Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941
Op school
Eentonig bromt de stem der lerares. Het woelig meisje wendt zich om en gluurt naar gindse tuin, waar 't bieke honig puurt en zomerzonne blinkt op bloem en bes.
Op de enge schoolbank zwiert de blonde tres. Hoe vaak heeft niet haar blik zich blind getuurd naar 't strookje blauw - de hof is hoog ommuurd -! - Die blijde vogels! hen kwelt boek noch les!
Daar klinkt haar naam: Aan 't cijferbord! Zij richt zich op en wankelt, blozend en verward. Heen is de droom! haar wekt verzuimde plicht.
Hoe, duizlig van getallen, wit op zwart, zij onder 't wicht van al die blikken zwicht, door 't giechlend koor der meisjes moegesard.
|