Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876
Rustig ondergaan.
Wat daalt gij rustig in der golven schoot o Glansrijk licht, beneveld noch verdonkerd, 0 Gouden zon; gij, beeld van al wat flonkert, Van wat op Aarde heerlijk is en groot!
Al hebt gij hoog aan 's Hemels trans gestaan, Toch daalt gij kalm en zonder klagen neder; En schóner nog verrijst gij eenmaal weder Voor 't oog der Aard, die U zag ondergaan.
Buig zó uw kruin, wanneer Uw Avond daalt, Buig zo uw kruin, o Grijsheid! zonder klagen; Vind rust in God: - Ras zal de Morgen dágen, Wiens Eeuwge glans de Hemelen doorstraalt!
|