Een gedicht van M.A. de Wijs- Mouton
Snoepwinkeltje
In de donkere straat waar het belletje gaat, Kletst t deurtje al rinkelend open Komen in t kamertje klein Bij t lampenschijn De kleutertjes binnen geslopen.
En n dappere vent In zijn knuistje een cent, Stapt naar voor en blijft grinnikend zwijgen. Tot de koopvrouw geleerd, Zijn fortuin inspecteert, En verteld wat hij daarvoor kan krijgen.
t Is n reep zwarte drop, Koek met suiker er op Een kleurbal, een zuurbal, een wafel Een zoethouten stok Of n kleurige brok Ligt alles bijeen op tafel.
Als de kapitalist Zich wat dikwijls vergist, De koek en de suiker beduimelt, scheldt de juffrouw verwoed, Dat ie t kostlijke goed Met zijn smerige vingers verkruimelt.
De kleuter verbaasd, Dat de juffrouw zo raast, Smoest stiekum wat met zijn kornuiten, De keus wordt bepaald, De kleurbal betaalt, Dan schooien zij slentrend naar buiten.
In de donkere straat waar t troepje nu gaat, Wordt hevig gewikt en gewogen; Dan zuigen z om beurt, tot de bal is verkleurd, En hun rijkdom illusie vervlogen.
|