Een gedicht van Eduard Brom 1862-1935
Felice (1)
IK heb gesmacht zo lange, grauwe dagen, Gesmacht zo meen'ge sterren-loze nacht, En zucht op zucht, en zieleklacht- op klacht Steeg droevig op, met twijfels bange vragen!
Soms werd verlangen mij zoet welbehagen, Een stille weelde, als droomrig maanlicht zacht... In ziele-lach heb 'k mijn lief heil verwacht, Na lijdzaam wachten nieuwe smart gedragen!
Dwaas, dat ik niet begreep mijns harten leed, Dwaas, dat mijn weelde niet vermoeden deed, Wat groot mysterie 't àl in mij verwekte....
Tot eindlijk 't leeg verlangen werd gevuld, Uw teder-lichtend englenbeeld onthuld, 'k Uw heilge schoonheid sidderend ontdekte!
![schrijver](http://www.gedichten.nl/smoelen/eduard_brom.jpg)
|