Glanzig vochte nevels, uitgehangen Over 't verre en heuvelig verschiet, Trekken, nu de zon haar stralen schiet, Opwaarts met des leeuwriks blijde zangen.
Bukkend met van vreugd gebloosde wangen, Juicht in 't bos het meisje als het ziet Hoe de struik wel twintig besjes biedt, Die ze in 't mandje handig weet te vangen.
Gedichten (1910)
Reacties op bericht (0)
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek