omsnelt,
    Dat alles maakt me vreugdezat -
    Vivat mijn schat, mijn spinnerad!

    Zo 'k weinig win, 'k verteer nog min,
    En de armoe sluipt mijn huis nooit in.
    Ik ben tevreen bij mijne stand
    Meer dan de rijkste vrouw in 't land,
    En gun haar geerne pronk en pracht,
    Van wijd en zijd haar toegebracht -
    Mijn spinnerad, dat is mijn schat!
    Vivat mijn schat, mijn spinnerad!

    Liederen (1868)

    schrijver

    24-01-2015 om 21:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wonderstil
    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    Wonderstil

    Gij zijt mij overal nabij,
    In ieder ding: gij ziet naar mij,
    Of ik u aanzie en herken,
    En, een met u, gelukkig ben.

    Wel blijf ik dikwijls blind voor u
    En reis ik ver van hier en nu,
    Of ergens ’t veilig eiland is
    Waar ’k troost of slaap vind voor gemis.
    Maar soms ben ’k onverwacht weer thuis.
    Gij roept mij zachtjes. In ’t geruis
    Van wind en blaren langs het raam
    Hoor ik de fluistring van mijn naam,
    Of in de glinstering van ’t licht
    Zie ik uw wachtend aangezicht.
    Als ik dan schuchter tot u kom,
    Wordt het zo wonder-stil rondom,
    Zo vreemd en wonder-stil in mij,
    Dan is er enkel ik en gij,

    Neen, gij alleen en wat gij zijt:
    Mijn eind van menigvuldigheid,
    Mijn oorsprong waar ik ongedeerd
    In liefde toe ben weergekeerd...

    Maar dan, ontwaakt tot de oude droom,
    Hoor ik de wind weer in de boom,
    En zie de kleine dingen aan,
    Die stil en ernstig voor mij staan,
    Verzonken in hun eigen rust.
    Zo, van ons diep verband bewust,
    Heb ik hen lief en hoor tot hen,
    Met wie ’k in u gelukkig ben,
    En tot die nieuwe zin gewijd
    Wordt al wat is nu werklijkheid.

    schrijver

    23-01-2015 om 22:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    22-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gestrenge

    Een gedicht van Jacob van Oosterwijk Bruyn

    AAN EEN GESTRENGE BEOORDEELAAR

    Gij wilt, mijn verzen zullen vloeien,
    En noemt mijn zang een waatrig lied:
    Hoe is 't nog mooglijk u te boeien!
    Vloeit dan bij u het water niet?

    De boertige zangster (1884)

    schrijver

    22-01-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedicht
    Een gedicht van Anton van Wilderode

    het gedicht 

    Toen ik, die avond in Santillana,
    liep met de donswoorden van een gedicht
    ging in een kamer een fata morgana
    een luchter aan als een boom van licht.

    (Er was niets van de huizen buiten
    dan een donker gesloten verbond,
    mijn stappen vluchtten omhoog in de ruiten
    naar een raam toe dat openstond.)

    Ik wist de woorden in mijn geheugen
    trage bewegers zijn naar elkaar
    een volzin vol in twee diepe teugen,
    een versregel inééns regelrecht klaar.

    (De straat liep haastig wég van mijn voeten
    naar portalen vol oponthoud
    waar de echo mij kwam begroeten groeten
    met een hijgstem van holten en hout.)

    Ik voelde de woorden mij omringen
    tot een waaiende groene haag
    en vanuit tastbare daagse dingen
    lagen beelden in hinderlaag.

    (De nacht was begonnen te dalen
    uit een hemel vol zilveren gruis
    waar de sterren zich vurig herhalen
    in gestalten van driehoek en kruis.)

    Toen zag ik de luchterboom vóór me doven
    een onbereikbaar gebleven geheim, -
    plotseling stonden mij zeven strofen
    in het fonkellicht van het rijm.

    schrijver

    20-01-2015 om 21:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ziel
    Een gedicht van Marie Boddaert 1844-1914

    Mijn ziel is in mij.

    Mijn ziel is in mij als een kind
    Dat droomt, terwijl zijn voeten bloeden,
    Van vleugels verloren, die hij, de moede,
    Wel eenmaal wedervindt.

    Serena (1898)

    schrijver

    19-01-2015 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lichten

    Een gedicht van Omar Karel de Laey

    Van lichten

    Men heeft of liever zij, ja zij
    die wilden 't fijne weten,
    zij hebben - in de oude tijd -
    't verstand ‘'n licht’ geheten.

    Dit was oprecht geniaal en sinds
    - gelief hierop te letten -
    ontdekte men een meubel ook
    om ‘'t licht’ ten toon te zetten.

    En ‘'t licht’ och God! het blonk zo fel,
    dat 't meubel allerwegen
    van lieverlee de gulden glans
    der fama heeft gekregen.

    En des - ter Universiteit -
    verwekt het min misbaren,
    als men thans korte keersen vindt
    op hoge kandelaren.

    Dietsche Warande en Belfort, jrg 1908.

    schrijver

    18-01-2015 om 17:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jantje
    Een gedicht van J.J.L. ten Kate 1819-1889

    AAN JANTJE PEDANT.

    Gij,die uzelv' zo wijs gelooft,
    Ei, let eens op die korenschoven!
    De volle halm buigt needrig 't hoofd;
    De lege steekt het trots naar boven.

    De nachtegaal en het lijstertje (1854)

    schrijver

    16-01-2015 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.seringen
    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    De seringen

    Deze geuren zijn zo week als 't strelen
    Van een hand door zijïg zachte haren.
    O hun vleiïng die het bloed met zware
    Slagen door de vingeren doet spelen

    En dan zachtjes tempert tot bedaren.
    En een vreemde droefheid glijdt met hele
    Lichte aarzelingen in vervelen
    Over, en een lusteloos strak staren.

    O dit wreed genadeloze dringen
    Van uw schone rouw, paarse seringen,
    Tot ons denken, tot ons vlotte bloed,
    Is gelijk een overmacht van minnen,
    Die 't weerstreven der nerveuze zinnen
    Sidderend zich onderwerpen doet.

    Het Kostbaar Bloed (1918-1921)

    schrijver

    15-01-2015 om 21:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spiegelbeeld
    Een gedicht van J.P. Heije van 1809-1876

    Nog een spiegelbeeld.

    LXV.

    Zijn onze Kindren niet het kristallijn
    Waarin wij zien (en vaak met bittre pijn!)
    Hoe diep in schuld Wij bij onze Ouders zijn?

    schrijver

    14-01-2015 om 22:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aloëtte
    Een gedicht van Geerten Gossaert 1884-1954

    Aloëtte

    'Hoe koel is 't in de morgenlucht,
    Hoe is het loof verfrist!
    O reeds doorboort de feller zon
    De blauwe morgenmist!
    Geen blad verroert: maar hoog en ver
    Dringt door de stilten heen,-
    Als 't lichten van een late ster,-
    Eén jubeltoon alléén!

    Wie is hij? wie heeft hem aanschouwd?
    Wie heeft het hart gekend
    Dat zo, door alle heemlen, zijn
    Gewiekte hartstocht ment?
    Wie is hij? die te zeggen waagt
    In een zó hoge zang
    Zijn liefde? en wordt niet lovensmoe
    De hele morgen lang?
    Wie is hij? die daar roerloos staat
    Hoog in de ijle lucht?
    O geen aards hart, met smart besmet,
    Stijgt in zó steile vlucht
    Te zingen voor de troon van God...!
    Wij horen 't zwijgend aan...:
    En vat gij niet de zin, mijn hart?
    Eéns zult ook gij verstaan!'

    Experimenten (1930)


    schrijver

     
     
     
     
     
     

    13-01-2015 om 21:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.trein
    Een gedicht van Reinier van Genderen Stort

    De trein gaat ras voorbij

    De trein gaat ras voorbij met schrille kreet,
    Verstoort geenszins de wijde, diepe rust,
    Ik denk aan hen, die ginds in lief en leed,
    De vrede dreven, al dan niet bewust.

    Zie hier wellicht het allerzoetst behagen,
    Dat ooit het voorrecht van een mens kan zijn,
    De blijde vrede na de boze plagen,
    Het welig tieren van het mijn en dijn.

    Najaarsvruchten (1936)

    schrijver

    12-01-2015 om 21:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.goed

    Een gedicht van Herman de Gorter 1864-1924

    Het is juist goed

    Het is juist goed
    dat ik de glorie derf,
    daardoor moet
    ik iets goeds maken voor ik sterf.

    schrijver

    11-01-2015 om 19:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moerdijk
    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    BENOORDEN DE MOERDIJK

    Benoorden de Moerdijk
    Daar kan men niet bewonderen,
    Daar trapt men de dichter, daar hoont men de held.
    Benoorden de Moerdijk
    Daar zitten de tobbers, al welgesteld,
    In tuin en kantoor zich af te zonderen,
    En tellen geld.

    Benoorden de Moerdijk
    Daar wonen de sufste rijken,
    Ze noemen zich vrij, of roemen zich vroom.
    Benoorden de Moerdijk
    Daar moet het fel schokken, eer uit hun droom
    Wat koppen zich heffen, voorzichtig, en kijken
    De kat uit de boom.

    Benoorden den Moerdijk
    Daar vreest men zich te branden
    Aan koud water. Geestdrift is duur.
    Benoorden de Moerdijk
    Daar vinden de vossen de druiven te zuur
    Al hunkeren zij en watertanden
    Met geel gegluur.

    Benoorden dn Moerdijk
    Is de hemel der neutralisten,
    Der vechters voor vrede, der werkers voor rust.
    Benoorden de Moerdijk
    Daar drinken ze Curaçao, met lust,
    En schutten met dappere pacifisten
    Landsgrens en kust.

    Benoorden de Moerdijk
    Zijn er duizend Nederlanders.
    Al de anderen zijn anders
    Benoorden de Moerdijk.

    De Noodhoorn (1940)

    schrijver

    10-01-2015 om 21:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stil
    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Stil is de nacht.

    Stil is de nacht en lieflijk blinkt de maan;
    Vermoeidheid rust met zorg en vrees en smarte, -
    Maar liefde waakt in 't rustloos kloppend harte,
    Zij, zij-alleen kan niet ter ruste gaan!

    En waar legt Gij het lieflijk hoofd ter rust?
    Melieve, waar spreidt u de slaap haar bloemen?
    Wat legerkoets kan zich gelukkig roemen,
    Dat zij u draagt en op haar sponde sust?

    Waar is u thans het dons ten deel gevallen,
    Waar gij uw leên tot sluimren nedervlijt? -
    O zij het zacht, gelijk gij waardig zijt,
    Zacht als gij-zelv', die zachter zijt dan allen.

    En slaap gerust! - geruster dan ik 't mag,
    Sinds mij uw beeld geen rust vergunt te smaken,
    Sinds 't mij bij nacht zo menig uur doet waken,
    En dromen doet de ganse langen dag.

    Dat dromen ook is dierbaar aan de geest.
    In dromen slechts bestaat al 't zoet van 't leven,
    Maar die zijn 't zoetst die ons de slaap kan geven,
    Als 't hart gelooft, dat wakend hoopt maar vreest.

    O droom gij zoet! en word niet wreed bedrogen,
    Ontvlie 't geluk u nimmer met de rust! -
    Droom zoet en schoon van liefde en levenslust!
    En laat die droom profetisch wezen mogen!

    Gedichten I (1905)

    schrijver

    09-01-2015 om 22:26 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.groete

    Een gedicht van Lucas de Heere

    De Inghelicke groete.

    Ave Maria.

    ZIJT gegroet ô Maghed Marie,
    Vol van gratiën zonder getal,
    De Heer is met u t'allen tije,
    Gezegend zij dy boven al
    Dat vrouwelijk heet, en hier beneven
    Is gezegend heilig en rein
    De vrucht dijns lichaams hoog verheven
    Jesus Christus: dit is certein.

    Psalmen Davids na d'Ebreeusche waerheit  (1565)

    schrijver

    08-01-2015 om 22:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ziel
    Een gedicht van Aart van der Leeuw 1876-1931

    ALS ONZE ZIEL NIET ZONG

    Als onze ziél niet zong,
    En vreugdedansen sprong,
    Zouden dan wel de vógels zingen,
    De bronnen uit de rotsen springen,
    En had de storm een tong?

    Als onze hoop haar schat
    Niet rustloos zocht, en bad,
    Zou dan de boom zijn bloei en twijgen
    Zó innig hemelwaarts doen stijgen,
    Dat hij het blauw omvat?

    Neen, als de ziel zeer diep
    In duister lag en sliep,
    Terwijl geen prins, getooid met bloemen,
    Een wekker, die wij engel noemen,
    De schone slaapster riep,

    Dan zou het ritslend bruin,
    De bron, verstikt in puin,
    Verdord en snikkend nederzijgen,
    Dan zou de wind, de vogel, zwijgen
    In die verdoemde tuin.

    Opvluchten (1922)

    schrijver

    07-01-2015 om 21:47 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blij
    Een gedicht van Giza Ritschl 1869-1942

    Ik ben heel blij

    Ik ben heel blij
    Doch 'k weet niet waarom,
    't Hart van mij,
    Klopt bom, bom, bom.
    O! alles blinkt,
    En trilt en beeft,
    En mijn ziele zingt,
    En droomt en zweeft.
    O! ik ben zo blij,
    Van blijdschap dronken.
    Doch wie heeft mij
    Deze vreugd geschonken?
    Uit welke bron,
    Uit welke stroom,
    Uit welke zon,
    Uit welke droom?

    De Beweging (1922)

    schrijver

    06-01-2015 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verlangen
    Een gedicht van Jacob Israël de Haan 1881-1924

    Gestild verlangen

    Wat ik verlang? Niet meer de wilde weelde,
    De woede, die naar donkre daden drijft,
    Slechts dat mijn ziel, die zoveel goed verspeelde,
    Na zoveel kwaad in vroomheid vreedzaam blijft.

    Wat ik verlang? Ik heb zoveel gewonnen
    In overmoed, dat ik verloor in smart:
    Geve mij God, gezuiverd en bezonnen
    Een smekende ziel en een zingend hart.

    Mijn weekwerk eindigt: milde Sabbathvrede
    Voert mijn onrust tot een geruste zin.
    Met genoten van mijn Volk treed ik in,

    Waar bij 't stijgen van onze Sabbathbeden
    Een vrome knaap juicht met huivrende stem
    Als eens de Priesters van Jeruzalem.

    -------------------------------------------
    Het Joodsche lied. Tweeede boek (1922)

    schrijver

    05-01-2015 om 21:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het wonder
    Een gedicht van Johan Danser 1893-1920

    HET WONDER

    Alle begeerten zijn nu zoet vervloeid
    Tot één trouw peinzen naar de zachter uren
    Waarin uw daden zijn als bleke vuren,
    Uw troost een kroon is die droef-geurend bloeit.

    Mij wondt de wereld die mijn angst verfoeit,
    Mij schrijnt haar luidheid die 'k niet kan verduren.
    Ik zoek haar niet: ik wil alleen de pure
    En zoele droom van u die niet vermoeit.

    Dat waarde droeg weleer is lang vervlogen,
    Geen boos en goed weet meer mijn mededogen
    En haat verbleekte stil, een oude prent.

    Zo heeft mijn vrezen zich tot u gewend,
    Naar 't vreemd begrijpen dier aandachtige ogen,
    't Spreken dier stem die enkel liefde kent.

    schrijver

    04-01-2015 om 22:07 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.botten
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Slapende  botten

    Ten halve afgewrocht,
    ontvangen, niet geboren;
         gevonden algeheel,
    noch algeheel verloren,
         zoo ligt er menig rijm
    onvast in mij, en beidt
         de aangename tijd
    van volle uitspreekbaarheid.

         Zo slaapt de botte in ‘t hout,
    verdonkerd en verdoken;
         geen blomme en is er ooit,
    geen blad eruit gebroken;
         maar blad en blomme en al
    het ligt erin, en beidt
         de dag, de dageraad...
    de barensveerdigheid.

    schrijver

    03-01-2015 om 23:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van E. Laurillard 1830-1809

    EEN OVERBLUFTE BLUFFER.

    Jan prees altijd zichzelv', en, wat een ander kon,
    Jan zei steeds onbedekt, dat hij 't nog verre won.
    Maar Piet zei: ,,Hoor, o , grote Jan!
    Ik weet slechts éne zaak te noemen,
    Die jij kunt, maar geen ander kan:
    Jou roemen."

    Graan en groen (1894)

    schrijver

    02-01-2015 om 21:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!