Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876
Duinlied.
Luchtig gesprongen door 't mullige duin; Lustig gezongen op helling en kruin; Hoor! in ons lied stemt het lied van de streek, 't Bruisen der zee en het ruisen der beek.
Holland! zoet Holland! hoe zwelt ons het hart Dáár, waar uw duinwand de zeevloeden tart; Waar al de schat van uw welige tuin Grenst aan de dorheid van 't stuivende duin!
Needrig van buiten, maar rijk in uw borst, Zijt ge, zoet Holland! door duinen omschorst; Wat u belaag' op de vloed of op 't land, Zwichte als de golven voor 't schuttende zand.
------------------------- uit: De Gids (1839)
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/j.p._heije.jpg)
|