Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831
Gezondheid
Gezondheid, lieve Huldgodin! O blijf gij, blijf ons bij! O wees ons, wat ons lot ook zij, Door zee, en wereldwoestenij, Een trouwe Gezellin!
Waar de Overvloed met blijde lach De kostbre feestwijn plengt; In 't hoogste schittren van 't gezag, En wat de Staatzucht strelen mag; Waar jeugd en blijdschap wenkt. Waar zorg en plicht met zachte klem Het hart in banden sluit: Bij 't ruisen van de vreugdestem En 't klaatrend slempgeluid. Waar 't Vaderhart van wellust vonkt, Als op de Moederschoot Een kleine dierbre Stamgenoot Met dartele oogjes vleit en lonkt, En lieve kusjes strooit, Daar 't roosje op zijn wangen pronkt, En 't zachte mondje tooit. Waar Liefde-zelf de wiekjes klept Om 't rozenledikant, En 't aardrijk tot een hemel schept, Waar Hymen mirten plant.
Waar, moe van 's levens lange baan, De Grijsheid nederzinkt, Terwijl vernoegdheids zachte traan In 't zwellend ooglid blinkt.
Waar Lente speelt en argloos stoeit; Waar Zomer schatten gaârt; Het Najaar van zijn wijnoogst vloeit; Of Winter zich bij 't haardvuur gloeit, Met pegels in de baard.
Daar is, Gezondheid, dierste schat! Uw heil de saus der lust, De saus die al haar smaak bevat; De zoetheid van de rust: En 't balsemrijk Nefenteblad, Dat alle kommer sust.
Uw geur versterkt de bloesemdaauw Van Flora's Hofprieel, De frisheid van de Lindenschaâuw; Verhoogt muskaat en gemberklauw, En Amboïns kaneel: Ja, de alsemdrank der tegenspoed, Gemengeld met uw toverzoet, Vloeit zachter dan het druivenbloed, En haart niet in de keel. Gezondheid, hoogst en enigst goed, Dat leed en vreugde smaken doet, O waart ge mij ten deel!
Nieuwe Mengelingen II
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/willem_bilderdijk.jpg)
|