Een gedicht van Arnold Sauwen 1857-1938
Stoppel-veld
De velden liggen stoppelbloot, geplunderd en geschoren; geborgen in der schuren schoot ligt dorsensklaar het koren.
En wat geen schuur, hoe breed en hoog, kon bergen in haar wanden, staat veilig daar, gebermd en droog, in mijten op de landen.
Geen halm meer wiegt; 't ligt alles kaal. En blank en blauw van veder, strijkt, zwenkend in een zonnestraal, een vlucht van duiven neder.
Op koorn- en tarweland ligt daar, teloor gevallen, tussen de stoppels, meenge graanvolle aar tot voer voor duif en mussen.
Arm volk, dat van geen zaaien weet, ga, oogst nu langs de voren. Van wat Gods zonne rijpen deed Geen korrel ga verloren!
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/arnold_sauwen.jpg)
|