Een gedicht van Reinier van Genderen Stort 1886-1942
Een landman strijkt met forse streek de zeis
Een landman strijkt met forse streek de zeis, De zomerdag is weder rijk aan leven, Ik beid nu onbevreesd de laatste reis, Die veler hart staag van angst doet beven.
Zijn al mijn zonden mij dan och vergeven, Leef ik, zoals ik steeds begeerd heb, wijs? Ik won de zielenvrede, hoogste prijs, Waarnaar men in dit veeg bestaan kan streven.
Terwijl Spinoza eens de Waarheid zag Gelijk een driehoek, snel en scherp omlijnd, Zoude ik haar liever zien als een glimlach,
De glimlach, die ook rust op Boeddha’s trekken, Die naar ik hoop op mijn gelaat verschijnt, Als ik het moede lijf voorgoed zal strekken.
Rijmproeven (1937)
|