Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899
Missus est Angelus...
Kom, kom, keerselicht ontsteken, eer de nacht aan 't wijken gaat, hoort gij 't haantje lustig preken? Kom, sta op, de klokke slaat!
't Is Gods Engel die 't verkondigt, dat Messias u verwacht, die gedoold hebt, die gezondigd,
dag en nacht!
Missus est ..., de gulden Messe en valt maar eens in gans het jaar; komt, ontwijkt de duisternessen van de nacht, en gaan we ernaar!
't Is Gods Engel...
"Wees gegroet, o vol genaden!" voortgebaand, op Gods gelee, diepe en vastgedamde paden, door de vers gevallen snee!
't Is Gods Engel...
Heel de kerke, bin en buiten, spreidt, o helder nachtgezicht! dóór de bontgebrande ruiten, 't duizendverwig keerselicht!
't Is Gods Engel...
Ja, het Woord is vlees geworden, gulden Messe, en uw gestraal geeft de eeuwenlang verdorden mensenboom weer zegepraal!
't Is Gods Engel...
1883
|