Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903
Kindermin.
Vroeg en veel, en altijd nog - Zou het ooit vermindren? - Minde ik jonge kindren; Zieltjes zuiver van bedrog; Oogjes, die niet jokken; 't Voorhoofdje onbetrokken;
't Hartje zonder arg of list, Zonder zorg of vrezen; 't Lief en lachend wezen; 't Mondje, tot een kus gespitst, Vriendlijk aangeboden; En geen kunst van node.
Die reeds drie geslachten heeft Om zich heen zien spelen, Zal het niet vervelen, Als hij 't vierde nog beleeft Treedt hij, eer het opkomt, af; Laat het spelen op zijn graf.
Nog eens winterloof (1892)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/nicolaas_beets.jpg)
|