Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925
De lucht was als een perzik
De lucht was als een perzik, de maan een diamant, zwellende lentenevels bloeiden aan alle kant.
Over de donzen heuvels lokte een ver verschiet; wij wilden zwervend worden, zwervend en anders niet.
De voeten gingen samen, de hand lag in de hand, de harten opgedragen; aarde, waar is uw band?
In dreven en valleien geklommen en gedaald in schaduwen geloken in open licht bestraald
En onze zielen togen naar nieuwe zaligheid in het voorbij voorbije wankelend ingeleid
Waar lillend lichtaanbreken en ochtendhelderte is met parelende vreugde en met ontsteltenis...
Gemengde verzen
|