Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899
Het vogelke
Hoe is het mooglijk dan Dat men u vangen kan Vogel, gij licht van pluim. Vliegend door het ruim; Die langs de loverhang, Nachten en dagen lang, Ons stemt tot goede luim Door klank en zang.
Gij zit thans in de kooi Treurig, niet half zo mooi Als toen ge door het bos Vloog blij en los; Spreken dat kunt gij niet, Maar wen ge uit t kooitje ziet t Lover, het groene mos, Voelt ge verdriet.
Was ik een vogelkijn, k Wou steeds in vrijheid zijn. Gauw, dierke lief, vlieg voort Naar schoner oord. Ha, ge zijn weder vrij! Ha, wordt gij weder blij, Zingt gij uw zoet akkoord, Denk dan aan mij.
De Waarheid in het leven (1863 - 1878)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/emanuel_hiel.jpg)
|