Een gedicht van Margtiet van Essen 1751-1793
Aan de dood
Slechts een slaaf der lusten schildert U zo vreselijk en wreed! Hij die gans verlaagd, verwilderd, Van geen angst of tranen weet.
Mild en vriendlijk komt gij tegen ’t Bloedend hart – o dood! hoe streelt Arme strijdren, op hun wegen, Menigmaal, uw vreselijk beeld!
Gij voert hen, in stiller streken. Hier gaan ze onder ’t kruis gebukt, Hier zijn ze onder het pak bezweken, Dat hun zwakke schouders drukt!
Zij gebruiken schild - noch wapen, ’t Hoofd is hun van ’t schreien warm – Ach! En onbekommerd slapen Zij zo zacht in uwe arm.
|