Een gedicht van Geerten Gossaert 1884-1954
Aloëtte
'Hoe koel is 't in de morgenlucht, Hoe is het loof verfrist! O reeds doorboort de feller zon De blauwe morgenmist! Geen blad verroert: maar hoog en ver Dringt door de stilten heen,- Als 't lichten van een late ster,- Eén jubeltoon alléén!
Wie is hij? wie heeft hem aanschouwd? Wie heeft het hart gekend Dat zo, door alle heemlen, zijn Gewiekte hartstocht ment? Wie is hij? die te zeggen waagt In een zó hoge zang Zijn liefde? en wordt niet lovensmoe De hele morgen lang? Wie is hij? die daar roerloos staat Hoog in de ijle lucht? O geen aards hart, met smart besmet, Stijgt in zó steile vlucht Te zingen voor de troon van God...! Wij horen 't zwijgend aan...: En vat gij niet de zin, mijn hart? Eéns zult ook gij verstaan!'
Experimenten (1930)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/geerten_gossaert.jpg)
|