Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899
Ze bloeide als bloem
Ze bloeide als bloem in t wereldruim; Ze kon aan elk behagen. Thans is zij, als een vlokje schuim, Door winden weggedragen.
Ik heb haar menigmaal gekust, Dat gloeide hare wangen! Die zielengloed is uitgeblust, Gelijk een doods verlangen.
Is t vurig oog als in de nacht Voor eeuwig uitgeblonken, Toch ligt ze diep in mijn gedacht, Als in een graf verzonken.
1882
Durmeliederen
|