Een gedicht van Albert Verwey 1865-1936
Orfeus
Had Orfeus niet Eurydice gedood Door zelf te hunkren naar haar levende ogen, Voor eeuwig had hij haar in t licht gevoerd.
Nu stond hij wenend waar zich de afgrond sloot En had voorgoed zich aan zijn arm onttogen Wie hij zo vast zich dacht aan t hart gesnoerd.
Nu bleef zijn hunkren als een open wond En t lied van nederwaarts gericht verlangen Zwaar en verzadigd als een boom die treurt,
Terwijl die Andre opnieuw de cirkling bond Waaruit alleen de opvaart van zijn gezangen Haar voor hoe kort, helaas! had losgescheurd.
|