Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939
Familiedag
Van heinde en verre komt de sippe saâm, Een dag per jaar, om met elkander te eten, En op te rakelen wat werd vergeten: Der vaadren veten en hun eigen faam.
Zij smullen lang van 't hartig nagerecht En lasteren met argloos om zich schouwen. Bij veel betuigingen van vol vertrouwen Wordt ieder op zijn beurt verklaard voor slecht.
In de gemeente geur van eau de cologne, Achter de zware rook van baaitabak, Tast men naar 't oude zeer en 't nieuwe zwak, En onvoorziens voelt men zichzelf geschonden.
Dan schrikt misschien uit heur gezelligheid Van geestlijk keuren bij geestrijke dranken Een vrouw, en zegt kordaat: we moesten danken! En zoekt al naar een kwartje voor de meid.
Tussen ploeg en sikkel (1936)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/willem_de_merode.jpg)
|