Een gedicht van J.C. Bloem
Zondag
De stilte, nu de klokken doven, Wordt hoorbaar over zondags land En dorpse woningen, waarboven Een schelpenkleurge hemel spant
De jeugd keert weer voor d' in gedachten Verzonkene, die zich hervindt Een warm, van onbestemd verwachten, In zondagsstilte eenzelvig kind.
En tussen toen en nu: 't verwarde Bestaan, dat steeds zijn heil verdreef; De scherpe dagen, waar de flarde Van 't wonde hart aan hangen bleef.
Niet te verzoenen is het leven. Ten einde is dit wellicht nog 't meest: Te kunnen zeggen: het is even Tussen twee stilten luid geweest.
J.C. Bloem opgenomen in 'Verzamelde gedichten' Copyright © 1965 Athenaeum Polak & Van Gennep
|