Een gedicht van Frederik Hemkes 1854-1887
BLINDE LIEFDE
Geliefde, 't moet wel zijn als 't spreekwoord leert: Dat ware liefde 's mensen oog verblindt, Daar 't wezen, dat met hart en ziel bemint Slechts haar aanschouwt, wier liefde 't zich begeert, Terwijl zijn blik 't vermogen gans ontbeert, Om 't schoons te zien, dat andren lokt en bindt. Of zaagt gij nooit, hoe in de morgenwind De sterren ras verbleekten, als verteerd Door gloed en licht, zodra de grootse bron Van al wat leeft, de dagvorstin verscheen? Schoon straalden zij, aleer de macht begon Der heerlijke, door wie haar glans verdween; Gij zijt, geliefde, mij een beeld der zon; Verblind door luister zie ik u alleen!
Astrea(1881)
|