Een gedicht van Alberdinck Thijm 1820-1889
SNELDICHT.
1.
't Is jammer, daar zijn doornen aan de rozen! Zo klaagt de pessimist, naar 't redeloos gebruik. Wij danken God, dat Hij, voor braven en voor bozen, Met schone rozen siert de wrede doornestruik.
2.
,,Voor allen Vrijheid!" eist de meerderheid der kranten. ,,Althans," zo gaan zij voort, „voor onze geestverwanten."
3.
,,Ik denk, dus ben ik," spreekt de keur der theoristen. ,,'k Bemin, dus zal ik zijn," vervoegt ter-stond de Christen.
|